Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Het Verlaten van de Oase » Hoofdstuk dertien
Het Verlaten van de Oase
Hoofdstuk dertien
Langzaam verdween de structuur van vragen, werd het gesprek natuurlijker, begon Albus zich op zijn gemak te voelen. Hij praatte met zijn peetvader, niet met zijn docent. Hij vertelde over de gebeurtenissen en de mensen die zijn oase hadden verstoord.
Over Louis die zo verliefd was op Josephine dat hij alles er voor over had om haar terug te winnen.
Over Josephine die zijn wereld binnen was gedanst met al haar vrolijkheid en hem mee probeerde te trekken in de dans.
Over zijn vader en moeder die een brief hadden geschreven omdat ze zo bezorgd waren.
Over Lily die een meisje aan hem op probeerde te dringen.
Over Josephine die een lijst had opgehangen om meisjes te verzamelen die met hem naar Zweinstein wilden.
Over James die zich gedroeg als een echte oude broer en zich zorgen om hem maakte.
Over zijn moeder die langs wilde komen.
Over Louis die zulke sterke gevoelens had dat Albus er eigenlijk van schrok en zich ’s avonds wanneer hij niet in slaap kon komen zich afvroeg of hij ook ooit zulke sterke gevoelens zou hebben.
Over Josephine die zo irritant kon zijn en maar niet op wilde geven.
Over Josephine die al een dag opgesloten zat in haar slaapzaal.
Over Josephine die hem kon laten lachen.
Marcel luisterde, onderbrak hem niet, oordeelde niet. Albus voelde een last van zijn schouders afvallen. Hoe meer hij sprak, hoe vrijer hij zich voelde, hoe vrijer hij sprak. Hij durfde alles te vertellen, alles behalve dat Louis toe had gegeven te weten wat voor effect zijn brief zou hebben. Hij wist dat Marcel dat niet zou kunnen laten gaan, dat het gesprek dan niet meer tussen hen, de vier muren en de planten zou blijven.
“Ik voel me gevangen in een web, tussen de verlangens van al mijn vrienden. Ik wil eruit, maar dat kan ik niet zonder iemand teleur te stellen.” Albus zuchtte en begroef zijn gezicht in zijn handen. “Ik wil eruit.”
Voor het eerst sinds hij zijn verhaal begon, stelde Marcel een vraag. “Weet je dat zeker?”
Verrast keek Albus op. Hij hield zijn hoofd schuin. “Hoe bedoel je?”
Marcel schokschouderde. “Er zitten niet alleen maar nadelen aan de situatie.”
Albus schudde zijn hoofd. “Mijn leven was zoveel rustiger even geleden.”
“Dat is zo.” Marcel leunde achterover in zijn stoel. “Wat vind je van wat James tegen je heeft gezegd?”
Albus had moeite met het verwoorden van zijn gevoelens. Zijn gevoelens vulden zijn hersenen met z’n allen tegelijk, zigzagden door elkaar, maakten het troebel. Hij voelde schuld, schaamte, blijdschap, onzekerheid. Uiteindelijk liet hij zijn hoofd hangen en gaf hij toe. “Misschien had hij gelijk,” zei hij.
Misschien was ik niet gelukkig, dacht hij.
Marcel bood Albus een nieuw boterbiertje aan, wat hij gretig aannam. Albus wilde nergens aan denken.
“Waar denk je aan?”
Albus zuchtte. “Ik weet het niet.”
“Denk je aan Josephine?”
“Misschien.”
“Wordt het misschien tijd om haar op te gaan zoeken?”
“Misschien.”
Albus dronk zijn boterbier in stilte op. Hij wist dat zijn peetvader gelijk had. Hij had zoveel vragen die hij alleen aan Josephine kon stellen, hij moest haar wel zien. Wat hij zich ook realiseerde maar niet toe wilde geven, is dat hij bezorgd was om haar.
Hij bedankte Marcel voor het boterbier en zijn tijd. Marcel wuifde het weg en zei aan zijn ouders te kunnen schrijven dat alles goed ging. Albus was alweer vergeten dat dat de insteek van het gesprek was geweest.
Toen Albus de leerlingenkamer binnenkwam, moest hij tot zijn teleurstelling vaststellen dat Josephine er wederom niet was. Hij vroeg Lily om in de slaapzaal te kijken.
“Als je uitgaat met Bianca.”
Albus schudde zijn hoofd. “Nee.”
Ze zuchtte. “Oké dan, maar enkel omdat je mijn jongste broer bent!”
Lily kwam terug met een meisje aan haar zijde. “Ze was er en ze wilde met je praten, wonderen bestaan nog!”
Albus herkende het meisje niet als Josephine. Dit meisje had geen blauwe ogen, maar donkerbruine. Haar haren waren rood, niet lichtbruin.
“Zijn jullie nu allemaal me al een week aan het afkraken dat ik Josephines naam niet wist en kom je nu met een totaal verkeerd meisje naar beneden?” snoof Albus.
“Ik ben wel Josephine,” zei het meisje en Albus herkende haar stem.
Albus kreunde. “Bij Merlijn, wat heb je nu weer gedaan?”
Ze haalde haar schouders op en duwde hem richting de uitgang. “Zullen we ergens anders praten?”
In een ongebruikt lokaal stak Albus meteen van wal. “Wat heb je met je uiterlijk gedaan?!”
“Dit?” vroeg ze nonchalant. “Oh, ik wilde even wat anders. Wat vind je er van?”
Albus gromde. “Laten we ter zake komen, ik heb geen zin om er omheen te draaien.”
Josephine sloeg haar armen over elkaar heen. “Ik heb wel zin om er omheen te draaien, ik houd helemaal niet van serieuze gesprekken. Na meer dan een dag opgesloten gezeten te hebben in de slaapzaal wil ik het eerst even leuk hebben.” Ze ging in kleermakerszit zitten en klopte op de grond naast haar. “Dus, Allie, vertel me eens, hoe gaat het met je liefdesleven?”
Albus gromde weer.
“Kom kom, niet zo agressief. Je klinkt als een hond, zeer onaantrekkelijk voor ons mensen. Is er nog iemand van de lijst op je afgestapt?”
“Bij Merlijn, gelukkig niet!”
Josephine keek vragend. “Wat vreemd, ondertussen zou Willemijn aan de beurt zijn.”
“Misschien heeft ze het succesverhaal van Kim gehoord,” zei Albus terwijl hij met zijn ogen rolde.
“Vond je het een succesverhaal?” riep Josephine enthousiast. “Ik wist het wel! Ik wist wel dat je het uiteindelijk zou gaan appreciëren!”
“Sarcasme, Josephine,” verklaarde Albus. “Sarcasme.”
“Misschien is het een idee als Uwe Majesteit dat wat minder gaat gebruiken, het schrikt potentiele vrienden af. Ik vind het een wonder dat ik het zelf met je volhoud. Ik blijf erbij, je bent best wel een minkukel.” Ze schraapte haar keel. “Ik heb best wel goede ideeën over hoe je populairder kan worden. Idee een: ik geef je een complete make-over, zoals ik ook bij mezelf heb gedaan, waardoor niemand je meer herkent en niemand weet wat voor flubberwurm je bent, en je helemaal opnieuw kan beginnen!”
Albus had zijn weinige geduld verloren en onderbrak haar. “Ik wil het over serieuze zaken hebben.”
Haar houding veranderde compleet, opeens leek ze heel klein. “Als jij dat wilt,” stemde ze in.
Reacties:
Is Josephine heel goed in gedaanteverwisselingen of zo? Of is ze een transformagiër, zoals Tops?
Aaah dit is zo leuk (:
Josephine is een mysterieus meisje, maar dat maakt haar wel leuk. Fijn dat het gesprek tussen Albus en Marcel zo goed was
Ik ben benieuwd hoe dit verder gaat.
Over dit hoofdstuk heb ik niet zoveel te zeggen. Het voelt een beetje als vuller, als niets meer dan opbouwen naar hun serieuze gesprek.
Maar Josephine is terug! <3 Wat heb ik haar gemist, jemig. Albus is zo seriesus en emo heel de tijd, Joos is steeds een zucht van frisse wind als ze er is.