Hoofdcategorieën
Home » Het Huis Anubis » Het Nieuwe Meisje » Hoofdstuk 24: De Vloek van Amneris
Het Nieuwe Meisje
Hoofdstuk 24: De Vloek van Amneris
Nevermore werd wakker op een onbekende plek. Het was groot en hol. Voor haar zat Vera te wachten tot ze weer wakker werd. Nevermore zat vastgebonden met touwen aan een bed. Ze probeerde kalm te blijven, maar het feit dat ze zat opgescheept met een psycho hielp ook al niet.
"Wat wil je van me", begon ze. "Volgens mij weet jij heel goed wat ik van jou wil", zei Vera. "De tombe", zei Nevermore. "Goed zo meisje, zie je wel dat je wel kan nadenken, ook al denk ik soms dat Wolf dat niet kan gezien hij mij verliet voor iemand zoals jij, een student!", zei Vera verontwaardigd. "Jaloerse bitch", mompelde Nevermore. Maar Vera hoorde het. "Ik zou maar oppassen met wat je zegt meisje, anders kan het hier nogal slecht met je aflopen, Wolfs pad was duidelijk uitgelegd door onze opdrachtgever, maar Wolf verzuimde zijn plicht door te dichtbij jou te komen, kijk wat het hem heeft opgeleverd", zei Vera. "Geluk, dat heeft het hem opgeleverd, wat heeft het jou opgeleverd moet je je bedenken", zei Nevermore. "Mij gaat het straks rijkdom opleveren, de mannen zullen aan mijn voeten liggen, inclusief Wolf", zei Vera. "Wolf, waarom kan je hem niet gewoon erbuiten laten", zei Nevermore. "Hij is degene die mij in dit misterie haalde Nevermore Winsbrugge Hennegouwen", zei Vera. "En waarom lig ik hier als ik vragen mag, als gevangene heb ik het recht om te weten op z'n minst waarom", zei Nevermore.
"Oh Nevermore, ik had je slimmer ingeschat. Jij lieveschat, jij bent de uitverkorne om de tombe te openen met behulp van de Graal. Jou voorouders hebben de Graal meegenomen uit Egypte, Amneris en Toetanchamon hebben blijkbaar besloten dat alleen een Winsbrugge Hennegouwen de tombe kan openen en de Graal weer kan terug brengen. Tenminste dat was waar Amneris op gehoopt had. Ze had natuurlijk niet voorzien dat er kapers op de kust waren", zei Vera genietend van het feit dat zij een van die kapers was.
"Geweldig, het enige wat ik wilde was Amneris en Toetanchamon weer rust gunnen en de Graal terug brengen waar die thuis hoort", zei Nevermore. "Als het goed is weet Amneris dat, zij kan zien of je hart puur genoeg is om de Tombe te openen", zei Vera. "Het is dan maar goed dat jij geen uitverkorne bent", zei Nevermore brutaal. "Ik geloof dat we genoeg gepraat hebben, het is tijd om actie te ondernemen en tijd voor jou om je mond maar weer eens te houden", zei Vera en ze propte snel iets in Nevermore's mond. Een vieze doek.
Ondertussen was Wolf dwars door het hek van het kasteel heen gereden zonder ongelukken er vanaf gekomen en was iedereen ongedeerd uit de auto geklommen. "Dat was gaaf dude", zei Appie. "Ik heb wat kart lessen gehad, maar met een busje door een hek rammen heb ik alleen durven dromen", zei Wolf. "Karten, awesome", zei Appie. "Je houd van haar he?", vroeg Nienke aan Wolf. "Wat?", vroeg Wolf verrast. "Never, je houd van haar", zei Nienke. "Ja, zij is mijn ware, ik voel het", zei Wolf.
Vera liep heen en weer. Het was nu alleen een kwestie van wachten, wachten tot de maan vol was, dan was het tijd. Buiten was het pikkendonker en dieren maakte geluid. Nevermore kon geen woord uitbrengen met die prop. Ze hoopte maar dat de club haar miste en naar haar op zoek was. Dat Wolf naar haar op zoek was. Tenslotte hadden ze een afspraakje gepland staan vandaag, zij was niet komen opdagen, dat was niks voor haar, meestal was zij de eerste die er staat. Hopelijk was dat Wolf ook opgevallen.
Plotseling hoorde Nevermore buiten stemmen. Bekende stemmen. "Amber, kom op zeg, er zijn hier geen spoken, spoken bestaan niet", hoorde ze Fabian geergerd zeggen. "We zijn niet op zoek naar een spook we zijn hier om Nevermore te redden uit de klauwen van Vera", zei Wolf ook geergerd omdat hij opgescheept zat met een stelletje tieners.
Nevermore was opgelucht dat ze die stemmen gehoord had. Ze zou worden gered voor Vera de Tombe probeerde open te krijgen. Nevermore wilde net geluid maken toen Vera haar handen op haar mond drukte. "Hou je bek jij ondankbaar nest, je gaat de geschiedenis in, anderen zouden zich vereerd voelen, jij nee hoor, jij voelt je hier natuurlijk weer te goed voor", zei Vera. Nevermore stikte bijna. Ze had lucht nodig. Ze ging flauw vallen, ze voelde het. "Helaas moet je de Tombe openen meisje, ik haal de prop uit je mond, je moet natuurlijk wel levend zijn", zei Vera genietend van haar macht over haar.
Meteen probeerde Nevermore te schreeuwen. "HELP, HELP ME DAN, IK BEN IN HET KASTEEL!", riep ze. "Hou je mond", zei Vera woest die haar keihard op haar wangen sloeg. Nevermore voelde het meteen branden.
"Hoorde je dat, dat was Nevermore", zei Wolf die zijn oren gespits had. "We komen eraan Never!", zei Amber. Ze rende allemaal richting het kasteel. Wolf zag nog net een jas verdwijnen op een trap en rende. "Je bent te laat, jullie zijn te laat", zei Vera grijnzend en ze had Nevermore vastgebonden aan een touw en een mes in de aanslag vlakbij Nevermore's keel. "Hou die Graal maar omhoog meisje", zei ze. "Doe haar niks aan!", smeekte Wolf. Vera nog steeds genietend van haar macht. "Jij lafaard, jij bent aan deze missie begonnen, maar de liefde heeft jou zwak gemaakt", zei Vera.
Vera liet Nevermore geen moment uit het oog. Nog steeds een mes op haar keel gericht negeerde ze de smeekbedes van Wolf en de club leden. "Nevermore het is tijd, tijd om de Graal hoog te houden", zei Vera. "Nee", stribbelde Nevermore tegen. "Ondankbaar nest, houd het omhoog, nu of ik snijd je keel door", zei Vera dreigend. Trillend hield Nevermore de Graal omhoog.
Oogverblindend wit licht verscheen. Wat er toen gebeurde was onwaarschijnlijk en onwerkelijk tegelijkertijd. Toet en Amneris verschenen als geesten voor hun ogen. Nevermore keek haar verschrikt aan. Ze voelde zich schuldig. Ze voelde zich schuldig over wat haar voorouders hadden meegenomen uit de tombe, ze had het recht willen zetten, maar niet op deze manier, nu leek het net alsof zij Nevermore, de tombe voor zichzelf wilde hebben, wat niet het geval was. Het enige wat zij wilde was Toet en Amneris bij elkaar brengen en de Graal terugbrengen naar waar die thuis hoort.
Amneris sprak. Ze sprak met een engelachtige stem. "De Tombe kan alleen worden geopend door degene met een puur hart, Wolf ik richt me nu tot jou", begon Amneris. Nevermore zag Wolf ineen krimpen. "Alsjeblieft doe hem geen pijn", smeekte Nevermore wanhopig. "Jij, jij had eerst plannen om de tombe leeg te roven, uiteindelijk heb je je laten leiden door je hart, je zag je fouten in en wilt alleen maar helpen, dit zie ik als gezuiverd en puur, jou liefde voor mijn uitverkorne is puur", zei Amneris en ze liet Wolf met rust en ging verder. "Jullie", begon ze. Ze keek in de richting van de club. "Zonder jullie was ik nu niet samen met Toet, ik ben jullie mijn eeuwige dank verschuldigd", zei Amneris.
"Mijn uitverkorne, ik richt me nu tot jou. Jij bent je voorvaderen niet, ik heb gekeken aan welke kant jij staat, jij maakt de juiste keuzes en beschermt andere mensen om de juiste keuzes te maken", zei Amneris en ze keek weer naar Wolf die ineen kromp. "Ik wensde dat de manier waarop je ons samen hebt gebracht anders was gegaan, dit verdien jij niet, niemand niet", zei Amneris. Nevermore knikte dankbaar.
Amneris richtte zich nu tot de laatste in het gebouw. "Jij, de Tombe is alleen voor degene met een puur hart, in die van jou zie ik alleen zwart", sprak ze vol woede. Ze richtte haar hand naar Vera die het uitschreeuwde van de pijn en gillend weg rende. "Die zien we voorlopig niet meer terug", zei Amneris tevreden. "Wat nu?", vroeg Nevermore voorzichtig. "Nu zeg ik vaarwel", zei Amneris tevreden en ze verdween zo snel ze was gekomen.
Nevermore die nog steeds vast zat gebonden met touwen wilde nu wel eens losgemaakt worden. Gelukkig kwam de club en Wolf haar snel te hulp. Nevermore was nog wel zwak toen ze in Wolfs armen viel, maar gelukkig dat ze weer vrij was. "Hoe voel je je", vroeg Wolf bezorgd. "Zwakjes, maar ik ben oke, ik ben zo blij dat jullie me zijn komen redden", zei Nevermore.
Appie was de eerste van de club die wat zei. "Wist je dat Wolf dwars door een hek heeft gereden met een busje om jou te redden", zei Appie. "Echt, heb je dat voor mij gedaan?", vroeg Nevermore verrast. "Waarom nog altijd die verrassing", zei Wolf die plotseling op zijn knieeen ging zitten.
Nienke sloeg haar handen voor haar mond. Geshockt. "Nevermore Winsbrugge Hennegouwen, ik weet dat we elkaar net een jaartje kennen, ik weet dat ik niet altijd eerlijk tegen je ben geweest, maar ik heb nooit gelogen over hoeveel ik van je houd, ik hoop met heel mijn hart dat je met me wilt trouwen", zei Wolf die een doosje uit zijn broekzak haalde en opende.
Nevermore keek er geschokt naar en wist even niet goed hoe ze hierop moest reageren...
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.