Hoofdcategorieën
Home » Outlander » knight in shining armor » een onaangenaame ontmoeting
knight in shining armor
een onaangenaame ontmoeting
Was dit het? Was dit het legendarische Tir Na Nog? Het voelde allemaal zo bekend aan. En toch wist hij dat hij dat hij niet langer thuis was. Het was waarschijnlijk een illusie. Een illusie om hem on de van te laten lopen. De rede om hem zo te kwellen kende hij niet. Maar hij kon hen wel beloven dat ze zijn ziel niet zomaar zouden krijgen. Ondanks de uitputting wist hij zichzelf op te richten en nam zijn zwaard stevig in de hand. Voorzichtig zette hij een eerste stap. Het gras onder hem leek wel degelijk gras te zijn, sterk en solide, duidelijk niet van plan om in elkaar te zakken. Voorzichtig liep hij verder, zonder ook maar een levende ziel tegen te komen. Menselijk of bovennatuurlijk. Dit gaf hem een sprankeltje moed. Misschien waren de Sídhe dan toch niet zo alwetend. Misschien waren ze zelf niet op de hoogte van zijn aanwezigheid. En als hij dit zo kon houden, dan had hij misschien een waterkansje om te ontsnappen. Zijn tocht bracht hem bij iets wat nog het meest leek op een weg. Maar dan vervaardigd uit een materiaal dat hij nog nooit eerder had gezien. Ondanks zijn angst werd hij toch overvallen door een vlaag van nieuwsgierigheid. Hij zakte door zijn knieën en legde zijn hand op de grijze materie. Het leek wel degelijk een soort van steen te zijn. Een weg van steen, zo glad dat het onmogelijk was dat dit een natuurlijk fenomeen was. Hij ging zo op in dit merkwaardige verschijnsel, dat hij er veel te laat aan dacht om te kijken wat er achter zijn rug gebeurde. Het begon met dat vreselijk geluid, hij draaide zich nog om, om te zien hoe een vreselijk monster op hem af kwam. Zo rood als de duivel zelf, waar hij poten had verwacht zaten er zwarte banden. En dat vreselijke getoeter bleef maar verder gaan. Gevolgd door een luid gepiep. Zijn zwaard had hij uit pure wanhoop op de grond laten vallen. Hij kon alleen maar toekijken hoe het monster zonder genade op hem af kwam.
'Uit de weg! Verdomme, ga dan toch weg!'
Linde had de claxon bijna uit het stuur gemept, maar het leek niet tot hem door te dringen. Er was geen ruimte om hem te ontwijken, het enigste wat ze kon doen was al haar gewicht op de rem zetten. Het leek bijna of haar stuur een eigen leven begon te leiden. Ze probeerde hem nog in bedwang te houden, maar ze kon niet voorkomen dat het voertuig om zijn eigen as ging gaan draaien. En daar was de knal. Dat een lichaam zo een impact kon hebben. De eerste klap verbrijzelde meteen het raam aan de passagierskant, toen werd hij over het dak gekatapulteerd en zag ze hem langs haar kant op de grond vallen.
'Nee, nee nee nee!'
Na nog twee keer te hebben rondgetold wist ze haar wagen eindelijk tot stilstand te brengen. Ze was nooit gek geweest op achtbanen, maar die attractie 's waren bijna aangenaam te noemen, als je dat gevoel tenminste vergeleek met wat ze nu voelde. Glas was langs alle kanten gevlogen, enkele stukjes hadden haar gezicht open gehaald. Maar ze had geen tijd om daar over na te denken. Nog geen vijf meter van haar lag een zwaar gewonde man, en de verpleegster in haar nam het over van het paniekerige meisje dat het liefst wou gaan huilen. Met veel moeite wist ze de deur open te duwen en strompelde naar buiten. Ze bleek niet langer alleen te zijn. Een wat oudere man bleek getuige geweest te zijn van het ongeval, en had zijn mobiel al genomen om de hulpdiensten te bellen.
'Arm ding.' Zei hij met een stem vol medeleven. 'Je bent toch niet te zeer gewond? Ik heb alles zien gebeuren. Dit was niet jouw schuld, meisje.'
Buiten de sneden in haar gezicht, voelde ze enkele kneuzingen over haar hele lichaam. Maar ze wist de pijn te negeren door haar aandacht op het slachtoffer te richten. Dat die er vreemd uitzag was nog zacht uitgedrukt. Hij leek weggelopen te zijn uit een Shakespeare stuk. Met die vreemde kraag rond zijn nek, de bijhorende pofbroek en kousen die ooit maagdelijk wit moesten geweest zijn. Wat nog het meest opviel was het feit dat hij een borststuk droeg, ondanks het dikke laagje vuil kon ze zien dat het een meesterstuk was. Zilverkleurig, bezet met diamanten.
'Dat kan toch niet echt zijn.' Mompelde de man. 'Is er hier ergens een toneelstuk aan de gang?'
'Geen idee. Maar we moeten het uit zien te doen. Ik wil zien of hij gebroken ribben heeft.'
Het leek wel een goed idee te zijn, maar hoe ze dit moest klaarspelen was een ander verhaal. Hoeveel riempjes had je nodig om twee stukken ijzer samen te houden? Maar uiteindelijk slaagden er in om de borstplaat te verwijderen. Dat ding woog trouwens bijzonder zwaar. Je zou bijna denken dat het echt was. Onder de borstplaat droeg hij een dik wollen hemd. Het bleef iets vreemd, maar Linde kreeg de hoop dat dit harnas het meeste van de klap zou hebben opgevangen.
'Wat ben jij aan het doen?'
Verrast keek ze op, en zag dat de man weer bij was gekomen.
'Kalm blijven, meneer. U hebt een ongeluk gehad, en ik zal u nu onderzoeken.'
Ze stak haar hand uit om verder te gaan. Maar plots greep hij haar pols beet. Voor iemand die net door een auto was aan gereden, was die greep nog verassend sterk.
'Meneer! Als u me niet loslaat dan kan ik u niet helpen. Ik ben een verpleegster.'
'Jij zal me niet aanraken, duivel. Ik ben een man van God en ik laat mijn ziel niet bedoezelen door jouw onkuise gedachten.'
'Hier geeft iemand een stevige klap gehad.' Floot de oudere man.
'Meneer, alstublieft. Ik wil u alleen maar...'
De andere hand schoot naar haar keel.
'Ik zal niet vallen voor je verleiding, Satan. Ik ben een man van God!'
De ijzeren greep werd nog steviger. De andere man wou haar wel helpen, maar beide waren ze nog niet sterk genoeg om de man de baas te kunnen. Haar hoofd vulde zich met een onaangename mist. Nog even en ze zou het bewustzijn verliezen. Maar toen drong het tot haar door dat hij zijn arm niet ten volle kon streken. Wat betekende dat zijn ribben wel degelijk gebroken waren. Dit was echt tegen alles wat ze ooit als verpleegster geleerd had. Maar nood breekt wet. Ze gaf hem een stevige trap in de buik. De man klapte dubbel en liet eindelijk los. De oudere man maakte hiervan gebruik om een van haar armen te grijpen en haar van de man weg te trekken.
'Nee, wacht. Ik moet hem nog onderzoeken.' Wist ze tussen de vele hoesten uit te brengen.
'Onderzoeken? Jij blijft bij hem uit de buurt tot de ambulance hier is. Die kerel hoort echt thuis in een instelling.'
Reacties:
Wow!
Eh kunnen we hier een superheld inschakelen?
Linde het komt goed.
Ooit
Arme arme Linde. Wat moet zij geschrokken zijn.
En die arme man, ik hoop dat hij in ziekenhuis wat op knap en naar uitleg wil luisteren.
Die is nogal in de war! :o
Hipen dat de ambulancebroeders hem een beetje in bedwang kunnen houden. Of verdoving inspuiten.
Oh my goooood
Wat heftig dit! Ik hoop echt dat alles goed komt :/