Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Bestaat ware liefde? (herschrijving van What's true love?) » Met een bonzend hart
Bestaat ware liefde? (herschrijving van What's true love?)
Met een bonzend hart
Enkele uren later verlieten we zwijgend de kerkers. Zwijgend liepen we trappen o en ik zocht wanhopig naar een botte opmerking, omdat het zo hoorde. In plaats daarvan volgde ik zijn voorbeeld toen hij bovenaan de trappen bleef staan. Ik deed mijn best om mijn ogen van de vloer los te rukken en probeerde hem arrogant aan te kijken. Zijn zachte blik deed me vermoeden dat ik niet in mijn opzet sloeg. “Nou,” Begon hij. “Ik probeer je theorie uit, Joan.” Mijn hart sloeg over toen hij mijn voornaam uitsprak en ik kon niet meer dan knikken bij wijze van antwoord. Hij zette een stapje vooruit en vervolgde fluisterend: “Wat als het niet klopt?” Ik trok mijn schouders op en zei “zien we dan wel, Malfidus!” waarbij ik me omdraaide en naar de Griffoendor toren liep. Op deze weg suisde alle mogelijke antwoorden die ik had moeten geven door mijn hoofd: “Dan heb je dikke pech, Malfidus. De boom in met jou! Ik moet je niet.” Mijn god, het gaat de verkeerde kant uit dacht ik. Gelukkig kon ik me bijna niet voorstellen dat hij ook echt wat voor me voelde. Hormonen, ja dat was het.
De volgende morgen lag mijn maag overhoop. Ik liet me uit het bed glijden, maar bleef vervolgens op de grond zitten. Had hij vannacht zijn lusten op Patty uitgewerkt, ging alles nu terug normaal worden? Hoezo normaal, verbeterde ik mezelf. Zelfs als hij bij zinnen kwam, was ik het nog niet. Ik moest aan mezelf toegeven dat niemand anders vlinders in mijn buik toverde door een botte opmerking te maken. “Ah Joan, je bent al op” kwam Hermelien vrolijk binnen. Ze deed de deur dicht, keerde zich weer naar mij en fronste dan haar voorhoofd: “Wat is er met jou?” Ik trok mijn schouders op, ben niet helemaal lekker” mompelde ik terug. Haar wenkbrauwen schoten omhoog en ze vroeg “Je kan toch wel naar de lessen straks? Morgen is het weekend, dan kan je uitzieken.” Ik zuchtte wat typisch ook voor Hermelien. “Hoe was je strafwerk? Je was wel laat terug!”
“Ik denk dat ik daar net ziek van ben!” antwoorde ik terwijl ik me aan haar uitgestoken hand optrok. Ze keek me even medelijdend aan en joeg me toen op zodat ik nog aan de ontbijttafel raakte. Ik schoof tussen George en Ron in en zocht subtiel de Zwadderich tafel af. Malfidus was er niet en Park ook niet. Mijn hart zonk in mijn schoenen en toch was ik enigszins opgelucht. Even later volgde ik zwijgend Fred, George en Leo de grote zaal uit op weg naar dreuzelkunde. De dag ging langzaam vooruit en mijn vrienden begonnen zich zorgen te maken. “Zeg, Joan. Misschien moet je toch maar even naar de hospitaalvleugel?” opperde Leo tijdens de les Gedaantewisseling. “Och, ik kan het nog wel twee uurtjes aan.” Antwoordde ik flauw. Ik wist dat Madame Pleister toch meteen zou doorhebben dat ik niet ziek was. Het enige jammere was dat het allerlaatste uur Geschiedenis van Toverkunst was. Dat betekende dat Draco Malfidus en Patty Park binnen mijn gezichtsveld zouden zijn. Ik slenterde langzaam door de gangen en overwoog heel even om toch naar Madame Pleister te gaan. Ik kwam als laatste aan, maar dat was professor Kist al gewoon. Hij wist dat ik veel verder moest lopen dan de anderen en ging er vast vanuit dat mijn les gewoon iets langer geweest was vandaag. Ik liep recht naar mijn plaats naar Hermelien en naam mijn spullen uit mijn tas. Pas toen de hele klas volop aan het noteren was schoven mijn ogen even naar de Zwadderich kant van het lokaal. Een sprankeltje hoop borrelde in me op toen ik zag dat Malfidus en Park elk p hun eigen plaats, niet naast elkaar, zaten. Ik richtte mijn ogen weer op mijn blad en merkte dat er niks zinnig op geschreven stond. Naast mij zat Hermelien vinnig te schrijven en ik besloot het voor deze les op te geven ik krabbelde wat op mijn blad en liet mijn ogen weer naar Malfidus glijden. Misschien net te lang kek ik naar hem, wat hij keek op. Snel wendde ik mijn blik naar mijn papier en ik vloekte zwijgend op mezelf. Toen iets later de les voorbij was kek Hermelien op mijn blad en ze fronste. “Je bent echt ziek vandaag.” Ik trok mijn schouders op en tot mijn opluchting besloot Hermelien dat ze haar notities oor me zou kopiëren. Terwijl Zwadderich buiten stroomde zag ik hoe Park arrogant Malfidus voorbij liep. Had ze heb misschien afgewezen? Dat kon ik me moeilijk voorstellen. Voor iemand uit Zwadderich was Malfidus toch echt wel een topkerel. Ik voegde me bij mijn vrienden in de gang op weg naar de grote zaal. “Nog wat eten en dan kan je in je bed!” zei Hermelien belerend en ik liet haar maar. Ik had geen zin om te reageren. “Och Hermelien, het is weekend, ze kan beter eerst…” De rest hoorde ik niet. Terwijl mijn vrienden kibbelden over wat ik best zou doen had ik meer lopen rondkijken dan zij en had ik, in tegenstelling tot hun, niet over de blonde jongen gekeken. Malfidus stond half verscholen in de gang en keek me aan. “He, jongens” hoorde ik mijn eigen stem “gaan jullie, maar al ik ga eerst rap nog nar toilet.” Niets vermoedend liep het trio om de hoek. Ik keek snel om me heen om zeker te zijn dat niemand was. Dan liep ik op hem af. “Wat…?” startte ik, maar hij onderbrak me. “Ik kon het niet.” Ik staarde hem even aan. Hij nam mijn arm vast en trok me in een ongebruikt klaslokaal binnen. “Ik heb het geprobeerd” jammerde hij, eens binnen. “Maar ik kon het gewoon niet.” Weer staarde ik hem aan, dit kon toch niet? Hij had geen antwoord nodig, hij stapte op me af en kuste me, zo innig, zo gemeend. Ik was afgestapt van het idee dat dit onderdeel was van een flauwe grap. Toch duwde ik hem van me af.
“Malfidus.. uh..Draco…ik..”stammelde ik, maar hij legde zijn wijsvinger op mijn verbaasde lippen. “stil” fluisterde hij, ik sloot mijn ogen en voelde een vurig verlangen om mijn armen om hem heen te slaan. In plaats daarvan duwde ik hem zachter weer weg. “wat?”
“Draco…Ik weet niet of dit wel juist is.”
“Wel wat wil je?”
“hoezo?”
“wil je me graag kussen”
“Ik denk niet dat het kan.”
“Geen antwoord op mijn vraag, Joan. Denk even niet aan onze afdeling, ouders, vrienden of de rest van de wereld. Alleen aan jezelf en ik. Hier en nu, mag ik je kussen.” Zijn ogen tuurde zo teder in de mijne dat ik het gevoel in mijn benen bijna verloor.
“Ja” fluisterde ik nogal verlegen
“waarom zou het dan niet juist zijn?” Hij boog zich voorover en in boog zijn voorhoofd tegen zijn kin. “Nee” fluisterde ik zwakjes. “De rest van de wereld is er wel.” Zijn sterke armen sloten me in en trokken me dichter naar zich toe. Zijn kaak duwde mijn hoofd zachtjes tegen zijn borstkast en een warmte overspoelde me. Ik wou nooit meer weer weg uit deze innige en liefelijke omhelzing. Hij zei niks, ik zei niks. We moesten niks zeggen om elkaar te begrijpen…Liefde is ingewikkeld.
Even later trok ik me moeilijk uit zijn armen los. “Mensen wachten op me.” Hij knikte en keek me somber aan. “Joan” fluisterde hij. “Ik denk niet dat ik het zonder je red.” Ik snapte wat hij bedoelde. Nu we aan onszelf en elkaar hadden toegegeven dat we gevoelen voor elkaar hadden die sterker waren dan de angst voor de rest van de wereld, werd alles nog moeilijker.
Ik drukte mijn lippen even tegen de zijne fluisterde terug. “We vinden er wel wat op.” Ik liep het lokaal uit, naar de grote zaal, waar ik zwijgend at. Om vervolgens naar Hermelien te luisteren en in mijn bed te kruipen.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.