Hoofdcategorieën
Home » Overige » make me feel alive (shatter me) » [23.09.2015][Gentleman Bastards] Niet vandaag
make me feel alive (shatter me)
[23.09.2015][Gentleman Bastards] Niet vandaag
Ondanks het bloed dat rond het gebed uit zijn mond drupt, ondanks de raspende adem die door zijn woorden heen breekt, bidt Locke Lamora tot zijn Naamloze Dertiende met alles dat hij nog in zich heeft. Het mes zit zo diep in zijn zij begraven dat elke fractie van een beweging hem er aan herinnert dat het geen speling van zijn verbeelding is.
Hij had nooit gedacht dat het zo zou gaan- had een heldendood verwacht, onderuit gebracht door het volgende wonderkind onder de dieven- hij zou geweten hebben dat hij de wereld in vliegensvlugge, ijverige handen achterliet.
Met zijn handen samengevouwen in zijn schoot en brandende tranen in de hoeken van zijn ogen tilt hij zijn hoofd naar de hemel en spuugt een mondvol bloed en speeksel omhoog. Er is géén kans dat hij dit overleeft en ondertussen zal Aza Guilla’s mening over hem wel vaststaan; vijf minuten, als hij die nog haalt, beloftes maken en om vergiffenis smeken, zullen hem nog altijd niet verontschuldigen voor alle dingen die hij gedaan heeft.
Dus richt hij zijn woorden aan de mecenas van zijn wereld, de kromme klootzak die zijn handen boven de kinderen van de nacht houdt. Aangezien hij Locke Lamora is, zitten zijn woorden vol arrogantie en verwijten, stuntelt hij evenveel als dat zijn zinnen scherp aankomen… als Dertien naar hem luistert.
Zijn lippen plooien zich in een grijns waar geen greintje amusement achter zit.
“Waarom nu al?” mompelt hij, zijn knokkels wit van hoe stevig hij zijn handen in elkaar gevouwen heeft; het enige dat hem nog overeind houdt. “Ik zou zelfs Calo en Galdo verkiezen boven-“
In een donker, verlaten achterstraatje van het tempeldistrict sterven, zo ver van hún tempel, van hun thuis in de onderbuik van Perelandro’s tempel, voelt als een laatste oneerlijkheid die het leven hem in de schoot werpt.
Zijn gedachten dwalen naar Sabetha, dwalen naar hoe oneerlijk hij het had gevonden dat iedereen behalve hij op stage mocht, dwalen naar de lange nachten wakker doorgebracht met geen enkel geluid om hem het minste beetje af te leiden. Er was helemaal niets aan alleen samen zijn met de Priester; dan leerde hij nog liever lijken wassen of de riolen van Camorr onderhouden.
Geveld door een straatjochie onder de hoede van de Dievenmaker, omdat hij pisdronken door de straten had gezwengeld als een godverdomde amateur. Jaloezie en eenzaamheid lieten zijn genialiteit niet bepaald schijnen.
“Als niet iedereen weggeweest was,” spuugt hij en laat zijn handen zakken, sluit zijn ogen om zich op zijn ademhaling te focussen. Zelfs als het hem niet meer kan helpen, kan hij niet gewoon stóppen. Verdomme.
“Locke!”
Ongelovig staart hij omhoog, naar de nauwelijks herkenbare Priester in vermomming.
“Zie je niet dat ik aan ’t sterven ben?”
Zijn mentor schudt zijn hoofd en tilt hem zonder problemen op. “Ooit, maar niet vandaag. Ik heb een fysieker op ons wachten, dus hou nog even vol.”
Gedragen als een klein kind, met zijn hoofd tegen Priesters mantel, bedankt hij de dertien goden duizendmaal.
Ik snap hier echt nul van.
Maar je past merkbaar je schrijfstijl aan het onderwerp aan, dit is veel ruwer & scherper dan bij andere stukken, en dat is nice.