Hoofdcategorieën
Home » Overige » healing in the past, » the goose that lays the golden eggs
healing in the past,
the goose that lays the golden eggs
Cat haar hersenen leken overuren te maken. Het was duidelijk niet de man die ze eerder die dag in een put gegooid had. Maar ze waren overduidelijk familie van elkaar. Broer? Neef? Het was in ieder geval te veel om toeval te zijn. En wat was zijn reden om haar te hypnotiseren? Misschien was het beter om haar koppigheid even te laten varen en het spelletje mee te spelen.
'U word slaperig. Uw ogen worden zwaar. Als ik met mijn vingers knip, dan denkt u dat u een kip bent.'
Een kip? Kon die kerel nu echt niets origineler bedenken? Desondanks zakte ze door haar knieën, stak haar duimen onder haar oksels en begon die op en neer te zwaaien.
Heel de zaal begon te lachen toen ze als gek begon te tokken.
'Mijn hemel, ons kippetje staat bijna op springen. Word het geen tijd om je eitje te leggen?'
Dit moest gewoon een grap zijn. Was dit zijn rede? Om haar voor iedereen belachelijk te maken. Maar ze kon nu niet meer terug. Ze deed alsof ze plaats nam op het toilet en deed alsof ze een serieuze boodschap had. MacGregor senior leek niet meer bij te komen van lachen. Hadley en Rob keken haar aan met een blik van medelijden en amusement.
En plots stond die vent achter haar, met zijn hand onder haar kont.
'Nog een keer flink duwen. Kijk eens aan, de kip met de gouden eieren.'
Uit het niets toverde hij een mand met goud geschilderde eieren tevoorschijn. Cat had al haar zelfbeheersing nodig om de man geen mep te verkopen. Als hij haar hierna een ezel liet imiteren.
'Goed, dames en heren. Aangezien de dame zich in hogere sferen begeeft zal ze vast geen bezwaar maken om te assisteren in mijn volgende act.'
Hij greep haar pols beet en leidde haar naar het grote rad. Het begon Cat te dagen wat die kerel met haar van plan was. Iemand moest hem toch tegenhouden? Kom op. Ze kon duidelijk niet zelf beslissen of ze dit wel wou.
'Stop. Je kan dit niet doen.'
Hadley was recht gesprongen, en keek smekend naar zijn oom.
'Jongen, nu is het echt geen tijd om de spelbreker te zijn.'
'Maar hij heeft gelijk,' Trad Rob zijn broer bij. 'Die man weet waarschijnlijk wel waarmee hij bezig is. Maar ongelukken kunnen altijd gebeuren.'
'Wilt dit zeggen dat een van de twee jonge mannen zich vrijwillig aanmeld?' Vroeg Gibson sluw.
Alle ogen waren nu op de tweeling gericht. Afwachtend. Zouden ze het durven? Of zouden ze voor iedereen bewijzen dat ze lafaards waren? Cat wou het uitschreeuwen. Ze zou het zelf wel doen, ze moesten de held niet uitgangen. Maar dan zou ze toegeven dat ze helemaal niet onder invloed was. Dat stuk ongeluk had hen mooi te pakken.
'Ik ga wel.' Riep Rob vastberaden. Hadley greep zijn pols beet, maar Rob trok hem meteen weg. Met opgegeven hoofd liep hij naar het midden van de zaal.
De man liet Cat naast de constructie plaats nemen en leidde Rob naar het rad.
'Goed, goed. Applaus voor deze dappere jonge man.'
Hij bond Rob vast aan zijn polsen en enkels. Toen toverde hij uit het niets een vaas met dolken te voorschijn. Het was zo stil in de zaal, dat Cat bijna zou gaan geloven dat iedereen was gestopt met ademen.
'Aangezien de jonge dame dan toch niet mee doet, is het niet meer dan eerlijk dat ze mee kan kijken.'
Hij greep haar pols beet, en trok haar naar zich toe.
'Maar voor ik dat doe, zou ik toch even willen weten wat er met mijn neef gebeurt is.' Fluisterde hij in haar oor.
Ze keek naar hem op.
'Dus het is uw neef.'
De man knipperde verbaast met zijn ogen.
'Je hebt me voorgelogen.'
'O, wat erg. Ik zal een paar weesgegroetjes opzeggen. Benieuwd wat onze Lieve Heer zou denken over het beroep van uw neef, en volgens mij ook het uwe.'
'Wat heb je met hem gedaan?'
'Als hij nog niet dood is, dan zal het waarschijnlijk niet lang meer duren. Meer dan een dag zonder eten en drinken en gewond zijn is meestal niet zo een goede combinatie.'
Ze voelde de greep om haar pols verstrakken.
'Daar krijg je spijt van. Of beter, je vriend zal er spijt van krijgen.'
Met een vingerknip voor haar ogen bleek haar hypnose voorbij te zijn.
'Wat gebeurt hier? Waarom is meneer MacGregor vastgebonden?' Vroeg ze quasi verbaast.
'Meneer MacGregor is zo vriendelijk geweest om vrijwilliger te zijn. Als u me nu even wil verontschuldigen?'
De man had al een van de dolken vastgegrepen maar ditmaal was het Cat die zijn pols greep.
'Dit is toch niet eerlijk? U had mij als uw assistente uitgekozen. Als er iemand aan dat rad hangt ben ik het wel.'
Rob siste kwaad. Maar Cat negeerde hem.
'Het spijt me, jonge dame. Maar ik kan toch moeilijk de MacGregor weigeren? Wilt u weggaan? Of anders moet ik u dwingen.'
Nee, Rob wat doe je nou!
Ik vertrouw die vent nog niet voor een Miljoen. Ik ben nu zo benieuwd wat hier nu gaat gebeuren en hoe Rob hier uit gaat komen..