Hoofdcategorieën
Home » Overige » When Lightning Strikes » De Hitte (ATLA AU)
When Lightning Strikes
De Hitte (ATLA AU)
Warmte.
Die constante warmte.
Het was overal. Het plakte tegen haar huid aan. Het settelde zich in haar longen en bloed. Het klitte haar haren, het prikte haar ogen.
Die verstikkende warmte.
Ze had zich nog nooit gerealiseerd hoeveel ze de Zuidpool miste totdat ze gevangen werd genomen door de prinses van de Vuurnatie.
De cellen waren precies zoals Hama hen had beschreven. Hoog boven de grond, en gemaakt van staal. De lucht was kurkdroog en er was geen water. Elke waterstuurder was vastgeketend, en als ze te drinken kregen, werden de ketenen zo aangetrokken en geplaatst dat ze alleen hun hoofd konden bewegen.
Ze werd nooit bezocht. Dat wil zeggen, als je de bewakers negeert. Dus toen iemand specifiek om haar vroeg, was ze heel verbaasd.
Ze werd meegenomen uit haar cel en gelijk in een dwangbuis gestopt, alsof ze in staat was de boel op te blazen. Er werden kettingen aan haar enkels vastgemaakt. Haar benen waren niet meer gewend om te lopen, dus haar longen voelden alsof ze in de fik stonden toen ze eindelijk belandden bij de private spreekkamer. Daarbij was de kamer nog warmer dan de ruimte waar haar cel hing.
En toen zag ze wie haar bezoeker was.
De kroonprins van de Vuurnatie was ontiegelijk knap. Zijn ogen waren een helderder goud dan die van zijn zus, wiens litteken één bijna sloot. Hoewel ze zag dat hij een Azula vergelijkbare kenmerken had, maar zijn niet-verminkte gezicht was een enorm verschil. Zijn donkere haar was in een knot, opgehouden met een koninklijke speld, en de rest van zijn haar viel langs zijn rug naar beneden. Hij leek officiële militaire kleding te dragen.
Katara had hem eerder gezien. Hij had zijn zus een paar keer bezocht, en hij had haar en haar vrienden ook achterna gezeten. Maar, ze was zijn naam vergeten.
Ze werd voor hem neergezet, een tafel tussen hen in. Hij keek haar aan, nam haar in zich op, en wierp een blik op haar halsketting. Zijn lippen krulden om in een angstaanjagende grijns.
De dwangbuis voelde onaangenaam warm aan en ze voelde het zweet vormen op haar haarlijn.
“Het meisje van de Zuidelijke Waterstam,” sprak hij zachtjes. “Een geweldige waterstuurder. Zeer beschermend. Maar ook erg” hij leunde dichterbij, “zwak.
Katara wilde zijn ongelooflijk knappe hoofd van zijn romp afrukken.
“Ik neem aan dat je al weet wie ik ben want… we zijn elkaar al een paar keer tegengekomen.” Zijn ogen glommen vervaarlijk. “Maar ik zal me formeel introduceren. Ik ben kroonprins Zuko van de Vuurnatie. Mijn zus Azula heeft je al een paar keer achtervolgd. Ik verontschuldig me voor haar irrationele gedrag. Ze lijdt vaak aan driftbuien.”
‘Driftbuien’ was nogal mild gezegd.
“Ik moet zeggen, Katara van de Zuidelijke Waterstam, je groep is ongelooflijk slim. Zelfs zonder jouw hulp. Ze blijven ontsnappen. Ze verslaan mijn zus, een zeer getalenteerde vuurstuurder, keer op keer, ontglippen de vuile vingers van Zhao, één van de meest getalenteerde generaals van mijn vader, voortdurend, en het allerbelangrijkste: je geliefde luchtmeester lijkt heel veel nieuwe dingen te leren. En daar heb ik één ding over te zeggen.”
Hij zweeg, alsof hij wilde dat ze sprak. Katara beet op haar tong en voelde een druppel zweet langs haar slaap naar beneden glijden.
Zuko zuchtte. “Ik wil je graag helpen.”
Voor het eerst in maanden kwam er geluid uit Katara’s keel. Een lach. Een lach die haar buik pijn deed doen en haar klamme huid verhitte. Haar vuile haar hing in slierten voor haar gezicht terwijl het zweet in haar ogen gleed. “Pardon?” vroeg ze tenslotte, een glimlach op haar gezicht. “Je wilt helpen?”
Zuko trok één van zijn perfecte wenkbrauwen op. “Stotterde ik?”
Haar glimlach gleed van haar gezicht. “Je bent serieus?”
“Natuurlijk.” Hij zei het alsof de gedachte dat hij een grapje over de kwestie maakte hem deed walgen. “Luister. Ik vertrek morgen met mijn schip naar het Aarderijk. Ik mag een gevangene van mijn eigen keuze meebrengen. En ik kies jou.”
Katara fronste. “Je neemt me mee als - als troostmeisje?”
“Nee,” zei Zuko op een harde toon. “Waarom zou ik?”
Ze vernauwde haar ogen.
“Nee, dat is walgelijk.” Hij trok zijn neus op. “Ik zal mezelf niet verlaag tot Zhao’s nivea, dankjewel.”
Oh. Een golf van opluchting ging door haar lichaam heen. “Waarom neem je me mee dan?”
Zuko zuchtte opnieuw. “Omdat jou en je groepje van losers wil helpen. Je weet wel, de Avatar, de aardesturen, en die rare jongen met de boomerang-”
“Ze heten Aang, Toph en Sokka.” Onderbrak ze hem koppig. “En ze zijn geen losers.”
“-zijn een tijdje geleden in het Aarderijk gespot.” Vervolgde hij, haar onderbreking negerend. “En dat is de reden waarom we er naartoe gaan. Het is onze beste kans om hen te vinden.”
“Laat je me uit dit afschuwelijke pakje?”
“Wat-”
“Laat je me sturen? Zit ik niet in een cel? Krijg ik goed te eten? Heb ik een constante toegang to water?” ze perste haar lippen op elkaar. “Als je me dat niet kan geven ben ik hier beter af.”
“Ik laat je sturen.” Zuchtte hij, voor de derde keer al. “Je krijgt een mooie kamer toegewezen. Je zult altijd goed eten. Mijn oom Iroh gaat mee en hij heeft een lijst naar de kok gestuurd met ik-weet-niet-wat-aan-eten dat aanwezig moet zijn. En je bent op een schip.” Zuko liet zijn spottende ogen de hare ontmoeten. “Er zal altijd water om je heen zijn. Oom zal je vaak uitnodigen op de thee.”
“Oh.” Ze wilde niet toegeven. Niet zo snel, in ieder geval. “Dus ik kan vrij over het schip rondlopen?” concludeerde ze meer dan dat ze vroeg.
Zuko knikte zwijgend.
“Hmm,” ze beet op haar lip en veinsde een bedachtzame blik. “Ik ben nog er nog niet helemaal zeker van.”
“Bij Agni,” gromde de prins. “Zeg gewoon dat je meegaat.”
Katara knikte een paar keer. “Oké,” zei ze. “Ik zal meegaan.” Alles beter dan hier.
“Geweldig.” De prins stond op en schonk haar een glimlach. “Ik zal het nieuws overbrengen. Houd je nog een tijdje taai hier, oké?”
Hij verdween.
Een tijdje later werd ze teruggebracht naar haar cel door twee soldaten. Katara’s longen brandden weer. Maar een nieuwe hoop, een soort vastberadenheid, had zich gevestigd in haar hart.
De warmte maakte haar niets meer uit.
Reacties:
Wat leuk, ik ben erg blij dat er een tweede deel komt!
Ik ben benieuwd waar je met dit verhaal heen gaat; ga je het om haar en Zuko laten draaien, of om het terugvinden van Aang & co?
Oh God I love thisss. Please write more!. I beg you