Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Siënna » Opluchting
Siënna
Opluchting
Paar uur later zijn Bill en Simone ook wakker. Ik denk dat het slim is als ik niet onmiddellijk vertel dat de vriendelijke verpleegster mij bij Tom heeft binnen gelaten. Aangezien wij geen nieuws krijgen en nog altijd niet binnen bij Tom mogen besluiten ik en Bill om even naar huis te gaan. Als wij terug zijn gaat Simone ook even naar huis. Zij doet al wat vriendelijker tegen mij. Niet te veel van verwachten maar zij spreekt ten minste in volzinnen tegen mij en niet meer in het Duits. Zo kan ik ten minste alles verstaan.
Als ik en Bill terug naar het ziekenhuis rijden wordt er niet veel in de auto gezegd. Ik denk dat wij beide het gevoel hebben dat als wij niet over de situatie praten, dan is dit alles niet echt. Aangekomen in het ziekenhuis, zien wij dat de dokter met Simone aan het praten is. Hopelijk is er goed nieuws.
‘Ah, jullie zijn ook terug.’ Zegt de dokter, als hij Bill en mij ziet aankomen hollen.
‘Wat ik dus net aan het zeggen was, de medicatie slaagt aan. Hij heeft nog koorts maar ik zie wat beterschap. Zoals ik al vermoedde heeft hij de Meningococcensepsis virus maar gelukkig hebben wij snel kunnen handelen.’ Ik snap nog altijd niet hoe hij Meningoco… whatever in één adem kan uitspreken maar ik ben zo blij dat ik hem wel kan kussen. Blijkbaar denkt de da mama van Tom ook zo over want ze vliegt de dokter rond de hals. Eindelijk kunnen wij allemaal opgelucht adem.
Rond 18 uur mogen wij zijn kamer terug binnen. Hij blijft de hele tijd doorslapen maar ik vind het niet erg. Hij heeft zijn slaap nodig en ik ben al blij dat hij niet zo warm aanvoelt als ik zijn voorhoofd aanraak. Paar uur terug stond hij in brand.
Om 20 uur besluit Simone om naar huis te gaan. Nadat zij 10 keer gevraagd heeft om haar te bellen als Tom wakker wordt. Bill en ik besluiten om nog even te blijven. Maar als ik eerlijk moet zijn ben ik meer dan uitgeput en zelfs een conversatie met Bill voeren is nu een heel opgaven. Hij voelt zich minsten even moe want na paar minuten valt hij in slaap op de bank. Ik kan het niet laten om terug bij Tom te gaan zitten.
Als de verpleegster binnen komt om 20 uur vraagt zij heel vriendelijk om Tom zijn kamer te verlaten. Wij mogen wel altijd in de gang wachten. Ik maak Bill wakker en wij besluiten om naar huis te gaan.
‘Ik heb het gevoel dat ik nu vrij kan ademen. Stel u voor Si dat hij… oh ik wil er niet aan denken.’
‘Ik ook niet Bill en het beste is als wij gewoon dit alles zo snel mogelijk achter ons laten.’
‘Jij hebt gelijk. Oh man ik ga slapen als een baby.’ Zegt Bill en kan een geeuw niet onderdrukken. Eens thuis aangekomen. Lopen wij allebei naar boven om te slapen. Compleet uitgeput, fysiek en mentaal.
De volgende morgen word ik pas tegen de middag wakker. Lichtjes in paniek schiet ik recht en spurt naar de badkamer. Wat als Tom al wakker is en daar is niemand. Shit hé, waarom heb ik geen wekker gezet? Ik denk dat ik de wereldrecord douchen heb verbroken. Op 5 min tijd sta ik gewassen en terug aangekleed in de kamer. Ik loop de keuken binnen en zie een briefje liggen.
Moet dringend weg maar ik zie je wel in het ziekenhuis. B
Als ik om Tom zijn kamer binnen ga zie ik dat hij wakker is. Ik kan mijn enthousiasme niet bedwingen en maak bijna een sprong van geluk. Als hij mij ziet moet hij lachen.
‘Hey.’
‘Hey.’
‘Hoe voel jij je? Heb je nog koorts?’
‘Neen, de verpleegster is net geweest, helemaal koortsvrij.’ Ik glimlach en loop wat dichter naar zijn bed.
‘Kunnen wij praten Si?’
‘Ben je daar niet te moe voor? Het kan wachten tot je terug thuis bent.’
‘Neen ik wil dit uitklaren tussen ons.’
‘Eigenlijk valt er niet veel uit te klaren. Ik had je moeten geloven en ik had niet zo koppig moeten zijn. Diep van binnen heb ik altijd geweten dat jij mij zo iets niet zou aan doen.’
‘Daar ben ik heel blij om maar jouw reactie is volkomen begrijpelijk. Ik weet niet wat ik zou doen moest het andersom geweest zijn.’ Ik zucht en schuif wat dichter naar hem toe, voor ik verder ga.
‘Kijk het zit zo. Ik hou van jou en jij houdt van mij en ik zie niet in waarom wij ongelukkig moeten zijn als wij ook gelukkig kunnen zijn. Wij moeten leren om gewoon lief te hebben en liefde terug te krijgen en de rest in volkomen onbelangrijk.’ Tom kijkt mij met opgetrokken wenkbrauwen aan.
‘Jij hebt gelijk. En zo als je in het begin hebt gezegd wij zijn niet perfect. Wij zijn hier om onszelf te ruïneren en om onze harten te breken.’
‘Hopelijk komt dat laatste niet al te vaak voor.’
‘Daar hoop ik ook op Si want, eerlijk? Ik zou niet meer zonder jou kunnen. Dat heb ik de afgelopen maand wel ondervonden.’
‘Zal ik je een geheim vertellen?’
‘Ik kan niet wachten.’
‘Ik ben niet van plan om je nog alleen te laten.’ Zijn wondermooie ogen twinkelen weer en ik weet dat alles goed komt. Wij zijn misschien niet perfect maar wij zijn perfect voor elkaar.
Wij zijn een week verder en Tom mag eindelijk mee naar huis komen. Hij mag nog twee weken niet werken en moet veel rusten maar iedereen is enorm opgelucht dat wij hem niet meer moeten bezoeken in een ziekenhuis.
Mijn werk heeft de voorbije dagen 3 maal gebeld om te informeren wanneer ik nu eindelijk terug kom werken. Ze waren niet zo blij met mijn antwoord en om eerlijk te zijn denk ik dat ik één van de dagen een telefoontje van Lori krijg. Om te zeggen dat mijn werk een aangetekend schrijven heeft gestuurd om mij mijn ontslag te geven. Het ergste is dat het mij niet kan schelen en dat ik zelfs ergens opgelucht ga zijn. Ik heb veel zitten nadenken over hoe dat wij nu verder moeten. Ik kan niet terug naar België. Ik geloof niet in latrelaties! Tom en ik hebben hier nog niet over gepraat maar ik denk dat er maar één oplossing is.
‘Schat?’ Tom zijn stem haalt mij uit mijn gedachten.
‘Huh?’
‘Als je zo gaat fronsen dan krijg je rimpels.’ Ik kan het niet laten om te lachen.
‘Ga je mij nog graag zien als ik rimpels heb?’ Nu is het zijn beurt om te lachen.
‘Hmm… daar moet ik toch een nachtje over slapen hoor.’
‘Nog niet genoeg geslapen Kaulitz?’ Plaag ik hem terug.
‘Niet genoeg naast jou bedoel ik.’
‘Ah dan is het goed.’ En ik geef hem een knipoog.
‘Aan wat zat je te denken?’ Ik zal het maar eerlijk zeggen.
‘Wel, ik was aan het denken hoe dat het nu eigenlijk verder moet tussen ons.’
‘Heel simpel, jij blijft bij mij.’
‘Correctie, niet zo simpel, wat moet ik hier komen doen misschien?’
‘Je kunt hier toch werk zoeken? Geloof mij goed opgeleide mensen hebben ze overal nodig.’
Ik blijf stil zitten in de auto en staar naar de weg. Moet ik dat echt doen, moet ik heel mijn leven ondersteboven keren en naar hier verhuizen? Omdat ik niet onmiddellijk antwoord gaat Tom verder.
‘Je moet niet nu een beslissing nemen hé, denk er over na. Kijk is wat LA te bieden heeft.’
Misschien heeft hij gelijk.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.