Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Schrijfwedstrijden etc » De geheimen van het wilde woud

Schrijfwedstrijden etc

15 jan 2017 - 15:14

1610

1

346



De geheimen van het wilde woud

Het nieuwe huis was in een bos. Zijn ouders – vader en stiefmoeder, zijn echte moeder zou ze nooit kunnen vervangen – wilden iets vertrouwds. Hun oude huis was ook omringd door een woud, dus toen ze dit huis vonden, waren ze verkocht. Zij wel. De kinderen niet, en Baz al helemaal niet. Baz was het liefst in het oude huis gebleven, waar de herinneringen aan de vrouw die de maan ophing nog erg levendig waren. Levendig, in tegenstelling tot hem. Levendig, in tegenstelling tot… nee. Niet daaraan denken. Het was een mooi huis. Bijna net zo groot als het huis waarin hij was opgegroeid, grootgebracht. Het huis waar hij voor het eerst Kerst vierde met Snow, waar hij besloot dat een relatie met hem (zijn voormalig aartsvijand, weliswaar) beter was dan vechten. Hij begreep ook wel dat ze een nieuw huis nodig hadden – de Magie vloeide door hun aderen en alle magie in het bos rondom hun huis was leeggezogen. Verdwenen. Weg. De grootste dode plek ooit. Die benaming was meer dan passend, want het voelde alsof alles weggezogen was. Niet alleen de magie, maar ook de zuurstof. Ze konden onmogelijk daar blijven wonen. Toch voelde het vertrouwd. De gehele familie kende het bos als hun broekzak. Maar ze moesten weg, hadden geen keus als Mages. De enige opties waren verhuizen of als Normal wonen. Alleen voelde het woud rondom hun nieuwe huis nogal… eigenaardig.

“Ik voel het niet hoor, Baz,” zei Simon, die op zijn zij naast Baz lag. Hij was (zoals vaak) blijven slapen – het was nu een stuk verder reizen naar zijn appartement met Penny.
“Misschien is het iets magisch,” fluisterde Baz, die zijn vriend aanstaarde. “Misschien verklaart dat waarom je het niet voelt.”
“Zou kunnen. Maar als ik jou zoen, voel ik het alsnog. Een beetje dan, in mijn vingertopjes. Niet zo sterk als eerst.”
“Misschien voel je alleen positieve magie. Ik weet het niet, Snow-,” aarzelde Baz.
“Simon.”
“Ook goed. Maar alsnog, ik weet het niet. Het voelt niet goed, dat is alles wat ik wel weet.”
“We kunnen op onderzoek uitgaan?” opperde Simon. Zijn vriend keek hem verbaasd aan.
“En dat lijkt je verantwoord? Veilig?”
“Nooit gedacht dat jij dat zou vragen. Wie ben je en wat heb je met Baz gedaan?”
“Goed. We gaan wel. Kunnen we Bunce meevragen?”
“Ik bel haar wel even,” antwoordde Simon. Hij kuste Baz’ voorhoofd en ging overeind zitten.
“Zet haar wel op luidspreker, wil je?” vroeg Baz. Simon knikte en toetste het nummer van zijn beste vriendin in.
“Penny!” riep hij toen ze opnam. Vervolgens zette hij het gesprek, zoals beloofd, op luidspreker.
“Hey, Simon. Je hoeft niet in de telefoon te schreeuwen, dat weet je toch wel? Ik kom je overigens niet bij je vampiervriendje ophalen, als je daarvoor belt.”
“Daar belt hij niet voor, Bunce,” zei Baz. “Maar wel een leuke bijnaam. Kun je zo snel mogelijk hierheen komen? Niet om als taxi te fungeren.”
“Oh, hoi. Ik neem aan dat dit weer eens iets is wat je pas uitlegt als ik er ben?”
“Je kent me te goed, Bunce.”
“Tot zo, Penny. Trek trouwens oude schoenen aan ofzo; het heeft geregend,” zei Simon. Vervolgens hing hij op en liet hij zich weer achterover vallen, om al snel dichter tegen Baz aan te kruipen.

Een uur later stond Penny voor de deur. Vera liet haar binnen – ze was inmiddels geen onbekende voor de Pitch Grimm familie, hoewel er altijd een spanning heerste als zij er was – en riep de jongens naar beneden.
“Snow, kun je je niet aankleden ofzo?” riep Baz, die als eerste de trap afstormde.
“Ik hoef niet te weten wat jullie hebben gedaan, dankjewel,” lachte Penny.
“Hey, Bunce. Nee, dat is het ook niet. Hij trok zijn linkerschoen aan, maar aan zijn rechtervoet.”
“Moest je dat nou delen?” riep Simon, die uiteindelijk ook beneden stond.
“Ik ben niet anders van je gewend,” grinnikte Penny, terwijl ze haar beste vriend met een knuffel begroette.
“Wil je thee?” vroeg Baz, terwijl hij naar de keuken liep. Simon keek hem fronsend na en besloot dat het verstandig was zijn schoenen toch maar uit te doen. Hij trapte ze weer uit en volgde Baz naar de keuken. Penny haalde haar schouders op en volgde het tweetal, om vervolgens op één van de stoelen plaats te nemen.
“Smaak maakt me niet uit,” zei ze tegen Baz. “Maar vertel, waarom moest ik in mijn oude – en ja, ik heb ze uitgedaan – schoenen hierheen komen?” Baz zette een dampende kop thee voor haar neer en schonk erna twee volle koppen voor hem en Simon in. Vervolgens ging hij zitten.
“Ik voel iets in dit woud wat ik niet vertrouw en Snow voelt het niet, dus ik ga ervanuit dat het magie is,” begon Baz. “Simon zei me dat hij wel magie voelt als ik hem zoen, maar dat is positief – lijkt me – en wat ik in dit woud voel is dat niet. Misschien voelt hij het daarom niet, ik weet het niet.”
“Dus je wil op onderzoek uit?” vroeg Penny. “Klinkt wel interessant. Het kan in elk geval niet de Humdrum zijn, toch?”
“Ik denk het niet. En nou ja, eigenlijk is Snow degene die in eerste instantie op onderzoek uitwilde.”
“En toen besloot je dat je meer Mages nodig had, dus vond je dat ik mee moest?”
“Ja.”
“Oké, deal.”

Toen ze hun thee ophadden, vertrok het drietal naar buiten, het bos in. Baz haakte zijn arm door die van Simon.
“Jij voelt die negatieve energie misschien niet, ik wel. Ik hou je graag bij me,” zei hij zacht. Vervolgens keek hij naar Penny. “Voel je iets?”
“Het voelt leeg. Maar niet zoals de dode plekken voelden. Enger, eigenlijk.”
“Het wordt erger als je dieper het woud ingaat,” vertelde Baz. “Alsof het iets probeert te verbergen.”
Ze liepen steeds dieper het woud in en nog altijd voelde Simon niks.
“Ik vind het eigenlijk maar eng dat ik niks voel,” fluisterde Simon nadat ze een uur hadden gelopen. Intussen had hij Baz’ hand vastgepakt en streelde hij het met zijn duim.
“Het is oké, love. Ik ben bij je. Penny is er. Als er iets gebeurd, ben je niet alleen.”
“Ik hoor iets grommen, jongens,” mompelde Penny. “Heb je enig idee of hier wolven zijn?”
“Niet dat ik weet,” antwoordde Baz. “Als alle mythes kloppen, is dat niet handig met een vampier erbij.”
“Als alle mythes klopten, kon jij nu niet buiten lopen zonder levend te verbranden,” zei Penny lachend. “We moeten niet van mythes uitgaan. Hoewel het alsnog geen fijne combi-,” de rest van haar zin slikte ze in toen ze twee felblauwe ogen in de struiken zag.
Baz stapte naar voren en hield Simons hand wat steviger vast.
Maak jezelf bekend!” riep hij uit. Er gebeurde niks. Hij keek Penny aan, die begripvol knikte en haar hand (met daaraan haar ring) uitstak.
Maak jezelf bekend!” riepen ze, dit keer in koor. De struiken ritselden hevig en een meisje, hoogstens veertien jaar oud, stapte naar voren.
“Wat willen jullie van me?” riep ze uit. “Dit is mijn woud.”
“Jouw woud?” sneerde Baz. “Ik heb nergens een bordje gezien met “woud bij uw nieuwe huis behoort tot meisje met felblauwe ogen”, sorry.”
“Grappig. Hilarisch. Wie ben je en wat doe je hier?”
“Dat kan ik ook van jou vragen, aangezien we door het hele woud een negatieve energie voelen!”
“Oh, Mages dus? Interessant. Ik ook.”
“Want dat had ze niet kunnen merken na de maak jezelf bekend,” zei Simon zo zacht dat niemand het kon horen. Zijn vingertoppen tintelden bij het uitspreken van de spreuk.
“Ik woon hier,” zei ze uiteindelijk. “Samen met mijn roedel.”
“Roedel?” vroeg Baz verbaasd. Penny gaf hem haar welbekende ik-zei-het-je-toch blik.
“Ja, roedel. Wolven, gevaarlijke wezens, mythe. Ik hoorde jullie wel. Alleen… zei je nou dat je een vampier was? Jammer dat uitgerekend iemand van jouw soort hier is komen wonen. Een schande.”
Simon kneep zachtjes in Baz’ hand, om hem duidelijk te maken dat hij niet alleen was.
“Als jij en je Mage-vriendjes nou weggaan en niet meer zo diep het woud inkomen, dan zorg ik dat de rest van mijn roedel er niet achter komt. Dan blijft het het geheim van dit woud, een geheim dat je meeneemt naar je graf. Hoewel je natuurlijk allang dood bent.”
“Kom mee,” zei Simon. Hij trok zijn vriend aan zijn hand mee en al snel volgde Penny het tweetal. De weg terug naar het huis leek veel langer te duren dan de weg richting het woud, maar dat kwam vast door de spanning. Eenmaal bij het huis aangekomen, maakte Baz op topsnelheid de deur open en gooide hij hem meteen dicht zodra het drietal binnen was. Simon trapte snel zijn schoenen uit, hing zijn jas op en liep richting de keuken.
“Hey Vera,” glimlachte hij toen hij de keuken inliep. “Ik wilde net thee gaan zetten, wil je ook?”
“Nee, maar lief aangeboden. Fijn dat je je inmiddels thuis voelt bij ons,” zei ze, terwijl ze richting de woonkamer liep. Tegen de tijd dat Penny en Baz de keuken inliepen, stond de thee al klaar. Baz nam plaats naast Simon, die meteen zijn hand vastpakte.
“Het is oké,” zei hij zacht – meer tegen zichzelf dan tegen Simon.

Niet lang daarna ging Penny naar huis, met de belofte Simon het eind van de week op te halen. Baz had nog gevraagd of ze wilde blijven eten, maar aangezien ze een familie-etentje had, moest ze er toch echt vandoor. Simon en Baz ruimden de keukentafel af en liepen vervolgens terug naar Baz’ slaapkamer, waar ze zich op zijn bed lieten vallen.
“Het is oké,” zei Simon zacht tegen Baz, toen die in de armen van zijn vriend kroop. Zachtjes streelde Simon door het haar van Baz. “Echt, het is oké.”
Die avond beloofden ze elkaar om het geheim dat zich in het woud verstopte niet meer op te zoeken.


Reacties:


Bodine
Bodine zei op 18 jan 2019 - 15:08:
hee, ik wist helemaal niet dat dit bestond. wat leuk! en wat gigantisch veel vooruitgang heb je geboekt. 0: