Hoofdcategorieën
Home » Overige » The 500 Challenge » De kleur van Natalie
The 500 Challenge
De kleur van Natalie
De witte pagina staarde Natalie verlegen aan. Woordeloos uitdagend haar te bekleden. Peinzend over de eerste letter staarde ze uit het raam van haar kleine kantoortje. Buiten ging, achter de daken van de rustige woonwijk, de zon onder. De lucht kleurde langzaam van geel naar oranje en roze. Om na een tijdje over te gaan in rood gevolgd door de duizenden tinten blauw en paars om over te gaan in de nacht. Terwijl de buitenwereld steeds minder zichtbaar werd, reflecteerde het raam steeds meer een kopie van haar werkplek. De boekenkasten aan twee wanden, het grote, gepolijste eikenhouten bureau met de computer erop, waarvan het scherm haar genadeloos wit verblinde. Buiten klonk het geronk van een motor die voorbij reed, in een flits zag ze een kale man met een zwart, glimmend, leren jack, getatoeëerde ledematen en zware schoenen onder zijn grauwe spijkerbroek. Natalie schudde haar hoofd en keek haar, bijna, volle boekenkast. Sommige boeken hadden een sobere kleur als bordeauxrood en kastanjebruin. Anderen hadden de opzichtige kleuren als hemelsblauw en grasgroen. Maar geen van de boeken leek haar nu uit te nodigen om de, met ingedrukte, pagina's te lezen. Erin te verdwijnen naar een andere realiteit dan de hare. Vanavond was het huis van haar alleen. Maar ondanks dat haar grote familie weg was, voelde ze zich niet eenzaam. Boeken fluisterden hun avonturen naar elkaar, de klok tikte de uren van avonturen weg. Het zwarte weerspiegelende glas liet een verhaal zien die geen mens zich kon voorstellen. De boiler maakte een zacht geluid dat Natalie interpreteerde als het snorren van een kat. Al was het roestige gesnor minder knus dat het daadwerkelijke spinnen van haar rode kater, die als een bont, roodharige kussen op de bank in de grote woonkamer lag te slapen. Het tikken van de beginnende regen op de ramen maakte dat ze zich veilig voelde met het warme gelige licht van haar werkkamertje, de lichten op de beneden verdieping had ze aangedaan, kaarsen had ze maar achterwege gelaten aangezien ze wist de hele avond in dit kleine kamertje gaan zitten. Nog altijd staarde de achttien jarige studente taalkunde uit het nu steeds natter wordende raam naar de donkere nacht. Alsof daar de zwarte letters voor op haar scherm te vinden waren, die haar het verhaal dat al dagen in haar hoofd rondspookte zouden doen vormen. Alsof de woorden met de druppels uit de hemel zouden komen tuimelen. Uiteen spattend op de straatstenen voor het huis, als duizenden stukjes gesplinterd doorzichtig glas.
Men beweerde wel eens dat doorzichtige dingen alle kleuren had. Als de rode, ondergaande zon erin scheen werd het rood, oranje, geel en zelfs roze. Als de blauwe lentehemel erdoorheen drong werd het wit, blauw en kleurloos.
Maar Natalie hield niet van doorzichtig. Ze hield van alle kleuren maar niet van doorzichtig. Ze hield het meest van de woorden die de kleuren hadden gekregen. Terwijl dat door haar heen ging, wist ze eindelijk waarover ze wilde gaan schrijven.
"De witte pagina staarde Natalie verlegen aan."
Oeh..... misschien heeft het wel erg veel beschrijving maar ik vind het idee en de manier waarop je het weer bij het begin laat eindigen zo leuk en verrassend! Echt heel leuk gedaan!