Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Vrienden, Terug om te gaan! <-- afgerond » 4
Vrienden, Terug om te gaan! <-- afgerond
4
‘Goedemorgen Milou!’
Ik word van verschillende kanten begroet terwijl ik over de grote parkeerplaats aan kom lopen. Hier en daar steek ik voorzichtig mijn hand op om verschillende mensen te begroeten.
We vertrekken met drie grote toerbussen. Twee daar van zijn bedoeld voor de crewleden die de hele dag met de band mee moeten reizen. Een bus is bedoeld voor de bandleden zelf. Er staan verschillende kleinere vrachtwagens waar alle spullen in opgestapeld liggen voor de shows. Zelf ga ik met de tweede tour bus mee waar ik nu mijn spullen naar toe breng. Blake en Harm wachten me daar al op.
‘Je bent toch nog gekomen! We waren al bang dat het je teveel was geworden,’ grapt Blake waarna hij me een klap op mijn rug geeft. Ik haal mijn schouders op en geef Harm een hand.
‘Deze uitdaging ga ik niet uit de weg,’ zeg ik terwijl ik mijn koffer in de laadruimte hijs.
Achter me klinkt geklater en even later begint Blake hard te lachen. ‘Steve, wat ben je van plan met al die zooi!’
Steve, een grote man met getatoeëerde armen en een grote baard wuift de woorden van Blake weg.
‘Ik kan niet zonder deze spullen!’ roept hij waarna hij naast me komt staan bij de laadruimte.
‘Morgen Milou,’ mompelt hij.
Met alle zorgvuldigheid zet hij zijn koffer vol gereedschap in het laadruim. Steve is de muziek professional van de bandleden en hij heeft de taak om in zijn eentje alle instrumenten van de jongens te onderhouden. Hij staat er om bekend een warhoofd te zijn en zo had hij dat deze ochtend ook weer bewezen. Ik begroet hem en pak de gitaarkoffer die hij achter zich aan sleep van hem over. Ik krijg een dankbare glimlach. De klep van het laadruim wordt dichtgeslagen. Dat was het laatste voor onze bus.
‘Wij zijn er klaar voor zo,’ zegt Harm al wrijvend in zijn handen. We bivakkeren, samen met nog drie andere mensen, in de tweede tour bus voor de aankomende maanden.
‘Je hebt wel je internationale rijbewijs mee genomen hè, ukkie?’ zegt Harm waarna ik het mapje met papieren uit mijn rugtas viste.
‘Afgelopen dinsdag zijn ze binnen gekomen,’ antwoord ik.
De papieren stop ik weer zorgvuldig in mijn rugtas. Pap had er op gestaan dat ik voor mijn opleiding niet alleen mijn rijbewijs, maar ook mijn aanhangers bewijs en vrachtwagen bewijs zou halen. Van het spaargeld, wat eigenlijk bedoeld was voor mijn studie, had ik deze bewijzen in de afgelopen drie jaar gehaald. Op mijn zeventiende wapperde ik al met mijn rijbewijs voor een personenauto en ik had twee maanden geleden mijn rij examen voor de vrachtwagen gehaald.
Binnen de crew is het de bedoelingen dat de crewleden zoveel mogelijk zelf rijden. Degene zonder vrachtwagenbewijs gaan zelfstandig naar de juiste locaties en degene met een vrachtwagen bewijs zouden de toer bussen afwisselen. Dat bespaart weer geld voor extra chauffeurs.
‘Heerlijk, dat betekend meer rust voor ons!’ roept Blake tevreden. Ik steek mijn duim naar hem op.
‘Milou!’ Van over de parkeerplaats komt Faith aangehuppeld. Ze draagt een vest met lange punten die achter haar aan wapperen en haar gekleurde dreadlocks dansen op en neer in de knot op haar hoofd. Ik word geplet door de kleine styliste en de andere crewleden begroeten haar vrolijk. Iedereen kent Faith. Dat is niet moeilijk met haar opvallende uiterlijk, maar ook door haar persoonlijkheid weet ze bij iedereen bekend te staan.
‘mag jij in deze bus mee rijden?’ vraagt ze, kloppend op de toer bus naast ons. Ik knik. Faith had me de afgelopen weken opgezocht wanneer ze tijd had. Ze had het er over dat er weinig jonge meiden waren met een verruimde geest zoals wij dat hebben. Ze mocht dan wel drieëntwintig zijn, ze gedroeg zich geregeld nog als een veertienjarige. Ik had het in het verleden al goed met haar kunnen vinden en haar opslepende en enthousiaste persoonlijkheid had er voor gezorgd dat we goede maatjes waren geworden.
‘Hoe reis jij die kant op?’ vraag ik aan haar.
We lopen samen naar de voorkant van de bus. Faith wijst naar de eerste toer bus.
‘Ik zit daar opgescheept met dat zooitje ongeregeld.’
Ze draait zich om naar een groepje mensen die voor de eerste bus staan te praten. Ze pakt mijn hand vast en trekt me mee.
‘David! Hier is ze! Ik heb haar gevonden!’ roept Faith naar het groepje mensen.
De muziek producent en manager van Tokio Hotel draait zich om. Ik krijg een vriendschappelijke handdruk.
‘Hoe staat het er mee met je opleiding?’ vraagt de manager.
We praten wat over de opleiding en over de toer.
‘Ik verwacht een prettige samenwerking,’ zegt David.
Hij blijft me enkele tellen aankijken en ik denk weer terug aan het gesprek van een aantal jaren terug. Ik knik bevestigend als teken dat ik dat gesprek nog niet vergeten ben.
‘Kan iemand Steve helpen?’
David kijkt me glimlachend aan en ik roep dat ik er aan kom.
Tom:
De grote dag van onze wereld wijde toer is aangebroken. Met een grote gaap lopen we van ons hotel naar de grote parkeerplaats waar onze toer bussen al op ons wachten. Naast me loopt Bill met een gigantische zonnebril op zijn neus. Zijn inmiddels blonde haar is achter zijn oren geduwd en hij draagt een jack met veren rond de schouders. Hoe hij in de ochtend er al zo modebewust bij kon lopen is voor mij een vraag. Achter ons praten Georg en Gustav over een spel en voor ons loopt onze persoonlijke assistent Kharm. We worden van verschillende kanten begroet door ons toer team. David staat bij onze bus druk te praten met zo te zien Faith, onze persoonlijke styliste. Bill is groot liefhebber van haar werk en tijdens deze tour mag zij ons helpen met de kleding en alles daar om heen. Faith is door de jaren heen een vast onderdeel van onze crew geworden en tevens ook een goede vriendin. Ze trekt haar eigen weg en het interesseert haar totaal niet met wie ze om gaat. Als ze met iemand wilt praten, dan doet ze dat.
Naast haar staan Harm en Blake, twee van onze belangrijkste technici tijdens deze tour. Zonder hen zal de show niet zo gaaf uitpakken.
We komen bij de tour bus aan en begroeten David die met een telefoon in zijn hand met verschillende mensen nog aan het praten is. Manager zijn is niet makkelijk.
‘Steve, Milou, komen jullie nog?’
Achter de toer bus staat Steve zijn laatste tassen in te laden. De koffer van mijn geliefde Les Paul akoestische gitaar wordt door een vrouw achter hem ingeladen. Licht gespierde armen, lange benen en lang, blond haar. De vrouw veegt met haar handpalm over haar voorhoofd en komt overeind.
‘Kom er aan,’ antwoord haar lichte stem en ik blijf verbaasd stil staan. Mijn bandleden blijven al even verbaasd naast mij staan. Mijn ogen ontmoeten de ogen van de vrouw en verbaasd zet ik mijn zonnebril af.
‘Milou?’
Binnen tweetellen heb ik haar al in mijn armen en geef ik haar een dikke knuffel. De vrouw heeft haar handen verbaasd in de lucht hangen en sluit ze daarna voorzichtig rond mijn nek. Dit is onze Milou, geen twijfel mogelijk. Ze laat een klaterend lachje horen terwijl ik haar omhoog til.
‘Tom, zet me neer! Straks val ik nog!’
Ik zet haar weer met beide benen op de grond en bekijk haar van een afstandje.
‘Wat ben jij veranderd!’ zeg ik waarna ik haar nog een knuffel geef.
Milou grinnikt en laat me voorzichtig los.
‘Er staan mensen te staren,’ zegt ze wat ongemakkelijk.
Om ons heen kijken er inderdaad mensen onze kant op. Oeps. Eigenlijk boeit me dat niet. Ik ben gewoon blij om haar na al die tijd weer te zien! Ze stapt van me weg en de anderen geven haar ook een knuffel. Minder uitbundig dan ik deed. Ook Bill krijgt een warme omhelsing.
‘gelukt!’ roept Faith achter ons.
Ze staat met haar handen in elkaar gevouwen glunderend toe te kijken. Ik wijs haar met een beschuldigende vinger aan.
‘Je wist al vier weken lang dat ze mee zou gaan?’ vraag ik waarna Faith een rondje boven haar hoofd trekt.
‘Ik ben onschuldig,’ zegt ze giechelend. Ik kan alleen maar breed grijnzen en wend me weer tot Milou.
‘Wat kom je hier doen?’ vraag ik.
Milou wrijft over haar arm. ‘Ik ben hier voor mijn stage. Blake en Harm zijn mijn begeleiders.’
Ik knik goedkeurend.
‘Dus je gaat hier helpen in de techniek?’ Vraagt Georg die Harm aan kijkt. David komt naar ons toe en legt een hand op Milou haar schouder.
‘Jongens, denk er om. Mevrouw Tché is vanaf vandaag in dienst bij ons. Behandel haar met net zoveel respect als de andere crewleden.’
Zijn blik blijft streng op mij hangen. We knikken braaf.
‘Straks hebben we genoeg tijd om bij te praten. Ik wil op schema blijven en over vier uur in Neurenberg aan komen.’
David loodst ons naar het midden van de parkeerplaats en spreekt daar tot de gehele crew.
‘We vertrekken zo naar Neurenberg. Onderweg stoppen we bij afslag negen bij Plauen om te lunchen. Bus drie rijdt voorop en bus één volgt. Bus twee rijdt achteraan. We ontmoeten elkaar bij het Hilton hotel.’
Mensen beginnen zich te verspreiden naar hun vervoer. Ik word meegetrokken door Kharm naar onze toer bus. Ik zwaai over mijn schouder nog naar Milou.
We zitten in onze bus aan een klein tafeltje met zijn vieren. Kharm en David hebben zich terug getrokken naar de voorzijde van de bus om daar verder te vergaderen. Faith heeft het zich achter in de bus gemakkelijk gemaakt met een paar tijdschriften tussen alle handbagage in. Ik werp een flesje cola naar Georg en plof neer naast Bill.
‘Maf hè? Zo zie je elkaar vier jaar niet en dan staat ze ineens voor je neus,’ zeg ik.
‘Ze ziet er anders uit,’ antwoordt hij.
Dat klopt. Ze is niet alleen langer geworden, ze is nu een complete vrouw. Haar wilde blonde haar was me gelijk opgevallen. Er zaten vlechtjes tussen met ijzeren ringetjes en klemmetjes. Haar gezicht was vlakker geworden en ook in haar oren hing veel ijzerwaar. Het metaal van haar vlechtjes had tegen haar oor piercings aan getikt. Ik had haar met gemak omhoog getild en ze had bijna fragiel aangevoeld ondanks haar licht gespierde lichaam.
‘Zullen we haar zo opzoeken?’ Stelt Gustav voor.
Af en toe komt hij met top ideeën. Op naar de eerste stop!
Ik wil weten hoe het verder afloopt!! ben nu al helemaal weg van je verhaal!