Hoofdcategorieën
Home » Overige » Schrijfwedstrijden II » -1- Post-it date
Schrijfwedstrijden II
-1- Post-it date
Avaritia kan niet arm worden genoemd. Haar badkamer is groter dan een gemiddeld appartement en haar kledingkast is net iets kleiner dan een gemiddelde woonkamer. Toch is het voor haar niet genoeg en blijft zij werken voor meer.
‘Marcel, het maakt mij niet uit hoe je het voor elkaar krijgt, als het maar gebeurd! Al ga je op je hoofd staan.’
‘Mevrouw, ik kan niet op mijn hoofd sta-’
Avaritia draait zich bruusk om en staart haar assistent strak aan. De jongen schuift zijn zwarte bril nerveus verder zijn neus op, waarna deze prompt weer naar beneden zakt.
‘Zorg. Dat. Het. Gebeurd.’
De jongen vliegt halsoverkop de gangen van het gebouw weer in en de vrouw zucht diep.
‘Wat moet ik hier doen om iemand te krijgen die me gewoon begrijpt?’
‘Mevrouw! Uw koffie staat klaar op uw bureau, een cappuccino met foam art in de vorm van een geldbiljet, de voltooide opdrachten liggen gealfabetiseerd aan de linkerkant van het bureau en uw computer is gereed voor gebruik.’ De blonde jongen komt uit het niets en ratelt enthousiast het rijtje af. Zijn blauwe ogen houden strak oogcontact met die van Avaritia en de vrouw knikt goedkeurend.
‘Dank je wel, Niall. Je bent een schat. Wil je zorgen dat Marcel de huisbezichtiging regelt?’
De jongen salueert en verdwijnt eveneens de gangen van het gebouw weer in. Avaritia opent haar kantoor en blijft even in de deuropening staan. Het grote kantoor ligt op de hoek van het gebouw en kijkt uit over de stad. Het glazen bureau glanst in de zon en Avaritia haalt haar schouders op.
‘Misschien is het tijd voor een nieuw kantoor.’ Ze pakt een stemrecorder uit haar zak en drukt op opnemen.
‘Vraag Niall te zoeken naar een groter kantoor.’ Ze stopt het apparaatje terug in haar zak en loopt richting het bureau. Met een zucht plant ze zichzelf in de stoel achter het bureau en laat haar aktetas naast zich vallen. Haar oog valt op de koffie en ze knikt goedkeurend als ze ziet dat er inderdaad een foam art van een biljet in staat. Ze draait zich dan richting het raam en slaat haar benen over elkaar. De stad strekt zich voor haar uit en de auto’s in de straten lijken net speelgoedautootjes. Avaritia knikt goedkeurend en zakt wat achterover in haar stoel, genietend van het uitzicht.
Een klop op de deur schrikt haar op.
‘Kom binnen!’ roept ze terwijl ze opstaat.
De deur opent en een man stapt naar binnen. Zijn zwarte haar is al grijzend, maar nog zwart genoeg om te laten zien waar Avaritia haar zwarte haar vandaan heeft. Ook zijn getinte huid laat maar al te goed zien dat hij familie van Avaritia is.
‘Meneer Malik, goedemorgen.’
‘Zelfs al zijn we op kantoor, je mag me nog steeds papa noemen.’ De man rolt zijn ogen en glimlacht.
Avaritia tuit haar lippen en schudt dan haar hoofd.
‘Je weet wat hoe ik daarover denk, papa.’
‘Dat klopt,’ knikt de man, ‘en je weet ook dat ik het daar niet mee eens ben. We zullen het daar maar niet over hebben, of wel? Ik heb geen zin in een ruzie.’
Avaritia knikt instemmend.
‘Even iets anders, datgene waarvoor ik hier eigenlijk ben. We hebben een nieuwe secretaresse voor je gevonden,’ zegt haar vader snel. Het ‘’papa’’ onderwerp is alweer vergeten.
‘Echt?’ Avaritia veert op. Haar laatste secretaresse, Perrie, was ontslagen vanwege diefstal uit de kluis. De juwelen waren dan nog wel in ontwikkeling, om het zo maar te zeggen, maar de gestolen juwelen hadden toch al een waarde van zo’n twee miljoen. Ze hadden Niall bereid gevonden om Perrie’s plek in te nemen en Niall was geweldig als haar (tijdelijke) secretaris, maar zijn echte plaats was bij de slijpers. Avaritia focust haar aandacht weer op het gesprek en ziet hoe haar vader knikt.
‘Ze wacht beneden in de hal. Zal ik haar naar boven laten halen?’
Avaritia schudt haar hoofd en loopt al richting de deur.
‘Nee, ik ga zelf wel,’ zegt ze snel, misschien net iets te snel, maar ze is gewoon nieuwsgierig naar haar nieuwe secretaresse.
Haar vader knikt weer en verlaat haar kantoor. Avaritia haalt even diep adem en trekt haar jasje recht. Dan neemt ze de laatste stappen naar de deur en verlaat ze haar kantoor.
Als ze de ruime hal inloopt, zijn er slechts drie mensen te zien. Eentje zit achter de receptie, eentje is bezig met het schoonmaken van de marmeren vloer. De andere staat in het midden van de hal en staart omhoog naar het glazen dak. Als ze de hakken van Avaritia op de grond hoort klikken, scheurt ze haar blik los van het dak en richt ze hem op Avaritia. Deze stopt verschrikt en staart de vrouw aan. Ze is prachtig. Avaritia weet dat het een cliché is, maar het is zo. De blonde lokken hangen in glanzende krullen langs het gezicht en over de rug van de vrouw. Haar mantelpakje is rood en past perfect bij de kleur lippenstift op de volle lippen van de vrouw.
‘H-hallo, ik ben Avaritia Malik.’
‘Hi! Ik ben Temperantia. U bent mijn nieuwe werkgever toch?’ De blauwe ogen staan vragend en Avaritia lacht.
‘Je mag me wel aanspreken met jij hoor. Zo oud ben ik nu ook weer niet.’
Temperantia lacht en knikt.
‘Ik was gewoon beleefd.’
‘Dat is lief van je, maar anders voel ik me zo oud. Dus jij volstaat. Ga je mee naar boven? Dan laat ik je kantoor zien en zo,’ Avaritia ratelt aan een stuk door, maar ze kan het niet helpen. De vrouw maakt haar nerveus.
Temperantia knikt weer en Avaritia draait zich om. Haar hakken klikken weer op de vloer en ze zet koers naar de liften. Terwijl de twee niet praten tijdens hun rit naar boven, is Avaritia’s geest alles behalve stil. Ik zal haar krijgen, ook als is het het laatste wat ik doe. Ik wil haar.
Het is even wennen voor Avaritia, nu Niall er niet meer is, maar Temperantia is een goede vervangster. Ze is lief en aardig, maar weet toch heel veel voor elkaar te krijgen. Daarnaast neemt ze weinig ruimte in, tevreden met slechts een heel klein bureautje en een simpele computer. Avaritia heeft erop aangedrongen om toch echt gewoon het bureau in Avaritia’s kantoor te nemen. Temperantia had echter geweigerd. Het is dus even wennen voor Avaritia om met iemand te werken die niet hetzelfde wil hebben als haar, maar toch kan ze er niet kwaad om zijn. Het meisje is te aardig en te lief en Avaritia vindt alles prima, zolang ze maar elke dag op kantoor komt. Het duurt niet lang voordat Avaritia actie begint te ondernemen. Ze wilt Temperantia nog steeds, ze wilt de vrouw helemaal voor zichzelf hebben. En dus begint ze er wat aan te doen. Elke dag laat ze iets achter op het bureau van haar secretaresse. Soms is het een bloem, soms is het een chocolaatje, soms is het gewoon iets simpels zoals een post-it met een grapje erop. Temperantia lijkt het echter niet te appreciëren. Avaritia ziet haar vaak de verkregen cadeautjes weggeven aan de andere werknemers op de verdieping. Alleen de post-itjes lijkt ze te houden. Ze neemt dit als een teken dat Temperantia haar misschien niet leuk vindt, maar ze geeft het niet op. Ook al duurt het weken, misschien zelfs maanden, ze zal ervoor zorgen dat Temperantia haar wel leuk gaat vinden.
Het duurt even, maar op gegeven moment vindt Avaritia overal en nergens post-itjes. Soms zit er een op haar computer, soms op haar toetsenbord. Het komt ook weleens voor dat er een berichtje op haar koffiebeker staat geschreven. Als ze dan naar Temperantia kijkt, ontvangt ze een glimlach. Na een aantal weken heeft Avaritia er genoeg van. Ze moet en zal nu duidelijkheid krijgen. Ze pakt het post-itje van het beeldscherm en loopt haar kantoor uit. Temperantia zit aan haar bureau, ogen gefocust op het beeldscherm voor haar.
‘Hey, Temperantia?’
De vrouw kijkt op van haar werk en glimlacht als ze het post-itje in de handen van Avaritia ziet.
‘Ja?’ Haar glimlach verbreed en ze kijkt Avaritia nieuwsgierig aan.
‘Wat denk je ervan als we hier-‘ Avaritia wappert met het papiertje, ‘mee op houden en iets gaan doen?’
‘Hoe bedoel je, iets doen?’ lacht Temperantia.
Avaritia rolt met haar ogen en buigt zich wat verder over het bureau.
‘Je weet wat ik bedoel.’
‘Weet ik dat?’ Temperantia grijnst en zakt wat achterover in haar bureaustoel.
Avaritia rolt haar ogen weer en schudt glimlachend haar hoofd.
‘Je wilt echt dat ik het gewoon zeg, niet?’
‘Ik wil misschien niet veel, maar dit zou ik je graag horen zeggen. Dit wil ik wel,’ glimlacht ze.
‘Goed dan, ik zal je een plezier doen.’ Avaritia grijnst en gaat rechtop staan.
Ze glimlacht en loopt om het bureau heen. Avaritia plant haar billen tussen de nietmachine en een stapel formulieren die nog gestempeld moeten worden. Vervolgens buigt ze zich iets naar voren en glimlacht ze wat breder.
‘Temperantia, zou jij met mij op een date willen?’
De vrouw glimlacht en buigt zich wat dichter naar haar baas toe.
‘Heel graag.’
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.