Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Vrienden, Terug om te gaan! <-- afgerond » 25
Vrienden, Terug om te gaan! <-- afgerond
25
Het is snikheet. Zelfs met het raampje in mijn kamer open is het nog steeds 25 graden. Ik ben nog niet helemaal gewend aan het warme weer hier. In het huis van Tom en Bill is het redelijk koel, maar in deze slaapkamer is er geen airconditioning. Daarnaast heb ik buikpijn. Ik had de aardappelen toch gaar gekookt? Ik trek mijn knieën op tot aan mijn buik. De misselijkheid trekt niet weg. Na al dat gewoel ga ik toch overeind zitten in bed. Slecht plan, mijn maag draait zich compleet om. Ik storm mijn bed uit naar de eerste badkamer die ik kan vinden. De stoofschotel beland in het toilet en trillend blijf ik op mijn knieën voor het toilet zitten.
‘Milou?’
Ik trek het toilet door en hoor een korte schreeuw. Ik kijk om me heen en merk dat er stoomwolken uit de douchecabine naast me komen. Veel tijd om te kijken wie het is heb ik niet. Een tweede golf komt er uit. De douche wordt uitgezet en ik voel twee warme handen het haar en mijn zilveren kettinkje uit mijn nek weg houden. Het is te warm hier. Ik krijg het benauwd en mijn ogen hebben moeite met focussen. Hijgend blijf ik boven de porseleinen pot hangen.
‘Kom, spoel je mond.’
De wc wordt voor mij doorgetrokken en ik krijg een glas water in mijn handen gedrukt. Mijn handen trillen terwijl ik de vloeistof naar mijn mond breng.
‘Beter?’
Ik hou het koude glas tegen mijn wang aan en knik. Als ik omhoog kijk zie ik de bezorgde blik van Bill. ‘was het het eten?’ vraagt hij.
Ik haal mijn schouders op. Bill opent de badkamerdeur en de koelte van de hal is een aangename verwelkoming. Ik zie kippenvel op Bill zijn armen verschijnen. En op zijn borstkas… en benen… Ik word me er van bewust dat Bill stond te douchen en nu in alleen een kleine handdoek gewikkeld voor me staat. Ik voel mijn wangen licht kleuren. Hij heeft niet eens de tijd genomen om zichzelf af te drogen. ‘sorry,’ prevel ik.
Bill krabt zich op zijn achterhoofd en vist een tweede handdoek uit het badkamerkastje. ‘Je krijgt al iets meer kleur. Ik droog me even af, dan zet ik kamillethee.’
Hij haalt snel de handdoek langs zijn bovenlichaam en begeleidt me daarna naar de woonkamer. Zijn natte voeten laten afdrukken achter op de vloer.
‘Hier.’
Ik heb het al warm, maar Bill verplicht me de thee op te drinken. Kamille helpt om de maag te kalmeren, had Bill gezegd. Het zeurderige gevoel in mijn buik blijft hangen, maar ik voel me een stuk rustiger. ‘Morgen maak ik de badkamer wel schoon,’ zeg ik.
Bill heeft inmiddels een slaapbroek aangetrokken en de natte handdoek rond zijn nek verruilt voor een gescheurd shirt. De verschillende tatoeages op zijn borstkas zijn door de stof heen zichtbaar. ‘Het is zo fucking warm,’ zucht hij.
Ik sip van mijn thee en knik.
‘ben je nog vaak misselijk?’
Ik moet lang nadenken over deze vraag. Ja, nee. Geen idee? Wanneer was de laatste keer dat ik heb moeten overgeven? ‘Soms. Van tijd tot tijd,’ antwoord ik. ‘zwakke maag misschien?’
We glimlachen naar elkaar. ‘Misschien. Het komt met vlagen.’
We blijven nog een kwartiertje op de bank hangen en daarna kruip ik vermoeid mijn bed weer in.
‘Zo warm!’
In de ochtend is de warmte niet veel beter geworden. Rond negen uur werd ik mijn bed uitgebrand door de felle zonnestralen. Ik hang lui op de bank en wapper met mijn boek om mezelf af te koelen. Bill is vertrokken naar zijn afspraak en Tom heb ik nog nergens gezien. Hij was niet op zijn kamer en zijn auto staat er nog.
‘Wat doe je?’
Ik schrik op van twee benen voor mijn neus. Ik hang ondersteboven op de bank en volg de twee benen. ‘Warm,’ zeg ik.
Tom heeft onder zijn ene arm een helm geklemd en om zijn nek hangt een bandana. Zijn zwarte haar zit in een knotje bijeen gebonden. Hij gebaard naar de helm. ‘Kom.’
Ik word van de bank afgetrokken en mijn boek blijft eenzaam achter. ‘Wat gaan we doen?’ vraag ik als we naar de garage lopen.
Ik krijg de zwarte helm van onder zijn arm aangereikt. Zelf haalt hij een oranje, glitterende helm tevoorschijn. ‘Ik moest wat aanpassen, maar nu kunnen we gaan.’
Hij gebaard naar een motor naast zijn auto. Een witte Triumph met gouden details straalt trots uit. Grijnzend kijk ik Tom aan als ik zie dat hij achterop een extra zitje heeft laten plaatsen. ‘Meen je dit?’ Tom heeft zijn handen in elkaar gevouwen en kijkt naar de grond.
‘Was je daarom weg?’ vraag ik.
Ik krijg een korte blik waarna hij zijn bandana over zijn neus heen trekt. Ik krijg een stel handschoenen aangereikt en ik klik mijn helm onder mijn kin vast.
De motor maakt een razend geluid. Uit de uitlaat stoten kort blauwe vlammetjes. Tom gooit een paar keer zijn gas open en gebaard me achterop te komen zitten. Licht twijfelend stap ik achterop. Ik ben auto’s, vrachtwagens gewend. Dit voelt zo….onbeschermd.
Waar moet ik me vast aan houden? Tom heeft mijn getwijfel door en pakt met zijn hand de mijne en legt deze rond zijn eigen middel. Nog voor ik me goed vast hebt trekt hij op en graai ik met mijn andere hand naar zijn shirt. We racen Los Angeles in en ik voel mijn hart als een gek tekeer gaan. Pas na een paar minuten durf ik Tom ietsjes losser te laten. De wind trekt aan onze shirts en zorgt voor een welkome afkoeling. Ik durf om me heen te kijken en mijn glimlach word breder en breder. ‘Te gek!’ gil ik tegen niemand in het bijzonder.
Het motorrijden geeft een enorme kick en dat terwijl ik niet eens zelf achter het stuur zit. Tom slalomt tussen het verkeer door en met hoge snelheid rijden we over de snelwegen. Hij slaat af richting de bergen en volgt kronkelende wegen naar boven. Het pad houdt op en Tom stopt zijn motor. Wat onhandig stap ik af. Ik krijg het klipje onder mijn kin niet los en spring voor Tom op en neer. Mijn kin wordt omhoog geduwd en het klipje wordt los geklikt. Ik zwiep mijn haar heen en weer en laat mijn brede grijns zien. Tom zet ook zijn helm af en kijkt me vragend aan.
‘Zo gaaf! Dit is genieten!’
Ik krijg een warme glimlach terug. ‘Kom.’
Met zijn handen in zijn broekzakken loopt hij het gras op. Ik volg hem naar het gras waar Tom zijn handen omhoog steekt. ‘Dit is vrijheid.’
Ik kijk naar het uitzicht en begrijp direct wat hij bedoeld. De zon staat hoog en schijnt over de stad. Hier is het stil terwijl daar beneden duizenden auto’s rijden. Een zuchtje wind speelt door de dennenbomen en de schaduwen op het gras zorgen voor welkome koelte. Tom laat zich op het gras ploffen en ik volg zijn voorbeeld.
‘Hoe lang rij je al?’
Tom staart in de verte. Zijn ogen zijn licht samengeknepen tegen het felle zonlicht. ‘Twee jaar. Ik zag deze motor op internet en ik moest hem hebben. Twee jaar geleden heb ik mijn motorbewijs gehaald.’
Ik kantel mijn hoofd. ‘Weer wat nieuws over je geleerd. Nou begrijp ik dat je af en toe weg bent.’
Hij glimlacht en we staren beide naar de stad. Ik voel zijn vingers op zoek naar de mijne. Ik probeer mijn zenuwachtige gegiechel in te houden en ik kijk hem verlegen aan. Tom leunt naar voren en mijn hoofd lijkt te ontploffen. Het is maar een kleine kus en toch verander ik in een hoopje blijdschap. Ik snak naar meer en bijt op zijn lip om dit te laten merken. Gretig wordt mijn vraag beantwoord. Ik word op zijn schoot getrokken en ik wikkel mijn armen om zijn nek. Zijn handen strelen mijn bovenbenen en ik voel zijn vingers onder mijn shirt kruipen. Mijn ademhaling versnelt en ook mijn handen gaan op verkenning uit. Vlak boven zijn broekrand word ik tegengehouden. Tom draait me om en nu lig ik met mijn rug in het gras. Hij hangt boven me en ik kan zijn blote huid zien door zijn hangende shirt. Een vage omtrek van een bobbel bij zijn kruis hitst me alleen maar meer op. Ik trek hem naar me toe en voel zijn baard in mijn nek kriebelen. Ik kreun zacht. Wie had gedacht dat ik zou verlangen naar mijn beste vriend? Ons gezoen wordt verbroken door het geluid van een auto die het pad op komt rijden. We schieten overeind en kijken elkaar met rode wangen aan. ‘Tijd om te gaan?’ suggereert Tom.
Ik moet een paar keer slikken om weer rustig te worden en knik. Als we langs de auto lopen knikken we beschaamd naar de onzichtbare bestuurder achter de getinte glazen. Zou hij ons gezien hebben? Ik giechel bij de gedachte. Twee hitsige pubers in het park. Lekker cliché. Tom drukt de zwarte helm weer in mijn handen en even later scheuren we weer over de wegen van de stad der engelen.
Bij thuiskomst blijkt Bill al thuis te zijn. Ergens ben ik een beetje teleurgesteld. Ik zou graag het spel van vanmiddag afmaken met Tom.
‘Hoe ging je overleg?’ vraag ik.
Bill blaast een pluk haar voor zijn ogen weg. ‘Bagger. Het duurde te lang en ik verveelde me dood. Hebben jullie je wel vermaakt?’
Hij knikt naar de motorhelmen in onze handen en met een lichte blos knik ik. Tom zijn mond vertrekt tot een streep en zonder iets te zeggen loopt hij naar de badkamer. Ik trek een wenkbrauw op en zucht vermoeid. Wat nou weer? Ik speel met het steentje om mijn nek. Ik zou zo graag al mijn frustratie aan Bill willen vertellen. Bill staat op en loopt naar zijn eigen slaapkamer en sluit de deur achter zich. Ik moet normaal kunnen praten met Bill en als Tom te koppig is, tja, dan moet ik toch echt de moed gaan verzamelen om eerlijk te zijn tegen mijn beste vriend. Bij de gedachten alleen al wat Tom zou doen als hij wist dat ik ons geheim aan zijn broertje wil vertellen, krimpen mijn longen. Ik klem het steentje in mijn vuist en voel de scherpe kantjes in mijn huid prikken. Angst is geen leidende factor, hou ik mezelf voor.
Tegen Bill kunnen ze toch eerlijk zijn. Ik bedoel het is Bill!!