Hoofdcategorieën
Home » Kingdom Hearts » Nobody's Life » 38: Voorbij het marktplein
Nobody's Life
38: Voorbij het marktplein
Zexion en ik liepen over de daken van Agrabah. Er waren veel mensen op het marktplein, en wij moesten wel op de daken lopen om niet gezien te worden. Ik beet op mijn lip.
"..Is er iets dat ik je mag vragen?" zei ik langzaam.
"Je hebt me nu al een vraag gesteld," antwoordde Zexion met een serieus gezicht.
"Verdomme Zexion," zuchtte ik. "Luister: waarom heb jij Larxene uit de Grot der Wonderen gehaald?"
Zexion stopte met lopen en keek me, niet eens zo verbaasd, aan.
"Ik wist dat je daar op terug zou komen," zei hij. "Het kost me niet veel moeite om me voor te stellen wat Larxene deed om jou tot haar opsluiting te drijven, maar ook al werkt zij op je zenuwen, een ander lid elimineren doen we niet."
"We gooien ook geen leden uit het raam," mompelde ik.
Zexion deed zijn armen over elkaar. "Tch. Niemand steelt mijn boek, daar moest Xaldin voor boeten."
"En niemand beledigt mij!" riep ik uit. "Je weet wat ik altijd zeg, toch? Je mag me vermoorden, maar me beledigen kan ik niet toestaan."
Zexion krabde aan zijn kin. "Ik vind dat toch maar een vreemd motto, als je het mij vraagt..."
Ik keek even naar Zexions houding, luisterde naar zijn woorden en de manier waarop hij ze uitsprak.
"Heh," zei ik, en ik schudde mijn hoofd. "Dat is precies wat Vexen zei. Soms doe je me echt aan hem denken."
Zexion leek even te schrikken en haalde zijn hand toen snel weg bij zijn kin. "We hebben geen tijd te verliezen," zei hij. "Kom."
Ik verbaasde me even over hoe snel hij verder liep en het onderwerp meteen achterwege liet, maar op dat moment dacht ik er niet over na. Snel volgde ik hem over de daken van Agrabah.
"Wat is onze missie eigenlijk?" vroeg ik na enige tijd van stilte. "Saïx zei dat jij de details had."
"Dat klopt," zei Zexion. "Er is een vreemde verschijning gesignaleerd in het centrum van Agrabah. Het is aan ons om deze verschijning te inspecteren, en het eventueel te elimineren, mocht het een Heartless of ander ongedierte zijn."
"Vreemde verschijning," herhaalde ik. "Dat is een vage omschrijving. Heb je enig idee hoe deze 'verschijning' er uitziet?"
Zexion zuchtte. "Ik ben bang dat ik niet zo veel meer details heb, maar ik neem aan dat we wel merken wat het is. Het enige wat ik nog te horen heb gekregen over deze verschijning, is dat het een blauwe kleur heeft."
"Ik snap er niets van," zei ik. "Het is vreemd en blauw: inspecteer het, en elimineer het of niet."
"Het is vaag, dat zal ik toegeven."
Ik keek om me heen en zag de mensen op de markt. "Zullen we het vragen aan één van die mensen daar? Misschien weten zij wel iets van een vreemde, blauwe verschijning."
"We mogen onszelf niet laten zien aan de inwoners van deze wereld," zei Zexion meteen. "Of tenminste, het is beter als we dat niet doen."
"Maar het is dus wel toegestaan?"
"In principe is het niet verboden."
"Nou, waar wachten we op!"
"Denk nou eens na, Altix. Met ons uiterlijk worden we onmiddellijk gespot en gaan de mensen vragen stellen waar wij geen antwoord op mogen geven! We kunnen niet zomaar een menigte--"
"Dan hebben we andere kleding nodig," onderbrak ik hem, "en dan vragen we het aan iemand BUITEN de menigte. Dit is niet het enige gedeelte van Agrabah, geloof me."
"Wat is er dan nog meer?"
Ik grijnsde en keek naar het gebouw dat groter was dan alle huizen in de stad.
"Het paleis."
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.