Hoofdcategorieën
Home » Overige » A Million Little Pieces » [26/09/2015][Achtentwintig] don't even ask
A Million Little Pieces
[26/09/2015][Achtentwintig] don't even ask
In jouw armen.
Met jouw warme adem in mijn nek, zachtjes, zodat ik weet dat je bij me bent en dat je van me houdt en dat je leeft.
Soms ben ik bang dat je dood bent. Ik spreek je nooit en ik zie je nooit en ik hoor nooit van je en het is raar als ik naar je ga vragen, maar in mijn dromen ben je er altijd en ben ik er ook en –
Ik mis je. Ik mis hoe het was, toen we in jouw wereld waren, toen ik je hielp en toen jij naar mij luisterde, uiteindelijk. Ik vond het fijn dat je me uiteindelijk vertrouwde en dat ik naast je mocht lopen en ik baal er zo verschrikkelijk van dat we uiteindelijk uit elkaar zijn gegroeid. Hoe is dat gebeurd, weet je dat? Ik weet het niet.
Ik weet wel dat we in mijn dromen nog samen zijn. In mijn dromen hebben we een huisje. Klein, ergens aan de buitengrens van Londen en we kijken er samen naar stomme romantische films en we koken samen en we lachen samen en ’s nachts mag ik tegen je aankruipen en sla je je armen om me heen en val je in slaap en mag ik genieten van je warmte en je aanwezigheid en van je houden en dan ben ik de gelukkigste persoon op aarde. In jouw armen voel ik me thuis.
Hier niet. Popcorn is overleden, dus zelfs hij is er niet meer om me een beetje te herinneren aan het geluk dat ooit in mijn ogen weerspiegelde. Ferry is bij Kevin in gaan wonen en mijn moeder en ik hebben constant ruzie omdat ik haar ergens de schuld geef van het feit dat we uit elkaar gegroeid zijn. Grappig, niet? Ze heeft je nooit ontmoet en ook nooit een woord over je gerept. Ik weet ook dat het niet waar is, maar ik ben wel boos op haar. Boos omdat ze moeilijk doet als ik bij Ferry langs wil gaan, omdat hij met Kevin is en Kevin wél een slechte invloed op me zou hebben.
Ik ben boos omdat ik niet thuis kan zijn, niet in jouw armen, en ik uit het op iedereen, te pas en te onpas.
Soms is mijn kussen nat als ik wakker word. Dat zijn de nachten waarin ik zelfs ’s nachts niet thuis ben.
Soms word ik wakker met een vage glimlach om mijn lippen en dan is het net alsof ik je armen weer om me heen voel, net als toen we terug waren en je me bedankte voor alles wat ik voor je gedaan had en me omhelsde. Het is jammer dat ik me op dat moment niet realiseerde dat het de enige en de laatste keer was dat ik thuis zou zijn.
Of toch?
’s Nachts droom ik vaak dat ik thuis ben en ergens, diep van binnen, hoop ik dat ik je ooit op kan sporen en dat je me dan nogmaals een thuis biedt.
You better not end your story like this because nope. I'd take character death over them being separated.
Maar hoe tragisch dit ook is, het was ook mooi. Zeker dit stukje vond ik zo haiKAH: