Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » All The Little Lights » Icarus [Les Misérables]

All The Little Lights

27 sep 2015 - 22:30

491

0

235



Icarus [Les Misérables]

Personage(s) A (B/C/D etc.) komen aan op de plaats van bestemming.

Het was altijd gedoemd geweest te mislukken.
Ze waren studenten. Ze dronken en hielden heldhaftige verhalen op over hoe zij de wereld zouden redden. Dat Enjolras en zijn vrienden daar wat serieuzer in waren dan de rest, had Grantaire ook wel geweten. Maar die ideeën waren wensballonnen. Mooie dromen die hoog aan de hemel zweefden, waar je met ingehouden adem naar kon wijzen en met lichte drankvleugels naartoe kon pochen te vliegen. Ze waren als de wolken: niemand kon ze bereiken, laat staan vangen en naar de aarde sleuren. Niemand met het kleinste beetje verstand zou stom genoeg zijn om dat te proberen.
Was het niet het verstand dat hen maakte tot wat ze waren? Toekomstige artsen, rechters, advocaten. Zij waren het die het land zouden leiden, die het gepeupel waar ze nu voor pretenderen op te komen zouden wijzen hoe ze zichzelf in de goot konden houden. Mannen van de logica, van de ratio. Mensen die het verschil tussen hemel en aarde kenden. Die wisten dat de mens niet gemaakt was om te vliegen.
Wie dat waagde, zou eindigen als Icarus: gebroken op de rotsen.
Als er iemand was die naar de zon zou vliegen, zou het Grantaire moeten zijn. Advocaat, rechter of arts zou hij nooit zijn. Als enige kunststudent in hun midden moest hij toch wel degene zijn die de aanloop zou nemen en zou springen. Was hij het immers niet die het schone bestudeerde? Leefde voor de uitbeelding van ideeën? Hoopte daar ooit van te leven?
Waarom leek hij dan de enige te zijn die de afgrond voor hun voeten kon zien?
Nog nooit had hij de dromen die de anderen hartstochtelijk uitkraamden serieus genomen. De woorden die Enjolras uitsprak, de manier waarop, het was werkelijk waar fabelachtig. Maar ze konden allemaal toch zien dat ze niets meer waren dan dat: sprookjes? Schone woorden, schone verhalen, maar je moest ze nooit letterlijk nemen. Zij waren de logica, de ratio. Voor hen was dat toch zeker duidelijk?
Maar op de fatale ochtend stroomden de woorden nog steeds even overtuigd uit zijn mond. Grantaire had een grappige opmerking over de opera gemaakt, die zoals gewoonlijk op een boze blik na weer genegeerd werd.
Hij kon het toch niet menen?
Dat het wel zo leek te zijn, kon hij nog steeds niet bevatten toen het wapengekletter om hen heen was losgebarsten. Met zijn fles in zijn hand danste hij tussen de revolvers, smeekte zijn vrienden naar hun verstand te luisteren.
Maar de studenten waren hun brandende zon achterna.
Woedend had hij zich dan maar verschanst in de wijnwinkel, fles aan zijn lippen. Hij verdomde het Icarus te zijn. Waarom konden ze niet zien dat zij die probeerden te vliegen enkel neergeschoten werden door het stomverbaasde leger?
De boze stemmen van datzelfde leger wekte hem uit zijn roes. De zon was zijn schuilplaats binnengedrongen. Hij stond voor het raam, klaar om geëxecuteerd te worden.
“Ik hoor bij hen! Leve de revolutie!” riep hij impulsief.
Zo raakte ook hij de rotsen.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.