Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Kidnapped with the person of my nightmares » deel 1
Kidnapped with the person of my nightmares
deel 1
Met veel tegenzin stap ik uit de auto. Weer typisch dat IK achter hun drank moet gaan, in het midden van de nacht, in een akelig tankstation, op mijn blote voeten! Ik heb niet eens de tijd gekregen om mijn schoenen aan te doen.
‘we zijn aan het sterven van de dorst!’ had mijn ma gezegd. Van de dorst? Van mijn gezaag zal het wel geweest zijn!
Hadden ze niet beter gevonden om de cd van mijn kleine zus op te leggen, namelijk één van tokio hotel. En ze weten zo dat ik hen niet kan horen!
‘ oh, kijk eens wat je zusje vergeten is in de auto? Een Cd van tokio hotel! Ik ga die eens opleggen, hé. Anders moeten we voortdurend luisteren naar een franse post.’
Vergeten?! Ze hebben hem expres uit mijn zus haar kamer gaan halen! En nu zal Zij héél het weekend hebben zitten treuren, omdat ze niet naar dat kabaal zal kunnen geluisterd hebben.
Zij had ten minste het verstand om niet mee te gaan op mijn ouders’ fameuze ‘shop weekend’ zoals ze het noemen. Zij had door dat we toch niets gingen krijgen. Ze hadden ons alleen maar nodig om hun zakken te dragen.
In ieder geval, ik ben blij dat we bijna thuis zijn!
Met koude voeten stap ik het kleine winkeltje binnen. Wat hadden ze nu weer juist nodig?
Ik ben het vergeten. water zal wel goed zijn! Met stampende voeten wandel, euhm, stamp ik naar de rij met de drank.
Moeilijke keuze: Evian of vittel? Welke heeft de leukste reclame?
Maar veel tijd om na te denken krijg ik niet, want mijn aandacht word getrokken door een immens kabaal. Voorzichtig ga ik gaan kijken wat er gebeurt. Ik zie vier mannen in zwarte kleren met bivakmuts de winkel binnen stappen. Ze hebben elk een pistool vast.
Shit! Ik hou me zo stil mogelijk en schuil achter de drankflessen.
Met een beetje geluk zijn ze alleen op de kassa uit en verlaten ze dan de winkel weer. Aandachtig luister ik wat één van hem fluistert tegen zijn compagnon.
‘zoek hem.’
Zoek hem? Naast me hoor ik iemand licht vloeken. Iets te ruw draai ik mijn hoofd, want ik bots tegen een fles die de onmenselijke stilte verbreekt door op de grond te vallen. Kalf dat ik ben! Ik kan mezelf op dit moment wel doodschieten!
‘ ja, ik heb hem!’ hoor ik één van de mannen zeggen. De stem is veel te dicht bij om goed te zijn. Bang draai ik mijn hoofd en zie de man vlak naast me staan. Hij neemt de persoon naast me beet, maar dan valt zijn oog op mij.
‘Please laat me gerust! Zie me niet, zie me niet.’ Bid ik in mijn binnenste. Maar alsof God proppen in zijn oren heeft, neemt een man me bruusk vast.
‘hmm, wat denk je? Nemen we die ook mee?’ vraagt hij aan een andere, waarschijnlijk de leider van de bende, want hij heeft voortdurend bevelen.
‘ doe maar.’ Nee! Ik begin luid te tieren. Maar dan raakt me iets hard tegen mijn slaap.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.