Hoofdcategorieën
Home » De Hongerspelen » Spelen » Hoofdstuk 6
Spelen
Hoofdstuk 6
Ruby was blij dat ze net als allerlaatste moest. Ze werd al gek van het wachten nadat de jongen van district 1 geroepen was. Ze had geen zenuwen voor haar privésessie. Ze wist immers hoe goed ze was met messen. Ze hield alleen niet van het wachten. Ongeduldig zat ze op de tafel van de eetkamer en wiebelde ze met haar benen. Ze moest zich concentreren. Ze zou de capitoolsmensen helemaal voor haar winnen als ze goede punten scoorden. Het ging natuurlijk alleen maar om een indicatie. In de arena kon ze impulsief gooien. Instinct was één van haar kwaliteiten. Ze raakten altijd beter als ze het impulsief deed. Zelfs als ze lage punten kreeg van de spelmakers kon ze de tributen nog verrassen met deze kwaliteit. Maar het was beter voor haar om de mensen voor zich te winnen. De overige tributen wisten bovendien toch niet waar ze goed in was. Alleen Ace kende haar kwaliteit en hij was voorlopig nog geen vijand van haar.
“Geen zorgen. Ik heb je in het traingingscentrum gezien. Je bent verreweg de beste messenwerper van district 2.” Ace was naast haar komen staan en sprak haar bemoedigend toe. Ruby fronste. Waarom zou hij dat doen?
“Dankje,” zei ze kortaf. Misschien wilde Ace laten weten dat hij het wist. In dat geval moest Ruby hem ook laten weten dat ze afwist van zijn kwaliteit.
“Jouw speerworpen zijn anders ook niet gek.” Ze glimlachte, maar hij glimlachte terug. Ze snapte hem niet. Hij was alleen nog maar aardig tegen haar geweest. Hij wist toch wel dat ze automatisch bondgenoten waren? Hij hoefde haar niet meer te overtuigen.
“Maar goed dat we bondgenoten zijn,” merkte Ruby dan ook op. Ace knikte.
“Inderdaad.”
Ace werd geroepen. Ruby wenste hem veel geluk terwijl ze precies bedacht wat zijn strategie was. Hij werd apart gecoacht. Niet alleen tijdens de spelen, ook daarvoor. Zijn vader was één van de trainingscoaches in het district. Een hele goede nog wel. Het zou Ruby niks verbazen als Ace goed was in alles. Dat zijn vader hem zo goed getraind had dat hij met elk wapen goed overweg kon. In tegenstelling tot Ruby, die zich vanaf het begin van haar trainingsweg aangetrokken had gevoeld tot de messen. Ze was goed met ze en had over de jaren alle technieken overmeesterd. Het was niet het enige waar ze zichzelf in had getraind, ook gevechten zonder wapens kon ze goed winnen en ze had kennis van een heleboel dieren en planten. Vooral degene die je niet kon eten. Waar ze zich op gericht had de laatste dagen in het trainingscentrum waren nieuwe wapens, de wapens waar ze nooit goed in was geweest en simpele overlevingstechnieken. Ze had niet veel nieuws geleerd in het trainingscentrum, maar het was ook alleen maar de bedoeling dat haar medetributen dachten dat ze nieuwe dingen aan het leren was. Ze had ze zelfs voor de gek willen houden door expres onhandig om te gaan met de wapens, maar daar trapten ze niet in. Ieder district wist dat de beroepsdistricten trainden voor ze meededen aan de spelen. Ze waren niet goed met alle wapens, maar nooit slecht.
Ruby’s naam werd geroepen en enthousiast stond ze op. Dit was haar moment. Welk raar trucje Ace ook had uitgehaald, Ruby ging het verbeteren. Ze stapte de trainingshal in en liet haar blik door de lege ruimte gaan. De spelmakers zaten op een balkon, waar ze veiliger waren mocht er iets mis gaan.
Ze liep zelfbeheersent naar de messen. Eigenlijk wilde Ruby ze allemaal grijpen en gewoon beginnen met gooien, maar ze had de wapens van het Capitool nog nooit in haar handen gehad. Er waren verschillende soorten die van verschillend materialen werden gemaakt. Ruby moest eerst kiezen welke soort haar het beste paste voor ze begon met gooien. Nadat ze haar vingers over verschillende messen had laten gaan wist ze welke set ze wilde. De messen waren haar favoriet, maar iets anders dan thuis. Ze kon er het beste mee gooien.
Ze liep naar de poppen die de laatste paar dagen gebruikt waren voor het messenwerpen. Ruby kon de gaten zien zitten. Ze grijnsde. Al haar voorgangers hadden het niet voor elkaar gekregen om het hart te raken.
Haar eerste worp was in het hart van de pop voor haar, de tweede in het hart van de pop vijf meter verderop en alle worpen die volgden waren voor de poppen er omheen. De laatste was voor de schietschijf aan de andere kant van de kamer. Ruby hoefde niet eens te kijken om de roos te raken.
Ze ging rechtop staan, nam het beleefde applaus in ontvangst en boog kort. Ze probeerde tot de goedkeurende blikken heen te kijken om te achterhalen wat de spelmakers echt van haar worpen vond, maar kon niks anders zien dan goedkeurende knikjes en zachte glimlachjes. Ze bedankte de spelmakers voor ze de zaal verliet.
Reacties:
Hoezo is zij voorlaatste? Doen ze het meestal niet van 1 tot 12 in die volgorde, niet willekeurig? Ik snap dat je dat in het verhaal misschien anders wil doen omdat het om Ruby draait, maar het is niet erg realistisch.
Haar meswerpen is wel heel indrukwekkend. Volgens mij zou ze Ace prima kunnen vermoorden als ze wacht op een moment waarop hij niet op haar let, zodat ze zijn hart kan doorboren nog voor hij doorheeft wat ze van plan is.
Ben benieuwd of ze dat over haar hart kan krijgen tho.
Ik denk dat er "niet" ipv "net" moet staan in de eerste zin? Want ze houdt niet van wachten, dus is ze blij dat ze NIET als eerste moet.
En ik vind messenwerpen heel erg cool, dus dat is voor mij persoonlijk een extra pluspuntje van dit verhaal. ^^