Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Na de boeken: De Terugkerende Vloek » De explosie
Na de boeken: De Terugkerende Vloek
De explosie
James viel op zijn gezicht. Het publiek moest vreselijk lachen. Het zag er ook best grappig uit, de twee Zwerkbal-teams die probeerden om in de lucht te komen, om te zweven op hun bezems zoals altijd, maar het lukte niet.
Achter hen had Madame Hooch de kist opengemaakt, maar er gebeurde daar ook niks. Geen Beukers of Snaaien die vlug wegvlogen, mensen aanvallend of juist wegvluchtend.
Toen dit tot de mensen op de tribune doordrong, viel het gelach stil en maakte plaats voor verbaasd gemompel. Albus merkte niet wat er om hem heen gebeurde, omdat hij zich ineens iets herinnerde.
Hij zag weer de kleedkamer voor zich. Hij zag Fred en Louis gebogen staan over een zwaar uitziende, houten kist en zag James tevoorschijn komen uit de voorraadkast, waar alle bezems stonden...
Hij voelde in zijn zak naar het Medaillon. Hij wist het nu zeker. Dit ding zoog op de een of andere manier de magie uit dingen. En iets zorgt daarvoor, maar wat en hoe en waarom...
Zodra hij hier weg was, zou hij het uitzoeken. En zodra hij het wist, zou hij het ding weggooien.
'Leerlingen!' Professor Anderling was opgestaan en bedaarde het onrustige publiek. Ze had haar stem magisch
'Het ziet ernaar uit dat er een probleem is met onze Zwerkbal-items. Zowel de ballen als de bezems lijken niet te kunnen zweven. Het spijt me u te moeten zeggen (en ze keek ook alsof ze het echt meende) dat de Zwerkbal-wedstrijd zal moeten worden... Afgelast'
Er werd wat geroepen en veel mensen schreeuwden 'boe!', maar het geluid verstomde al snel. Professor Anderling ging verder.
'Alstublieft, volg uw klassenoudsten naar de leerlingenkamers. Ik wil geen geroep, geschreeuw, gescheld of iets anders horen en ik wil geen onnodig oponthoud zien. Begrepen?'
Het publiek stond een beetje mokkend op en liep het stadion uit naar het kasteel. Het was gestopt met regenen en de wind was weer wat gaan liggen.
Toen ze weer op het gras stonden, nam Albus Alice apart.
'Zeg op', begon hij, en hij sloeg zijn armen over elkaar.
'Zeg wat?', antwoordde Alice en zij sloeg ook uitdagend haar armen over elkaar.
'Jij weet hier meer van. Geef toe!'
'Da's niet waar! Waarom ga je het niet aan Clairissa vragen, die schijnt hier alles te weten...'
'Nu even niet, Alice! Roos en Mirthe liggen in de ziekenzaal!'
Alice' zekere houding veranderde en ze keek schuldig weg. Op dat moment kwamen Clairissa en Scorpius aangelopen. Albus trok zich er niets van aan.
Hij haalde het Medaillon uit zijn zak en hield het voor haar gezicht. 'Jij weet waar deze vandaan komt, Alice! Vertel het, voor er nog meer gewonden vallen!'
Alice pakte de ketting voorzichtig en bekeek het. Ze leek verrast door zijn plotselinge uitbarsting.
Clairissa leek ook te schrikken. 'Wat moest jij met dat ding?'
'Ik hield het bij me, wat had ik anders moeten doen?'
Je kunt hem niet bij je houden, dat ding is gevaarlijk! Het mag jou geen pijn doen!'
'Ja, dat is toch juist het punt- Wacht, wat?'
'Geef hier dat ding!' Ze maakte een plotselinge beweging, alsof ze het Medaillon uit Alice' hand wilde grissen, maar zodra ze het ding aanraakte gebeurde er iets.
Hij hoorde een knal en Albus werd achteruit geblazen, net als Scorpius en Alice. Clairissa kon hij niet meer zien en hij moest niet denken aan wat er met haar gebeurd kon zijn.
De explosie was overal te horen, trilde door de lucht en door elke vezel van zijn lichaam. Hij hoorde de schreeuwen van nabije mensen niet die net ver weg genoeg stonden om niet zoals hij door de lucht geworpen te worden. Alles leek in slowmotion te gebeuren.
Albus zag het Medaillon verdwijnen in de nabije bossen, maar het scheelde hem niks. Hij was bezorgd om zijn vrienden, om Roos en Mirthe, en zelfs Fatima en Griffin een beetje, vor de school, voor zijn ouders, James,
Lily... Hij was bang dat hij het niet zou overleven. En boven dit alles kon hij haar horen schreeuwen: 'Albus!'
'Wat?'
'Roos'... Boek!'
En toen viel hij pas.
'Albus! Albus! Albus, word wakker, sufferd!' James stond over zijn broer heen gebogen en gaf hem een klap in het gezicht. Hij begon een beetje paniekerig te worden en al zou het nooit toegeven, er ontsnapte een traantje uit zijn ooghoek.
'Albus! Verdomme idioot, wordt wakker!'
Een groepje had zich er omheen verzameld en Scorpius kwam er bij staan. Hij hinkte een beetje en zijn armen armen geschaafd, maar verder leek hij gelukkig oke.
'Al-Albus?', vroeg hij verbaasd. 'Albus, sta op... Wat is er met hem?'
'Niks vreselijks' Clairissa kwam aanlopen, niet hinkend, zonder schaafwonden, eigenlijk leek ze nog gezonder dan anders. 'Maar Alice daarachter, die heeft een serieus probleem'
'Albus!' Scorpius sloeg hem in het gezicht, maar hij begon zich af te vragen of dat het niet juist erger maakte. 'Aaaaaaaaalbuuuuuuuuuuuus!'
Albus schrok op. Scorpius en James haalden opgelucht adem.
'Eindelijk idioot, we proberen je al eeuwen wakker te maken! We dachten dat je...'
'Ja, ik ook even' Albus stond zonder moeite op. Hij nam de twee jongens in zich op; Scorpius zag er niet goed uit, maar hij leek er zelf geen aandacht meer aan te schenken, en James gezicht was helemaal rood, al begreep Albus niet waarom. Hij had hem nog nooit zo gezien.
'Wacht, hoe laat is het? De explosie... Hoe was de wedstrijd? Wacht nee... Waar is Alice? En Clairissa? Het Medaillon ligt in de bossen... Ik moet Roos vinden, wacht nee, haar boek! Maar welke?'
'Wow, rustig aan maat, je praat wartaal. Waar heb je het over?'
'Wartaal. Ik moet nu naar Roos toe!'
Hij rende over het grasveld naar het kasteel, op de voet gevolgd door Scorpius en James, door de houten poorten en de gangen en stopte niet met rennen tot hij uitgeput bij de ziekenzaal aankwam. Daar waren professor Veridiaan en Madame Plijster net bezig Alice op een brancard binnen te brengen. Albus' verkrampte even toen hij dat zag, maar zodra hij zijn kans zag glipte hij onder hun armen door de zaal in.
'Hey! Jij daar, jongen, kom terug! De ziekenzaal is verboden terrein, je kunt de patienten verstoren! Brulde Madame Plijster, maar Albus luisterde niet. Hij rende naar het bed waar hij herinnerde dat Roos lag. Daar lagen twee boeken op het nachtkastje; De twee boeken die Roos meenam op de dag van de Ijsbibliotheek, het Griffin-sculptuur en Roos die, zeg maar, in coma belandde.
Hij greep de twee boeken, keek even naar Roos en zei: 'Geen zorgen, ik zal erachter komen wat er aan de hand is'
Hij rende Madame Plijster en professor Veridiaan voorbij en stopte weer niet tot hij bij de leerlingenkamer van Griffoendor was.
'Suikerpot', zei hij en het portretgat ging open. Hij was uitgeput.
Omgg ik MOEET de rest snel lezen!!