Hoofdcategorieën
Home » Overige » healing in the past, » once upon a time
healing in the past,
once upon a time
'Harry Potter dus. Hij was niet alleen een wees maar ook nog eens een straatjongen, gedwongen te stelen om te overleven. Dit doet hij samen met zijn maatje...Artful Dodger.'
'Interessante naam.' Merkte Hadley geamuseerd op. Claire leek elk moment haar eigen rok te kunnen opeten toen ze zelf de naam leek te herkennen.
'Op een dag worden ze echter betrapt en moeten ze het op een lopen zetten. Dodger wordt al snel gepakt, en Harry kan nog maar net door het raam van een openstaand huis klimmen om zich te verstoppen. Zijn achtervolgers geven het echter niet op, en beginnen aan iedere deur te kloppen, met de eis dat ze binnen mogen zoeken naar de dader. Niet veel later hoort Harry voetstappen die naar de kamer lopen. Harry wist dat als ze hem zouden vangen, hij vast en zeker zou worden opgehangen. Dus probeert hij zich te verstoppen. De enige verstopplek die hij echter had was...Was een kleerkast.'
'Waar ze natuurlijk meteen in gaan kijken.'
Hadley leek echt geen flauw idee te hebben waar dit verhaal heen ging, en om eerlijk te zijn, Cat ook niet.
'Wel, als je werkelijk wanhopig bent, probeer je natuurlijk alles. Dus Harry klom in de kast, die overig vol leek te gangen met bontjassen. De stemmen kwamen steeds dichterbij De wanhopige Harry zet een stap achteruit, en nog een tot hij uiteindelijk besefte dat hij in sneeuw aan het stappen was.'
Voor even beschreef Cat niet meer dan de omgeving, terwijl haar hersenen overuren aan het draaien waren.
'Uren bleef Harry lopen tot hij uiteindelijk uitgeput neer zakt. ondanks de jas die hij had meegenomen was hij tot op het bot bevroren. En dan hoorde hij iets. Eerst dacht hij nog dat hij het zich had ingebeeld had, een truck van zijn eigen uitgeputte brein. Maar daar was het weer, de bomen achter hem begonnen te bewegen en voor Harry het besefte stond hij oog in oog met een beer. Tenminste, hij dacht dat het een beer was. De vorm kwam dan misschien wel overeen met de bruine beren die hij wel eens in een reizend gezelschap gezien had. Maar de vacht van dit exemplaar was zo wit als de sneeuw, en zijn ogen waren zo rood als de vuren van de hel. Harry wou wel vluchten, maar zijn benen weigerden nog langer dienst. Bulderend hief het beest zijn poot op, klaar voor de genadeslag. Maar toen riep het beest weer, niet van woede maar van pijn. Bloed vloog in het rond toen een lange dolk de poot doorboorde. Verbijsterd keek Harry achter zich, en zag daar een jonge vrouw staan, met een tweede dolk in haar hand...'
'Kom op, dit meen je niet. Dit ben je gewoon aan het verzinnen.'
Abrupt stopte Cat haar relaas.
'En hoe kom je daar nu weer op?'
'Een vrouw? Die een beer te lijf gaat met enkel een paar messen? Dat is echt iets dat alleen jij kan verzinnen.'
'Juist ja. Want vrouwen zijn het zwakkere geslacht. Moet ik je herinneren aan een bepaald voorval tussen ons beide?'
'Daar gaan we nu niet over beginnen. Maar toch zweer ik het je, je verzint dit zelf.'
'Misschien wel ja. Wil je dan dat ik er mee ophoud?'
'Wel nee. Ik ben benieuwd waar dit naar toe gaat. Dus een vrouw met voorliefde voor messen,' Toen draaide hij zich naar Claire. 'Waar zou ze dat vandaan hebben?'
Claire zuchtte gefrustreerd.
'Woedend hief het beest zich op, maar maakte daarbij een cruciale fout. Met een gerichte zwaai gooide ze haar mes recht in het hart van het beest. Het beest viel neer en de vrouw liep op Harry af, duidelijk woedend. 'Idioot, wie neemt het nu in zijn eentje op tegen een ijsbeer?' Riep ze, terwijl ze haar wapens uit het beest trok en schoonmaakte met haar rok. Toen pas leek de toestand van de jongen tot haar door te dringen. Ze kon nog maar net voorkomen dat de jongen met een harde knal op de grond viel. Harry had er geen idee van hoe lang hij buiten westen was geweest, maar toen hij wakker werd, lag hij in het grootste bed dat hij ooit gezien had, in een kamer met een vrolijk brandend haardvuur. De jonge vrouw van zo even was ook aanwezig. Ze begroete hem vrolijk en stelde zichzelf voor als Elizabeth Bennet.'
Wederom werd ze onderbroken, ditmaal door Claire die overvallen werd door een vreselijke hoestbui.
'Euh, verslikt.' Verontschuldigde ze zich snel.
'Dus, toen Harry zich sterk genoeg voelde om op te staan leidde Elizabeth, die er op stond om Lizzie te worden genoemd hem naar een grotere zaal, waar twee mannen aan een tafel zaten. Lizzie stelde hen voor als Fitzwilliam Darcy, een man met een knap adellijk gezicht, maar die er vooral erg arrogant uitzag. De andere man zijn naam bleek Abraham Lincoln te zijn, hij leek gelukkig aangenamer in de omgang te zijn dan zijn collega, hij zag er dan ook erg grappig uit met zijn zwarte hoge hoed, en zijn kleine ringbaardje. Als je de bijl aan zijn riem niet meetelde, dan had hij kunnen doorgaan voor een lieve oude bejaarde. De arrogante Darcy begon meteen met het ondervragen van Harry. Die liet zich echter niet intimideren en vroeg op zijn beurt waar hij beland was. De arrogante kerel was duidelijk niet gewoon om tegen gesproken te worden, en wist even niet meer wat hij moest zeggen. Wat Lizzie dan weer erg amusant leek te vinden. 'Je weet dus echt niet waar je bent?' Harry begon te vertellen over het voorval in de kleerkast. Dat hij nog nooit eerder een beer gezien had zoals die in het bos. En dat hij al zeker geen idee had waar hij nu eigenlijk was. 'Jongen, je had geluk dat het geen gepantserde ijsbeer was. Die had zelf Lizzie niet in haar eentje aangekund.' 'Dat zeg jij, Darcy. Maar doet er niet toe. Als hij werkelijk beweert van een andere wereld te komen, dan besef je toch wie hij kan zijn?' 'Die snotneus? Je gaat me toch niet zeggen dat hij het is?' De drie begonnen te discussiëren en leken Harry totaal vergeten te zijn. 'Laat ze maar, als ze eenmaal beginnen zijn ze niet meer te stuiten.' In de deuropening was er een meisje verschenen van ongeveer zijn leeftijd. En zonder twijfel het meest mooie wezen dat hij ooit gezien had. Met haar heldere blauwe ogen en kastanjebruine haar, waar een witte streep doorliep.
'Jij moet die jongen zijn die Lizzie gevonden heeft. Mijn naam is Anna, prinses van Arendelle.'
'Oké jongens, zo is het wel genoeg. We zitten hier al meer dan een uur en Hadley heeft zijn rust nodig.'
'Maar ik wil weten hoe het verder gaat.'
'Dat kan op een andere keer. Zoals ik al zei, jij moet rusten. En ik heb trouwens nog iets te bespreken met Cat.'
De toon waarop ze het zei, voorspelde niet veel goeds. Hadley trok veelbetekenend een wenkbrauw op.
'Iemand zit in de problemen.' Zei hij snel, terwijl Claire door de deur liep.
'Ik kan haar wel aan.'
Ze wou zich omdraaien maar plots greep Hadley haar hand beet.
'Cat, voor vandaag, met Mhairi en zo...Bedankt.'
Plots begreep ze dat idiote verlangen naar een verhaal, het was nog niet bij haar opgekomen maar zonder zijn broer was hij was misschien even eenzaam als haar.
Ze glimlachte.
'Je krijgt het vervolg nog wel.' Zei ze, bij wijze van afscheid.
Reacties:
Wat een interessant verhaal. Harry Potter Abraham Lincoln en Anna, prinses van Arendelle en dan ook nog een kledingkast met daarachter een ander land. Ik ben net als Hadley benieuwd hoe dit verhaal verder gaat en waar Harry nu precies terecht is gekomen.
Wahaha! Wat een puinhoop van verhalen, hoe combineer je het toch?
Straks komt er ook nog een kleine knul met een ring langs
Maar goed, ik hoop dat Claire niet al te kwaad wordt...