Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Schrijfwedstrijden » 1 - De brug tussen twee geslachten

Schrijfwedstrijden

15 okt 2015 - 21:00

1337

5

442



1 - De brug tussen twee geslachten

Het is 8 augustus. Nomi is zestien jaar oud en heeft van haar moeder toestemming gekregen om te kamperen met twee vriendinnetjes (die ze uiteraard niet via internet kent en die haar natuurlijk alleen kennen als Michael); een vergeefse poging om toch nog ergens bij te horen.

(‘Mam, ik denk dat het me goed zal doen om te kamperen met deze meisjes. Ik heb het gevoel dat ze me… dat ik me dan echt weer mezelf voel, weet je wel?’
Haar meest suggestieve glimlach; natuurlijk hapte haar moeder gretig toe.)
(De condooms die de vrouw voor haar zoon gekocht had – )

Twee paar afgetrapte gympen liggen naast de brug, drie zwarte en een witte sok er willekeurig omheen gedrapeerd. De zon brandt op blote voeten, gras kietelt tussen vrije tenen. Het is alsof alle zorgen van de twee meisjes als een onzichtbare energie aan de schoenen gekleefd zaten; zonder hun schoeisel zijn ze vrij van alles wat hen ooit tegengehouden heeft, vrij om met volle intensiteit te genieten van het gras tussen hun tenen en de zon op hun ontblote ruggen.
Nomi niet. Ze is zestien en zich, meer nog dan andere meisjes van haar leeftijd, extreem bewust van haar lichaam. Ze verhult haar benen in een lange zwembroek, haar platte borst onder een shirt en haar voeten in haar schoenen.

‘Als je je schoenen niet uittrekt, ben je geen echte fan van de Backstreet Boys!’
Ze houdt überhaupt niet van de Backstreet Boys; luistert veel liever naar Queen en Nirvana, maar het lijkt een typisch meisjesding te zijn en ze is bereid om te doen alsof ze fan is van de boyband, als dat betekent dat ze een meisje kan zijn.

(De fles olijfolie die ze kapot hebben laten vallen, de vloeistof die zich onbeschaamd verspreidde over de grond, tussen hun blote tenen, de glasscherven die zelfs de tere huid onder de voeten van de meisjes met rust liet – )
(Hun meisjesachtige gegiechel – )

Nomi sluit haar ogen. Het gaat er niet om dat de meisjes haar niet zullen accepteren als Michael; het gaat erom dat ze zichzelf niet accepteert als Michael.

Aan de overkant van de rivier ligt een voetbalclub, waar zojuist de blessuretijd afgelopen is. De jonge voetballers komen het veld af gerend, trekken ongegeneerd hun shirt uit en besluiten dat hun sportbroekjes wel als zwembroek kunnen fungeren. Nomi ziet hun platte borst, hun rechte heupen, zoals de hare –
Ze frunnikt aan de zoom van haar shirt terwijl de jongens achter elkaar de brug op rennen en eraf springen met een gracieuze zekerheid die het doet lijken alsof ze de hele dag niets anders doen dan van drie meter hoogte bommetjes maken in troebel water.
Nomi’s vriendinnetjes zijn geïnspireerd.
Of Nomi ook mee wil?

Het is 8 augustus. Het zal nog exact twaalf jaar duren voor Nomi geclusterd wordt. Nog 4383 dagen die ze alleen in haar eigen hoofd door kan brengen.

‘Als je niet van de burg springt, ben je geen echte fan van de Backstreet Boys!’
De meisjes blijven afwachtend staan, bovenop de brug in kwestie, afwachtend, alsof ze verwachten dat Nomi –

Ze mist het internet. Op het internet zijn er alleen haar geabstraheerde gedachten; gefilterd en verbogen. Foto’s van haar hoofd, van die ene dag dat ze zich aan mama’s make-up heeft vergrepen.
(De dagen erna was haar gezicht niet gesierd door oogschaduw en lippenstift, maar door bloeduitstortingen.)
Ze mist de controle. Op het internet staat ze boven iedereen; haar blog wordt dagelijks door een kleine honderd mensen gelezen en ze kan hacken als de beste.
Hier is alles wat ze heeft haar shirt, de zoom van welke haar vingers enige afleiding gunt; al haar onzekerheden vlammend in de felle hitte van de zon. De hel –

‘Nomi! Kom nou!’
De meisjes durven zelf niet, tegengehouden door de rationele angst die de meeste mensen ervan zou weerhouden van bruggen af te springen. Alsof Nomi’s deelname die angst uit kan schakelen.
(Als zij zelfs meedoet, dan moet het wel veilig zijn – zij doet zelfs haar schoenen niet uit omdat ze bang is om in glas te staan!)
Nomi gaat niet mee.

De zon schijnt fel op het water, verblindt Nomi als ze ernaar probeert te kijken – als een beeldscherm waarvan de helderheid niet goed afgesteld staat.
(Alle blonde meisjes die doen alsof een verblindend helder beeldscherm de hemel is omdat ze dan beter kunnen zien hoe blauw de ogen van hun favoriete Backstreet Boy zijn.)
(‘Denk je dat ik bruin kan worden van dit licht?’)

‘Spring dan!’ roept één van de voetballertjes naar de twee meisjes bovenop de brug. ‘Zijn jullie bang of zo?’
Hij is minstens vijf jaar jonger. In de echte wereld is het raar dat hij zo tegen de meisjes durft te praten.
‘Nee!’ giechelen ze, ‘maar je moet het eerst nog een keer voordoen!’
De jongen gaat op de rand van de brug staan en springt eraf in een irrelevante wirwar van dansende ledematen.
‘Nu jullie!’ roept hij, zodra zijn hoofd het wateroppervlak weer breekt.
‘Nee!’ roepen de meisjes, giechelend zoals Nomi in haar dromen ook doet.
‘Ik kom jullie duwen!’ dreigt de jongen, terwijl hij zichzelf op de oever trekt. Hij is al halverwege de brug als de meisjes de irrationele moed vinden om zich hand in hand richting het water te storten.

Ze vraagt zich af hoe het voelt; de vingers die door de kracht van het water uit hun verstrengeling worden gerukt, direct grijpend op zoek naar hetgeen hen zojuist ontnomen is. Om haar heen niets dan groenbruin water, onder haar, boven haar, drukkend tegen haar trommelvliezen, prikkend in haar neus en ogen. De trappelende voeten die zich door de groenbruine massa heen een weg naar de oppervlakte proberen te stuwen, half om half verwachtend elk moment een vis de hersens in te trappen, longen schreeuwend om zuurstof maar de hersenen zich ervan bewust dat er nog genoeg tijd is; alsmaar omhoog trappelend, omhoog –
De borstjes die zich met behulp van de kracht van het water uit de bikinitopjes bevrijden –

Binnen een halve minuut staan de meisjes alweer op de oever, bikini’s netjes terug over hun borsten getrokken, de voetballertjes juichend.
Waterdruppeltjes kriebelen langs hun ontblote huid naar beneden. Nomi kan ze bijna voelen, op haar eigen huid, langs haar eigen nek, mee met de zwaartekracht, richting de ronding van haar borsten –
‘Nomi!’ roepen de meisjes. ‘Nomi, kijk, het is veilig! We leven nog! Kom je nu ook?’
‘Ik heb het koud,’ spreekt haar angst.
‘Het is dertig graden!’
‘Het is zo vet!’
‘Nomi…’
‘Er kan niets misgaan.’
‘Iedereen doet het.’
De waterdruppeltjes langs hun sleutelbenen. De zon weerspiegeld in de natte rondingen van hun borsten –

Nomi sluit haar ogen. Het gaat er niet om dat de meisjes haar niet zullen accepteren als Michael; het gaat erom dat ze zichzelf niet accepteert als Michael.

Ze mag de meisjes niet meer. Sterker nog: ze haat de meisjes. Ze hadden haar moeten helpen, haar het gevoel moeten geven dat ze echt een meisje was; ze hadden er niet in moeten wrijven dat ze gevangen zit in een lichaam dat niet het hare hoort te zijn. Ze wil het gras voelen kietelen tussen haar eigen tenen, haar meisjestenen met roodgelakte nageltjes. Ze wil borsten hebben om de slootwaterdruppels langs naar beneden te laten glijden. De meisjes hadden haar moeten helpen; geen kloof in hun vriendschap moeten springen omdat er toevallig een brug naast hun camping staat en omdat zij toevallig wel gezegend zijn met een lichaam dat hoort bij hun geest.

De meisjes rennen hand in hand de brug op om nogmaals te springen; Nomi staat op en rent richting de camping om haar spullen te pakken – (de condooms die haar moeder voor haar zoon gekocht heeft, die nog steeds diep weggestopt in haar tas zitten, zal ze onderweg weggooien) – en de bus naar huis te pakken. Thuis wordt ze dan wel niet geaccepteerd als Nomi, maar haar ouders zijn rijk en hebben een computer met internettoegang en een beeldscherm waarvan Nomi de helderheid zelf onder controle heeft.

Het is 8 augustus. Nomi moet nog zeven jaar wachten (2555 eenzame dagen) voor Amanita haar eindelijk het zelfvertrouwen zal geven dat ze nodig heeft om het gras tussen haar tenen te laten kietelen.


Reacties:


Kayley
Kayley zei op 18 okt 2015 - 15:22:
Dit was echt heel erg mooi. Arme Nomi. </3
Ik vind het trouwens goed gedaan met je versnipperde stukjes, zeg maar. Het was niet verwarrend, het had juist een meerwaarde, vond ik.
En je anekdote is mooi uiteen gezet. Ik denk niet dat je 't met modern au asoiaf beter had kunnen doen dan dit. <3


MoonRocker zei op 16 okt 2015 - 19:24:
MEIN HERZ ._.


xjeszell
xjeszell zei op 16 okt 2015 - 9:49:
Deze is zooo goed en nice en en, ja. Vind het ook zo cool wat je ermee gedaan hebt. ^^


NaNaa
NaNaa zei op 15 okt 2015 - 18:35:
Oh, en het is leuk dat je 1337 woorden heb want Nomi met haar internet en - ja. Waarschijnlijk totaal onopzettelijk maar dat geeft verder niet.


NaNaa
NaNaa zei op 15 okt 2015 - 18:34:
Nou ik voel me bijna schuldig. Anyway. Hij was cooool maar echt jaaa. Ik zie 't weer helemaal voor me. Behalve dan nou ja. Ik vind de titel ook echt suuper cool en netjes en en ja. Nee, goed gedaan. Maar echt.