Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » you keep blurring in my mind [5/10] » 4. these tracks left behind

you keep blurring in my mind [5/10]

9 mei 2016 - 22:03

1961

8

818



4. these tracks left behind

Ik weet niet wat ik moet zeggen om haar te troosten. Wat kán ik zeggen? School bereidt je niet voor op situaties als de onze; zelfs training met Perkamentus of lessen van Sneep zouden me hier niets voor aangeleerd kunnen hebben.
Rons gedachten lezen door middel van Legilimentie zou een optie kunnen zijn, als ik ooit had geleerd hoe dat te doen. Mijn eigen gedachten afsluiten heb ik nooit gekund, niet dat dat hier zou helpen.
Dus—wat? Wat kan ik in godsnaam doen, in een parallelle tijdlijn waar ik niet met Ginny maar met Draco samen blijk te zijn, waar Ron en Belinda Broom een kind (een kind!) hebben, waar Hermelien een andere Wemel aan de haak geslagen heeft.
Wie weet wat er nog aangepast is door onze laatste trip door de tijd.
Het enige dat ik kan bedenken te doen, is Hermelien steviger tegen me aandrukken. Haar gesnik sterft uiteindelijk weg, wordt vervangen door gehik dat na een tijdje ook verdwijnt en dan is het muisstil.
Ik verbreek het door te zeggen: “Ik ben verloofd met Draco Malfidus.”
Hermeliens hoofd zwiept zo snel omhoog dat ze tegen mijn kin aanbotst. Ik trek mijn armen terug en wrijf over de pijnlijke plek.
“Dráco? Je bent met—maar—huh?”
“Ik weet het.”
Ze kijkt naar me op alsof ik een puzzel ben waaraan ze zich wil wagen, duizenden stukjes die elke paar minuten ook nog eens van vorm veranderen, omdat het kan. Dan fronst ze haar wenkbrauwen, haar eigen problemen voor even vergeten. “Heb je gevoelens voor hem?”
Van alle dingen die ze had kunnen zeggen...
“Nee, natuurlijk niet.” Ik rol met mijn ogen. Ik, gevoelens voor Malfidus? Alsof dat ooit zou kunnen. “Waarom vraag je dat zelfs?”
“Nou...” Haar wangen kleuren iets roder dan de vlekken die al op haar gezicht waren. Ik zou het niet eens gemerkt hebben als ze niet zo dichtbij stond. “Ron was al eens samen met Belinda en ik heb ooit gevoelens gehad voor Fred, dus—”
“Wat?”
Ik weet niet hoeveel nieuwe informatie mijn arme, mishandelde brein aan kan voor het besluit dat dit het niet meer waard bij te proberen houden en de stekker eruit trekt. Zouden ze me laten leven als zombie, omdat ik dé Harry Potter ben?
“Toen we nog jong waren! Ik was ellf en Fred was aardig tegen me toen hij me ’s nachts tegenkwam tijdens het studeren. Weet je wat voor een indruk dat op me maakte? Niemand was aardig tegen me toen. Maar er is niets van gekomen, echt waar niet.” Ze leunt van me weg, tegen de muur aan, en haalt zuchtend een hand door haar altijd warrige bos haar. “Maar... Draco Malfidus?”
Ik kreun terwijl ik mijn slapen masseer. “Ik dacht dat het een grap was of dat hij iets van plan was. Maar het is écht.”
“Ik wist niet eens dat je ook voor mannen... Ben je biseksueel?”
Ik haal mijn schouders op. Behalve voor een korte maar intense admiratie voor Viktor Kruml en een warm íets voor Carlo Kannewasser had ik er nooit echt aandacht aan besteed, maar— “Waarschijnlijk wel, ja. Alleen zou ik dan nog niet voor Draco gaan. Die glibberige, arrogante kwal.”
“Die veranderd is,” werpt ze snel tussen. Dan kijkt ze me aan en glimlacht voorzichtig. “Ik krijg steeds—naar jou kijken brengt herinneringen naar boven van déze tijdlijn. Jullie lijken echt gelukkig samen.”
Ze neemt mijn hand vast en beweegt haar duim zachtjes over mijn knokkels terwijl ik daarover nadenk. Als het echt is, moet deze versie van mezelf, in deze parallelle tijdlijn, van Draco houden. Oprecht, intens houden. Anders zou ik hem toch nooit ten huwelijk gevraagd hebben?
En dan—Draco houdt ook van mij. Anders zou hij toch geen ja gezegd hebben?
“Laten we terug naar binnen gaan. Na vanavond kunnen we dingen onderzoeken en... kijken of we iets kunnen bedenken. Loena heeft onze Tijdverdrijver nog, dus we kunnen terug.”
“En Ron dan?”
Mijn tanden drukken in de binnenkant van mijn wang.
(Wat niet weet, niet deert.)

Het is compleet absurd om Hermelien in de armen van Fred Wemel te zien liggen. Echt volledig gestoord. Maar als ze er niet bij nadenkt, smelt ze tegen zijn lichaam aan alsof ze het gewoon is dat te doen. Wanneer de frons van haar voorhoofd vervaagt – Fred kroelt zijn vingers door haar haren – passen ze nog best goed samen.
En hoewel Ron heel gedecideerd in deze tijd wil blijven, volgens Hermelien, mis ik zijn jaloerse blikken naar zijn ex-vriendin niet.
Terwijl hij en Belinda er ook goed uitzien samen, veel beter dan ze dat deden in hun zesde jaar. Belinda is volwassener; de manier waarop ze naar Ron en hun dochter kijkt, is niet die van een meisje met een obsessieve verliefdheid maar die van een vrouw die van haar gezin houdt, die haar gezin nódig heeft.
Want onder de nieuwe laag zelfvertrouwen die meteen in het oog springt, is er het nerveuze taptaptap van haar vinger tegen haar been en rimpels om haar ogen en op haar voorhoofd die er drie jaar geleden nog niet waren.
Maar drie jaar geleden was ze wel dood.
En ik besef me, met een scherpe pijn, dat ik mijn vrienden uit elkaar gerukt heb door Belinda te laten overleven. Het voelt alsof ik helemaal in de knoop lig—niemand hoort zich schuldig te voelen over het redden van iemands leven.
Ik ben zo diep in gedachten verzonken dat ik de schuchtere tik tegen mijn schouder pas voel als het een por wordt, vergezeld van een, “Harry, ben je er wel?”
Draco staat achter me. In het Nest. En dat vindt iedereen volkomen normaal. De enige die even verward kijkt, is Ron. Een frons tekent zich af op zijn voorhoofd en zijn ogen flitsen tussen mij en Draco, maar dan klikt er iets en glimlacht hij.
Zouden Rons herinneringen van de andere tijdlijn al volledig weg zijn?
Hoeveel heb ik er nog?
Voor ik een trip in mijn herinneringen kan maken, gaat Draco naast me zitten en neemt mijn hand in de zijne. Zijn vingers zijn koud (dat zijn ze altijd). Onder zijn lange jas draagt hij het lindegroene gewaad van een Heler. Zijn ogen focussen op mij, onderzoeken me zoals alleen een dokter dat kan (zoals alleen een geliefde dat kan).
Ik word er onwennig van, maar ik trek mijn hand niet terug, wend mijn blik niet af. Een versie van mij houdt van deze jongen. Ik weet niet hoe lang we hier nog blijven, maar dingen accepteren is makkelijker dan ze te blijven bevechten. Er gaat te veel energie aan verloren, energie die ik beter investeer in deze tijdlijn uitvogelen.
Dus vraag ik: “Hoe was werk?”
De opluchting die door zijn nervositeit breekt, doet heel zijn gezicht oplichten. Hij kust mijn vingertoppen, krult zich op in mijn zij en begint te vertellen.

Het is verbazingwekkend hoe comfortabel de rest van de avond verloopt. Af en toe vang ik Hermeliens blik en word ik me er weer van bewust dat dit niet écht mijn leven is, toch niet voor zover ik het al meegemaakt heb, maar niet veel later zink ik weer weg in warme, zachte vergetelheid.
De eerste keer dat Draco me zoent, verslik ik me in mijn eigen speeksel. De tweede keer slik ik zijn tong bijna door. Maar de derde—oh, de derde.
Zijn hand is een vuist in mijn trui, mijn armen zijn om zijn middel geslagen, en pas als er om ons heen gekucht wordt, besef ik dat ik hem in mijn schoot heb getrokken en dat de geluidjes zich niet in mijn hoofd afspeelden.

“Het is allemaal zo verwarrend,” mompelt Hermelien wanneer we na het eten de tafel schoonvegen en de vaat met magie in het warme water dompelen. “Jij en Draco... Een deel van me vindt het zo normaal, zo lief, en dan een ander deel herinnert zich alleen maar hoe erg je hem op school haatte.”
Ik krab in mijn haar met mijn toverstok, waardoor de schaal die ik liet zweven in duizend stukjes uiteen barst op de grond. Na een strakke, korte beweging en het woord ‘Reparo,’ zet het zichzelf weer in elkaar. Ik kijk naar Hermelien. “Dat heb ik ook. Het is gevaarlijk gemakkelijk om in deze tijdlijn te verdwalen.”
“Verdwalen?”
“Ja, nou, dat ik me de andere niet herinner.”
Haar ogen worden groot en ze sjort aan mijn mouw. “Dat mag je niet doen, Harry. Zo laat je de herinneringen toe je andere te wissen.”
“Maar-”
“Harry, je moet er echt tegen vechten. Dan zie je maar twee werkelijkheden tegelijkertijd. Wie weet is dit proces niet omkeerbaar en dan-”
“Waar zijn jullie twee over aan het fluisteren?” Fred en George slenteren de keuken in, identieke grijnzen op een bijna identieke gezichten. De eerste drukt een kus tegen Hermeliens wang in het voorbij komen, George probeert dat ook maar wordt door zijn broer aan de kraag weggetrokken.
“Oh, niets. Werkdingen. Harry en ik gaan morgen weer aan het werk.”
“Echt waar?” Ze bliksemt me nog net niet dood met haar blik. “Oh ja, ja, dat gaan we doen. Weer aan het werk. Want zo zijn we, heh.”
Wanneer ze weg zijn, durf ik eindelijk te vragen: “Waarom gaan we weer werken? Kunnen we niet beter de vrije tijd gebruiken om dit te onderzoeken?”
“... Harry, waar werken we?”
Ik speur mijn gedachten af om te checken dat ik nog steeds op het Schouwershoofdkwartier werk, zeg dan: “Op het Ministerie, waarom?” Het duurt een halve minuut voor ik mijn hand tegen mijn voorhoofd druk en zucht. “Oh ja.”

Pas wanneer Draco en ik weer thuis aankomen, denk ik eraan dat ik nog niet met Ron gepraat heb. Ik zucht en doe daardoor Draco fronsen.
Sinds Hermelien me er op gewezen heeft, probeer ik de twee werkelijkheden naast elkaar te zetten om de verschillen te zien, om te onthouden wat de juiste kant is. Maar het is als een bril waarvan maar één glas de juiste sterkte heeft—mijn leven met Draco is helderscherp, mijn leven met Ginny wordt steeds troebeler.
Ik krijg er alleen maar hoofdpijn van.
“Komaan, jij hebt rust nodig.” Draco leidt me naar ons bed. Iets in me wordt week als ik hem voor me zie knielen om mijn veters los te peuteren en mijn schoenen uit te doen. Ik wil hem zeggen dat ik me best zelf uit kan kleden, maar hij lijkt echt voor me te willen zorgen en daar word ik nog weker van.
Zo voelt liefde. Ik tril van die gedachte. Ik hield (houd! Ik houd) van Ginny en zij zorgde ook voor me, maar anders. Ze was harder.
Draco’s vingers zijn zacht maar snel terwijl ze me van mijn T-shirt en broek ontdoen en dan om mijn hand wikkelen om me neer te doen liggen. Hij drukt een kus op mijn voorhoofd en stopt me toe en
—“Ik hou van je.”
Hij glimlacht; kust de tip van mijn neus, de hoek van mijn mond, het laagste puntje van mijn kin. “Ik ook van jou.”
Ik weet niet meer wat waar is, wie ik ben, waarom de dingen zijn zoals ze zijn. Maar ik sluit mijn ogen en val zo snel in slaap dat ik me er vandaag geen zorgen meer om kan maken.

De plaats naast me is koud, de dekens netjes gladgestreken. Ik grabbel naar mijn bril en kam mijn haren met mijn vingers. Het laatste beetje van mijn droom glijdt als zand een zwart gat in, zodat er nog maar één gedachte in mijn hoofd blijft: wat is echt?
Het is een gigantische gedachte. Met elke seconde komt er meer bij. Hoe wakkerder ik word, des te fanatieker ratelt mijn brein.
Ik slof naar de keuken om thee te maken en zie dat Draco een post-it op de koelkast heeft geplakt. ‘Zie je vanmiddag,’ staat er, en ‘xxx Draco’ en een aantal domme tekeningetjes.
Het gevoel dat me overvalt, heb ik al jaren niet meer meegemaakt. Het neemt mijn adem weg. Op duizelige benen druk ik mijn voorhoofd tegen de muur.
Ondanks Hermeliens waarschuwing van gisterenavond en het feit dat ik het altijd al belachelijk gevonden heb om het zo te noemen, kan niets het kriebelende gevoel in mijn buik beter beschrijven.
Vlinders.


Reacties:

1 2

Rebella
Rebella zei op 24 mei 2016 - 21:58:
O love, Harry, love!
Dit is... zucht... ik geloof dat dit geweldig is!


Lily
Lily zei op 4 mei 2016 - 1:44:
Ik zou eigenlijk moeten slapen, maar ik kwam dit verhaal tegen en kon niet stoppen met lezen. Ik hoop dat je binnenkort verder gaat, want ik vind het fantastisch! Ongelooflijk origineel en leuke ships!


hpyasmine12
hpyasmine12 zei op 18 dec 2015 - 17:28:
Omijngod. Dit is zo genial, maar ook een beetje beangstigend en cool en


xjeszell
xjeszell zei op 14 nov 2015 - 21:52:
Gods, Kay. Wat ben ik blij dat je weer gepost hebt. <3
Dit is zó fijn. Ik ben sowieso een sucker for Drarry, maar goooooosh


narcissa
narcissa zei op 13 nov 2015 - 22:06:
Interessant. Dit is echt gaaf. Ik houd totaal niet van Drarry, maar hierin zijn ze echt schattig.
En dat met die herinneringen die vervagen is echt gaaf, maar zeer interessant.
Leuk!