Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » It's the night where miracles happen » Hoofdstuk 1
It's the night where miracles happen
Hoofdstuk 1
Het is een minuut voor zes als Harry zijn ogen opent. Het is al licht buiten, maar de donkere gordijnen voor het raam blokkeren het zonlicht. Toch weet Harry dat het al licht is. Hij weet dat als hij straks de gordijnen opentrekt het zonlicht naar binnen zal stromen. Hij weet dat Ron zich dan brommend en grommend zal omdraaien en zal mompelen ‘nog vijf minuutjes’. Hij weet ook dat hij dan de dekens van hem zal aftrekken en de jongen zonder mopperen op zal staan. Harry weet dat, omdat het al weken hun vaste ritueel is.
De wekker gaat met een luid geblèr af, maar hij weet ook dat de anderen er niet wakker van zullen worden. Toch slaat hij het ding zo snel mogelijk uit en gooit hij het laken van zich af. Hij opent de gordijnen, wekt Ron en trekt de lakens van hem af. De jongens gaan vervolgens beiden hun eigen weg. Waar Harry zich het liefst eerst aankleedt, propt Ron het liefst een boterham naar binnen voordat hij aan zijn dag begint. Zodra Harry klaar is, is Ron ook klaar en wisselen ze van plek.
Het is kwart voor zeven als de twee zich aangekleed en wel naar beneden begeven. De rode shirtjes voelen als vertrouwd aan en in Harry’s linkerhand bungelt een sleutelbos. Zij openen Hogwarts, samen met Neville, een jongen van zeventien die zorgt voor de koekjes en muffins en andere eetbare middelen in de winkel. Hij staat beneden al te wachten als ze aankomen.
‘Goedemorgen,’ zegt hij zacht. Hij ziet er nog slaperig uit, maar Harry weet dat hij zal opleven zodra de ovens aangaan en het meel rond stuift.
‘Goedemorgen,’ antwoordt Harry terug. Hij opent de voordeur met een draai van de sleutel en met zijn drieën stappen ze naar binnen. Ze weten allemaal wat ze moeten doen. Terwijl Harry de stoelen van de tafels haalt en de lichten aanknipt, start Ron de machines op en stort Neville zich op de koekjes en andere lekkernijen. Harry maakt de tafels schoon, verschuift de asbakken, bloemvaasjes en kleedjes. Daarnaast maakt hij de zithoeken met comfortabele stoelen gereed voor gebruik. Het zachte brommen van de automaten houdt hem gezelschap, net zoals het gefluit van Neville.
Om halfacht draait Harry het bordje om en staart het woord geopend naar buiten. Hij weet dat over een paar minuten de oude man naar binnen zou stappen. Niemand van hen weet zijn naam, maar ze weten dat hij er altijd een paar minuten na opening is en standaard een grote koffie besteld, met twee suikerklontjes en een vleugje melk. Soms neemt de man daar een muffin bij, soms niet. Harry vraagt zich af of vandaag een muffin dag is. Zodra Harry de laatste tafels met een vochtige doek schoonwrijft, stapt de oude man naar binnen.
‘Goedemorgen,’ groet hij de drie heren. Zij groeten hem alle drie terug. De man doorkruist het winkeltje in zijn eigen, langzame tempo en houdt stil voor de balie. Harry fluistert de bestelling van de man mee, valt dan stil. De man besteld geen muffin. Misschien komt het omdat het maandag is. Harry weet eigenlijk niet of de man elke maandag enkel een koffie neemt. Hij neemt zich voor er volgende week op te letten (hij vergeet het)
Een half uur later, net iets na achten, stapt Molly naar binnen. De moeder van Ron vindt het nog altijd leuk om in de winkel rond te hangen, ook al heeft ze nu haar zoon en een aantal vaste krachten die in de winkel werken. Elke dag werkt ze een uurtje of twee/drie in het koffiezaakje. Ze praat met de klanten, dartelt wat rond en maakt af en toe nog een koffie klaar. Na haar uurtjes verdwijnt ze weer naar boven, waar ze meestal uren later wordt gevonden met een goed boek in haar handen. De jongens groeten haar vriendelijk en ze groet ze allen persoonlijk terug. Met Neville maakt ze even een praatje over zijn familie, aan Harry en Ron vraagt ze hoe de twee hebben geslapen. Daarna gaat ze aan het werk.
De dag verloopt langzaam, vrijwel elke maandag verloopt langzaam, en Harry verveelt zich rot. De machines zijn goed schoongemaakt, de tafeltjes zijn al een paar keer afgedaan en zelfs de ramen zijn alweer gezeemd. Het logo schittert en mensen kunnen weer net iets beter naar binnen kijken. Harry zucht en neemt een slok uit z’n flesje water. Hij kijkt de winkel nog eens rond, kijkt naar de enkele klanten die verspreid aan de tafeltjes langzaam hun drankjes drinken. Soms heeft hij de behoefte om ook zo te zijn, om te kunnen genieten van zijn vrije tijd en rond te hangen met vrienden. Soms heeft hij ook de behoefte om een zorgeloos iemand te zijn, die zonder al te veel moeite aan de universiteit zou kunnen beginnen, of iemand die zonder veel moeite elke dag naar zijn kantoorbaan zou kunnen gaan. Die persoon is hij echter niet. Hij moet werken, keihard werken en dan nog vraagt hij zich af of hij over een jaar wel aan die universiteit kan beginnen. Harry hoopt het, hoopt het van harte.
Het is rond drieën, net als Harry terugkomt van zijn pauze, als het belletje van Hogwarts weer eens rinkelt. Harry kijkt op van de toonbank en grimast. De blonde lokken van Draco Malfoy zijn altijd het eerste waardoor Harry Draco herkent. Het tweede is de arrogante blik in de grijze ogen van de even-oude Draco. Harry grimast weer. De jongen doorkruist het zaakje vlug en staat al snel voor de toonbank.
‘Potter,’ sneert hij zacht, maar ijzig. Harry rolt zijn ogen.
‘Malfoy.’
‘Ik wil een latte met karnemelk en een beetje snel.’ Hierbij knipt hij tweemaal met zijn vingers en kijkt Harry strak aan. Harry vervloekt hem zacht en draait zich om.
‘Lul,’ fluistert hij het koffieapparaat toe. Enkel een rood lampje knippert in antwoord. Terwijl het koffieapparaat doorloopt, houdt Harry zich bezig met een aantal onnozele dingen, zoals het recht leggen van de servetjes, om zo Draco maar niet aan te hoeven kijken. De haat tussen de twee is groot, maar Harry weet eigenlijk niet hoe het ontstaan is. Misschien was het die ene keer dat hij voor piepte in de rij van de kantine? Dat was in de vierde, daar zou hij toch niet zo lang boos over blijven? Of misschien kwam het door die ene keer dat Harry hem per ongeluk in zijn gezicht had geslagen. Om eerlijk te zijn was dit niet eens zijn bedoeling geweest, hij was gewoon iets te enthousiast terwijl hij Hermelien een verhaal over Fred en George probeerde te vertellen. En om nog eerlijker te zijn, stond Malfoy gewoon te dichtbij. De stroom koffie is opgehouden en Harry pakt de beker voorzichtig onder het apparaat vandaan. Hij doet er een deksel op en schuift de beker over de toonbank.
‘Dat wordt dan één euro vijfenzeventig.’
Draco grabbelt in zijn zak en gooit een briefje van tien op de toonbank. Harry opent de kassa, pakt het juiste wisselgeld en laat het in de opgehouden hand van Draco vallen.
‘Fijne dag verder,’ zegt Harry. Hij onderdrukt de neiging om zijn tong uit te steken (hij is toch zeker geen zeven meer) en kijkt toe hoe Draco de winkel verlaat, zonder dat hij Harry antwoordt.
Reacties:
En om nog eerlijker te zijn, stond Malfoy gewoon te dichtbij.Waarom zou dat toch zijn :'
En again, ik heb niet veel toe te voegen aan Kay. Behalve dat latte met karnemelk me echt heel vies lijkt. Ik ben benieuwd hoe je uit deze situatie een romance gaat laten ontstaan!
Jaaa, Marcel! <3333 My baby.
Natuurlijk is hij de bakker van dienst. Hij is zo fluffy en warm, en goed zijn in Kruidenkunde vertaalt heel goed naar goed zijn in koken in onze wereld. *-*
Het koffiewinkeltje voelt heel erg aan als een koffiewinkeltje, door de omschrijvingen. En Molly! Echt heel fijn.
Also, echt alleen maar Harry kan Draco per ongeluk op z'n bek slaan. :'
Hmm, de Engelse namen storen me niet maar ik vind de mengeling van Engels en Nederlands wel storend (je gebruikte Hermelien in dit hoofdstuk, in plaats van Hermione).
Verder vind ik de beschrijving van de karakters echt heel fijn, yesss <3