Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Zielen » S.P.A. (Special Paranormal Agency) De zwarte hond » Hoofdstuk 1 In de trein

S.P.A. (Special Paranormal Agency) De zwarte hond

23 sep 2015 - 22:11

1495

0

277



Hoofdstuk 1 In de trein

Haar hoofd leunde zachtjes tegen het koude raam van de trein, haar tas lag op de lege stoel naast haar, haar roodbruine ogen staarden naar buiten, naar het landschap dat met meer dan 150 kilometer per uur aan haar voorbij zoefde. Een vrouwenstem, ongetwijfeld van een bandje, kondigde aan dat het volgende station binnen ongeveer 15 seconden bereikt zou worden. Het meisje keek niet op of om. Goedbeschouwd was ze best een opvallende verschijning. Als je nu op dit station in de trein zou stappen zou je net een seconde langer naar haar kijken dan naar de andere passagiers, terwijl je met je ogen de coupé zou scannen naar een lege stoel. Je hoeft je niet te schamen, iedereen doet het, ze merkte het zelf al bijna niet meer op. Alleen zo af en toe vroeg ze zich nog af waarom mensen haar zo bijzonder vonden dat ze wat langer naar haar moesten kijken als ze haar zagen. Deze keer bracht deze kleine vraag van waarom een kettingreactie van andere vragen te weeg in haar hoofd. De oorzaak van deze kettingreactie aan vragen was een passagier die net was ingestapt. Een jongen van ongeveer haar leeftijd, met een bleek gezicht en bijna wit haar kwam de coupé in. Hij zag er bijna ziekelijk bleek uit en was mager, zo mager dat het net leek alsof hij zo weggeblazen zou kunnen worden door de wind, maar als hij zijn tengere armen boog zag je de spieren erin opzwellen. Hij bewoog zich langzaam en doelbewust, hij was bijna doorzichtig maar ijzersterk tegelijkertijd. Zijn lichtblauwe, priemende ogen zochten naar een plaatsje en de seconde dat ze op haar bleven rusten, keek ze verschrikt op en draaide haar hoofd in een vergeefse poging de eigenaar van het paar ogen dat haar prikkende gevoel in haar nek had gegeven te ontdekken. Deze eigenaar had inmiddels zijn zitplaats gevonden en de trein zette zich weer in beweging. Het meisje met het rode haar keek even op haar horloge en zonk toen weer weg in haar gedachten. Nog twintig minuten en dan moest ze eruit. Het licht heen en weer wiegen van de trein had een ontspannend effect op al haar passagiers, maar één uitzondering zat rechtop, al zijn spieren gespannen en keek strak naar het meisje dat zijn aandacht al had getrokken het moment dat hij de coupé binnenkwam. Ze had een aantrekkingskracht op hem, hij moest naar haar blijven kijken. Hij voelde zich aangetrokken tot haar als twee tegenpolen van een magneet die naar elkaar getrokken worden. Ze leek zo... ongeremd. Ze leek de leegte in hem te vullen die hem altijd had geteisterd. Hij was altijd trots geweest op zijn perfecte zelfbeheersing en manipulatievermogen, maar er was ook iets dat hij al die tijd had gemist en zij had net datgene. Hij was zo geconcentreerd op het meisje dat hij niet gemerkt had dat de trein vaart was gaan minderen en het station kwam als een verrassing voor hem. Hij schoot naar voren uit zijn stoel zodra de trein stopte en zijn blik werd weggerukt van het bijzondere meisje naar de vloer van de trein die veel te snel op zij gezicht afkwam. Net voordat de priemende blik van de jongen werd weggerukt door de, voor hem, plotselinge stop, had ze de prikkel in haar nek weer gevoeld en nu keek ze om. Ze had precies het goede moment gekozen om hem naar voren te zien schieten en bijna van zijn stoel af te zien vallen. Het beklemmende gevoel dat hij naar had zitten kijken bekroop haar en ze draaide zich weer snel om zodat ze niet meer aan hem zou hoeven denken. Raar genoeg bleef hij rondspoken in haar hoofd. Een moment had ze zijn ogen gezien, lichtblauw en dwars door alles heen kijkend, en die ogen hadden haar een wereld getoond die zij nooit had gekend. Een wereld van beheersing en rust.

De trein uit gestormd door het late opmerken waar hij was vond hij eindelijk zijn rust op het station zelf en zocht naar de uitgang. Zelfs daar had hij zijn gedachten niet bij. Het meisje trok zijn aandacht. Hij wist heel goed dat hij eigenlijk gewoon staarde met zijn ijzige, blauwe ogen. Hij wist wat ze met hem deed, maar plaatsen kon die het niet. Ze was bijzonder dat was iets dat zeker is. Nog 1 keer keek hij met een verbaasde blik om, de trein was al weg tot zijn verbazing. Het was vreemd, maar hij wist zeker dat hij haar weer zou tegen komen.

Intussen in de trein was het voor haar geen ander verhaal. Zijn ogen gaven haar een rust die ze nooit eerder gevoeld had. Ook zij wist er geen enkele waarom op te geven. Waarom zou 1 enkele blik tussen 2 roodbruine en 2 zeer lichtblauwe ogen uitmaken? Ze wist het niet. Ze probeerde het maar van zich af te schudden, de tijd leek te kruipen en ook zij had het sterke gevoel dat ze hem niet voor het laatst heeft gezien. Eindelijk hoorde ze de stem het juiste station noemen. De kruipende tijd was voorbij, ze mocht uitstappen. Op het station keek ze haar ogen uit. Zoveel mensen om haar heen en allemaal hadden ze haast. Alleen zij niet, net als iemand anders die al eerder was uitgestapt.

Hij had inmiddels de uitgang gevonden en vervolgde zijn weg naar zijn bestemming. Hij kon de gedachte aan het meisje maar niet uit zijn hoofd krijgen. Die 2 prachtige, roodbruine ogen die hem maar voor een seconde aankeken. Wat was dat toch met die ogen? Misschien was het de tegenpolen van zijn eigen. Haar ogen waren warm, maar bij haar heerste onrust. Zijn ogen waren koud, bij hem heerste er rust. Naast hem haalde een harde toeter hem uit zijn gedachten. Met gebaren werd duidelijk gemaakt dat de bestuurder totaal niet tevreden was. Hij haalde zijn schouders op en liep verder. Weer kwam er een moment dat ze zonder het wisten elkaar even na keken. Hij keek uit naar de zon, op datzelfde moment draaide ook zij haar hoofd naar de ondergaande zon.

Ze kon het niet geloven, zo snel als de dag voorbij was gegaan. Ze hoopte met het lopen de gedachten weer van zich af te schudden, maar ook dit keer te vergeefs. Ze vond dat ze nodig wat afleiding nodig had. En toch vond ze het een griezel, nam ze zich voor om te geloven. Alles om maar van de gedachten aan hem af te komen. Zelfs de rust die hij haar gaf was haar niet voldoende om aan hem te willen blijven denken. Ze wilde eigenlijk graag van hem walgen. Als ze alleen al aan dat lichaam van hem dacht. Hij was zo mager als wat, wind kon hem om blazen. Zachtjes lachte ze er even om, maar dat was niet voor lang. Zodra ze dacht aan zijn spieren hield ze op met lachen en overviel haar de serieuze blik. Diezelfde blik was ergens ver uit haar buurt allang gevallen.

Terwijl zij probeerde van hem te walgen, vond hij het ergens wel leuk om aan haar te denken. Is ook wel te verwachten van iemand die nadenkt over het nut van het leven. Hij vroeg zich af of zij dat ook deed en dat ze daarom zo in zijn hoofd bleef hangen. Van elk meisje dat hij had kunnen zien, elk meisje waar hij naast had kunnen zitten in de trein. Hij koos het plekje naast haar. Enkel zodat hij naar dat mooie meisje kon kijken dat naar buiten staarde? Of zat er voor hem toch meer achter? Voor het eerst in zijn leven kon hij vragen niet beantwoorden die eerst zo makkelijk waren. Ooit is, maar nu niet meer. Inmiddels had hij ook zijn bestemming al bereikt. Vanuit het sleutelgat te zien kwam de sleutel langzaam naar binnen en draaide zich om de voor de buitenwereld gesloten deur te openen.

Alles leek bij hun tegelijk te gaan, ook zij vond de bestemming waar ze gevraagd was naar toe te komen. Ouders gescheiden en zij maar elke keer die reis maken. Het was niet eerlijk. Dit keer was het de beurt aan haar moeder. Met een koude blik staarde ze naar de deur en drukte op de bel. Niemand deed open, dat ook nog erbij. Zij komt en er is niemand thuis. Ze liep naar de stoep rand, zette naar spullen naast zich neer en ging op de stoeprand zitten. Haar hoofd steunend in haar handen die op omhoog staande knieën leunden. Het zat haar vandaag allemaal niet mee. Eerst een hele trein reis moeten maken omdat haar moeder haar zo graag weer wilt zien, dan nog een creep tegen komen in de trein die haar aandacht vraagt en ze weet niet eens waarom en alsof dat nog niet genoeg is, nog een gesloten deur ook doordat haar moeder niet eens thuis is! Langzaam werd het al donker, bijna werden haar roodbruine ogen niet langer zichtbaar voor de wereld.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.