Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Schrijfwedstrijden » Wesp

Schrijfwedstrijden

20 okt 2015 - 18:29

1375

1

250



Wesp

Het was een aardig appartementje dat ze gehuurd hadden, in de buurt van de Chiemsee in Beieren. Weliswaar lag het onderkomen op de eerste etage, maar daar tegenover stond wel dat ze een balkon hadden met uitzicht op het westen, zodat ze elke avond konden genieten van de ondergaande zon achter de bergen in de verte. De prachtige avondkleuren weerspiegelden in het water van de Chiemsee, een groot en langgerekt meer, waar vele watersporters hun paradijs vonden.
Ze hadden zojuist een biertje ingeschonken en de meegebrachte tuinstoelen klaargezet. Een klein tafeltje uit de slaapkamer stond tussen de stoelen in. Het paste allemaal precies op het balkonnetje. Er bleef nog net genoeg ruimte over om achter de stoelen langs, door de openstaande deuren naar binnen en buiten te gaan. Het eenkamerappartement hadden ze gehuurd via een vaag reisbureau in Chicago; de driezitsbank moesten ze ’s avonds uitklappen tot bed.
‘Nou, proost dan maar, Louis,’ zei hij, waarna hij zijn onmiskenbaar groene flesje in de lucht hief.
‘Insgelijks,’ antwoordde de jongen, ‘wat zitten wij hier fijn, hè?’
Dat vond Liam ook en hij graaide zonder te kijken in de zak met paprikachips. Een vredig tafereeltje in de vroege avondstilte. De jongen wilde net even zijn ogen sluiten, toen hij gealarmeerd werd door een geluid dat steeds dichterbij kwam. Verveeld wuifde Liam met zijn hand om het beest te verjagen, maar ineens besefte hij dat hetgeen wat hij geestdriftig aan het meppen was geweest geen mug was. Een hoornaar van een ruime drie centimeter lang zweefde boven zijn hoofd, klaar om hem lek te steken.
‘Godver-, ’ riep Liam. Hij vloog uit zijn stoeltje, dat achterover kantelde tegen de opengeslagen balkondeuren, schoot als een pijl de kamer in en schoof met een zware dreun de schuifpui dicht. Vanachter het raam zei hij: ‘Als dat ding je steekt, ben je er geweest.’
‘Stel je niet zo aan,’ zei Louis, die de hele situatie nogal komisch vond. ‘Ben je bang voor zo’n klein beestje? Hier, weg ermee.’
Louis grijnsde breed voordat hij uithaalde naar de wesp. Dat is juist hetgeen wat je niet moet doen als je in de buurt bent van zo’n beest, want daar zijn ze niet van gediend. Zo ook deze niet. In plaats van te vluchten, viel hij de jongen aan, die opzij probeerde te stappen. Hij zag echter over het hoofd dat het hele balkonnetje gevuld was met meubels waarvan er eentje achterover lag. Bijna lag ook Louis achterover, maar hij wist zich staande te houden. Hij schoof het tuinmeubilair zo ver mogelijk naar voren, terwijl de hoornaar een nieuwe aanval inzette.
‘Wat een klote beest.’
Louis begon wild om zich heen te slaan zonder de hoornaar te raken, waardoor bij hem ook lichte paniek in begon te slaan. ‘Doe die deur eens open,’ smeekte hij zijn vriend. Achter de deur zag hij Liam breedgrijnzend staan, die vrolijk “nee” schudde en vervolgens de deur in het nachtslot draaide. Louis mompelde een paar vloekwoorden en rende van links naar rechts over het balkon, sloeg op de glazen deur en schreeuwde dat Liam verdomme open moest doen, maar die leek druk te zijn met het bestuderen van zijn nagels. Na een tijdje keek hij op en volgde de hoornaar met zijn ogen.
‘Daar,’ concludeerde hij, ‘achter je.’
Louis draaide zich bruusk om en zag de hoornaar laag in de buurt van zijn blote benen. In een fractie van een seconde sprong hij op een stoel. De hoornaar zag zijn kans schoon en stak hem vlak boven zijn knie, net onder de pijp van zijn korte zomerbroek. Een steek van een wesp doet pijn, maar die van een hoornaar is zonder twijfel nog tien keer zo pijnlijk. Louis slaakte een doodskreet, probeerde nog verder achteruit te gaan en tuimelde zo over de rand van het balkon. Een wegstervende schreeuw en een doffe plof die bevestigde dat hij geland was in de lage struiken. Een ogenblik was er een tastbare stilte. Achter het veilige glas van de balkondeur stond Liam aan de grond genageld. Totaal verstard, als een standbeeld, bleef hij daar staan. Hij stond er zelfs nog toen de deur openging en een grommende Louis hinkend de kamer binnenkwam. Hij viel neer op het bed, dat ze uit gemakzucht niet meer tot een bank hadden opgebouwd. Samen bekeken ze zijn been, waarop een lelijke zwelling aan het licht kwam, die alleen maar groter leek te worden. Louis begon te kermen van pijn en angst. Liam besloot, uiteindelijk kordaat, het alarmnummer te bellen dat naast het hoofdeinde van het bed op het nachtkastje lag.
‘Schnell kommen,’ stamelde hij in gebrekkig Duits dat hij zeven jaar geleden tijdens Duitse les had geleerd, ‘mein Freund ist von Balkon nedergedunderd.’
Gelukkig werken de Duitse instanties “grundlich und püntlich” en stond er binnen enkele minuten een ambulance voor de deur. Al gauw werd vastgesteld, dat het been van Louis zo goed als zeker gebroken was. Dus daar ging hij, op de brancard, in de ambulance naar het ziekenhuis van Seebrück. Weg vakantie, weg glaasje bier bij zonsondergang en vooral weg vriendschap tussen hen want Louis was woedend, zeg maar gerust duivels, dat Liam (die van spijt niet wist waar hij het zoeken moest) hem niet binnen had gelaten.
Liam zijn uiterste best om het Louis zoveel mogelijk naar de zin te maken. Dat bleef hij doen, ook toen hij na de nacht in het hospitaal met de rolstoel weer naar huis mocht. Omdat de vakantie nu toch al in het water gelopen was, besloten ze eerder terug naar Wolverhampton te gaan. De rolstoel mocht hij meenemen en daar inleveren, als hij deze niet meer nodig was. En Liam zich maar uitsloven. Kopje thee op bed, biertje op tijd, krant bij het ontbijt, pizza wanneer hij zin had en ga zo maar door. Hij vervulde zogezegd al Louis’ wensen, alleen maar om zijn nalatigheid goed te maken. Ook toen zijn gips er na zes weken af mocht, bleef Louis in de rolstoel en verzorgde Liam hem als een of andere sultan uit het Verre Oosten. Je zou zeggen, dat Louis na twee à drie maanden wel weer zou moeten kunnen lopen, maar dat was niet het geval. Hij wist het te rekken tot een kleine zes maanden voordat Liam eindelijk argwaan kreeg. Kijk, Liam is een aardige en simpel meegaande jongen, maar ook hij heeft zijn grenzen. En als die grenzen bereikt zijn, berg je dan maar voor diezelfde jongen. Toen hij eenmaal in de gaten had, dat hij al maandenlang door die zielige mankepoot belazerd was, trok hij zijn plan.
‘We gaan boodschappen doen,’ sprak hij op een toon die geen tegenspraak duldde. Zwijgend greep hij Louis’ jas van het haakje en duwde hem de woonkamer uit. Louis voelde de spanning stijgen en een naar gevoel omklemde zijn hart.
‘Gast, wat heb jij toch?’ vroeg hij voordat ze de trap bereikt hadden.
‘Moet jij eens opletten, wat ik heb,’ antwoordde de andere jongen met duidelijk ingehouden woede. Boven aan de trap hield hij halt. De traplift die tijdelijk was geïnstalleerd, was beneden.
Hij zuchtte diep en zei: ‘Zo, en nou lopen, klootzak.’ Louis wist niet wat hij hoorde. Zo had Liam hem nog nooit tegengesproken.
‘Ja, maar je kan de lift toch wel even-‘ verder kwam hij niet, want hij voelde hoe de rolstoel van achteren opgetild werd.
‘Lopen,’ beval Liam snauwend. ‘Lopen, anders sodemieter ik je met rolstoel en al de trap af, begrepen?’
Louis wist niet hoe snel hij de trap af moest rennen, voor zover zijn verzwakte benen hem konden dragen. Maar goed, hij kwam redelijk snel beneden. Liam volgde met de rolstoel, terwijl Louis intussen over zijn zere benen wreef. De jongen opende de voordeur, zette de stoel op straat en ging er zonder pardon in zitten.
‘Zo,’ zei hij, ‘en nou rijden. De komende zes maanden ben ik aan de beurt. Schiet op, rijden, anders vertel ik iedereen dat je het met Harry Styles gedaan hebt!’
‘Liam, wat heb jij nou?’ vroeg een passerende buurvrouw nieuwsgierig.
‘Ik ben van de trap gevallen en nu moet ik zes maanden met mijn been omhoog.’ Liam draaide zich verwoed om naar Louis. ‘Nou, hoe zit het? Duwen we nog of moet ik hier zes maanden voor de deur blijven zitten?’
Het was me de vakantie wel. Samen waren ze er toch bijna een jaar zoet mee.


Reacties:


Kayley
Kayley zei op 20 okt 2015 - 18:09:
Die laatste zin maakte 'm mooi af. Ik ben niet zo van de One Direction-fics, maar ik vond je SA wel leuk!