Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Criminal Minds » Nooit meer dezelfde » Hoofdstuk 2

Nooit meer dezelfde

7 sep 2016 - 21:45

1262

3

220



Hoofdstuk 2

Dit waren de feiten: op een periode van zeven maanden waren er twaalf mensen gestorven. Van ze allemaal waren de lijken verdwenen; van maar een paar was de huid achtergebleven als een macaber cadeautje voor de familie en vrienden. De eerste negen slachtoffers waren van middelmatige leeftijd geweest, de ouders van verschillende kinderen. Vier koppels, één alleenstaande vader.
Daarna veranderde plots het profiel van de slachtoffers. De laatste drie slachtoffers waren tieners. Twee ervan hadden hun ouders verloren aan de seriemoordenaar.
Het klópte gewoon niet. Spencer had er al dagen over zitten tobben, maar kon nog altijd geen mogelijke verklaring vinden voor waarom deze mensen, op deze manier.
Na genoeg graven en rondvragen hadden ze ontdekt dat de ouders niet meteen de ‘Beste moeder/vader van het jaar’-trofee zouden winnen. Was het geweest om de kinderen te bevrijden van het fysieke en emotionele misbruik waaraan ze hun hele leven al onderworpen waren geweest? Moordde de unsub met goede intenties?
Maar waarom dan de kinderen beginnen aanvallen?
Spencer lag op bed in zijn hotelkamer met zijn ogen gesloten en zijn brein draaiend op volle toeren.
Misschien hadden de kinderen de moordenaar zelf opgezocht, hem betaald om de ouders om te leggen, maar kregen ze toen spijt van hun beslissing… Als dat het geval was, zouden ze de overblijvende kinderen van de vermoordde ouders moeten waarschuwen. En ondervragen.
Hij besliste dat ze sowieso een oogje op hen zouden moeten houden—na zo’n traumatische ervaring konden ze wat bescherming van de FBI best gebruiken. Er was al een van hen spoorloos verdwenen, een meisje van zeven waarnaar nog steeds gezocht werd. Er mochten niet nog meer kinderen verdwijnen.
Maar Spencer bleef niet bij deze ene mogelijke verklaring. Er was iets aan deze zaak dat hem ongemakkelijk maakte. Er was iets waarvan hij niet wist wat het was, maar dat hem deed twijfelen aan álles dat ze deden en dachten.
Het hielp niet dat hun gevangenen alles er alleen maar erger op maakten.
Zijn gedachten barstten uit elkaar toen de telefoon van zijn kamer doordringend begon te rinkelen. Hij had nog maar net opgenomen toen Gideon zei: “Kom naar de lobby. Er is een nieuw slachtoffer.”

Het bloed. Spencer dacht er pas aan toen hij het lichaam in de badkuip zag liggen. Er was zoveel bloed—spetters op de muur, lange slierten ervan gedroogd op de tegels. En er was zoveel bloed op de vorige plaats delict—poelen ervan waar de slachtoffers gevild moeten zijn geweest.
Maar alle plaatsen daarvoor… te proper. Zelfs waar bloed opgekuist is met bleekwater blijft er een spoor achter. Dat had hij niet gemerkt in de andere huizen waar mensen vermoord waren. Hij zou waarschijnlijk nog eens moeten gaan kijken, om helemaal zeker te zijn, maar de moordenaar was dus ook veranderd van manier waarop hij te werk ging…
Met zijn hand tegen zijn voorhoofd gedrukt, piekerend over het waarom en hoe, maar ook om het wilde gekerm van de hond in de achtertuin buiten te sluiten, bekeek hij de rest van het badkamertje.
Nog nooit eerder leek een zaak hem zo onoplosbaar.

Hij vond geen enkel spoor van extreem grote plassen bloed op de oudere plaatsen delict. Dit was het vierde huis dat hij bezocht; Derek was met het forensisch team aan het vaststellen waar ze het best met ultraviolet licht konden schijnen—het was immers niet zeker dat waar de huid was achtergelaten de persoon ook effectief vermoord was.
Maar op geen enkele plek viel er iets te bekennen. Hier en daar was een druppel bloed gevallen, maar zo’n dingen gebeurden in elk huishouden, zeker een met kleine kinderen.
Wel vond Spencer iets dat leek op opgedroogd slijm… of misschien was het wel opgedroogde gelatine. Zijn eerste gedachten voelden veel minder vertrouwbaar dan gewoonlijk. Het moesten twee unsubs zijn… of een unsub met verschillende persoonlijkheden. Hoe anders was de drastische omschakeling van slachtoffer en manier te verklaren?
“Ik ga terug naar het politiebureau,” zei Spencer, pulkend aan de mouw van zijn jas. “Ik kan hier niet denken.”
Maar hij was bang dat hij nergens zou kunnen denken.

“Jullie hebben onze hulp nodig,” verkondigde Bobby Bonham zodra ze de verhoorkamer binnenwandelden. Alleen al omdat hij het was, en niet de broer waarvan de mond nooit stilstond, overwoog Spencer de waarheid ervan.
Het was een tactiek, uiteraard—een soort van ‘good cop, bad cop’. Goede broer, slechte broer. Dan was Bobby zeker de meer aangename, al was het maar omdat hij de inname van aspirine in het politiekantoor niet verhoogde.
“We lossen genoeg zaken op per jaar om niet de hulp van twee amateurs nodig te hebben, dankjewel,” mopperde Derek, die er alvast voor was gaan zitten om de broers nogmaals te verhoren—bij gebrek aan andere verdachten om te verhoren, waren zij het enige dat ze hadden. De psychiater was nog bezig met de kinderen.
De jongste keek Spencer recht aan—het oogcontact zinderde door hem heen. Er lag iets doods achter die ogen. Hij had dingen gezien die hij nooit meer zou kunnen vergeten en het had littekens op zijn ziel aangebracht.
“Mag ik een paar minuutjes alleen met hem?” Hij glimlachte naar Derek en Hotchner, wuifde hun verwarde uitdrukking weg. “Ze zitten zo goed als vastgeketend aan de tafel. Wat kunnen ze doen?”
“Je hoofd op hol brengen.” Hotchner duwde zijn vinger tegen Spencers voorhoofd, maar opende wel de deur en leidde Derek naar buiten.
Of ze écht weg waren, of alleen maar achter het glas waren gaan staan, wist hij niet. Maar dit was genoeg privacy voor het gesprek dat hij wilde voeren.
Hij haalde diep adem, liet kalmte wederkeren, en ging tegenover de broers zitten. Met zijn handen gekruist op de tafel keek hij hen aan. “Wat weten jullie?”
“Meer dan jullie, anders had je hem al lang gevonden.” De oudste. “Hoe lang is het al geweest? Twaalf dagen? Het is alsof jullie willen dat er meer doden vallen.”
De jongste haalde onbeholpen zijn schouders op. “Wat hij probeert te zeggen, is dat wij toevallig weten in welke richting jullie moeten zoeken.”
Hoewel ze oprecht klonken en er niet uitzagen alsof ze aan het liegen waren, had Spencer toch moeite met hen geloven. “Oh ja?”
“Ooit al gehoord van gedaanteverwisselingen?”
“Wat, zoals in Harry Potter? Transfiguraties met professor Anderling?”
De oudste rolde met zijn ogen, de jongste grijnsde en zei: “Ja, zoals dat. Maar dan echt.”

Dean en Sam Winchester waren jagers van het bovennatuurlijke. Spencer durfde het nauwelijks te geloven, bang dat dit zijn brein was dat een spelletje met hem speelde (bang dat hij wakker zou worden uit zijn delirium, om dan te ontdekken dat zijn vrienden hem hadden laten opnemen in een instelling na een psychotische episode), maar hij was nog banger voor meer slachtoffers en zij kwamen duidelijk nergens met hún aanpak.
“Ah, wat voelt het goed om weer vrij te zijn.” Dean strekte zijn gehandboeidde armen boven zijn hoofd uit en liet zijn schouders krakken. “Nu ja, vrij…”
“Die blijven aan. Ik heb al genoeg op het spel gezet om jullie naar een plaats te brengen die niet de verhoorkamer of jullie cellen zijn.”
Woodbridge was een slaperig dorpje, met heggen en bosjes nauwkeurig bijgeknipt met vaste interval, de straten netjes aangelegd, de huizen in perfecte conditie. Het voelde ook nép aan, al die perfectie gemaakt. Dat was niet zo verbazend, zo dichtbij Washington.
Quantico voelde net hetzelfde aan.
Spencer hechtte normaal gezien nooit zoveel waarde aan zijn instincten. Logica werkte beter; zijn opleidingen steunden zijn gedachten en daardoor ging het bijna nooit mis. Nu volgde hij een onderbuikgevoel; een gevoel dat zei dat er iets was dat hij niet kende, waardoor hij de zaak nooit zou kunnen oplossen.
Als hij de unsub wou vangen, moest hij een duik nemen in het onbekende. Gelukkig maakte hij zich dingen snel eigen—hopelijk snel genoeg om het dorp weer veilig te maken.


Reacties:


MoonRocker zei op 10 nov 2016 - 19:13:
“Jullie hebben onze hulp nodig,” verkondigde Bobby Bonham zodra ze de verhoorkamer binnenwandelden.

Oooooof course.
“Ooit al gehoord van gedaanteverwisselingen?”

AHHH JA gatverdamme dat gedoe.

OMG Reid met de Winchesters djaflkjlfsd I am excite<3


xNadezhda zei op 8 sep 2016 - 13:15:
Dan was Bobby zeker de meer aangename, al was het maar omdat hij de inname van aspirine in het politiekantoor niet verhoogde.
*huilend-van-het-lachen-emoji*

IK BEN ZO BENIEUWD YO. All-caps excitement. Het leest zo fijn en makkelijk weg, en de persoonlijkheden van Sam & Dean zijn zo on point, in maar een paar zinnetjes.


1Dzayn
1Dzayn zei op 8 sep 2016 - 7:52:
I mean, plottwistt!!! Ik had niet verwacht dat Supernatural er tussendoor zou worden gegooid, want er is nergens sprake van een cross-over, maar het is wel interessant.