Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Final Fantasy » Onwetendheid - Final Fantasy XV » 1. Onwetendheid

Onwetendheid - Final Fantasy XV

24 feb 2017 - 14:43

787

0

229



1. Onwetendheid

Het was een verschrikkelijk warme nacht en de Disc stond in brand. Hoe dat kwam of wat dat überhaupt was, wist ik niet. Ik lag in het dorp Lestallum waar ik een geweldig hotel gevonden had. Daar was ik absurd aan het chillen. Ik lag in bed, wachtend totdat de zon op kwam. En uiteindelijk, na een paar uur niet kunnen slapen, schenen de eerste zonnestralen door de gordijnen. Ik sprong meteen overeind. Het was tijd voor een geweldig ontbijt. Er waren gewoon te veel restaurants en voedselkraampjes en daarom hield ik van Lestallum. Ik rende het hotel uit en in het eerste het beste restaurant dat ik tegenkwam bestelde ik een omelet.

En met dit overheerlijke eitje strompelde ik naar de uitkijkpost. Ik stond altijd extra vroeg op om twee redenen: de zon scheen dan nog niet zo vreselijk heet op de stenen ondergrond van het dorp, én… dan was er tenminste nog geen menigte buiten. Iedereen lag nog te slapen in huizen of hotels en ik had het hele terras van de uitkijkpost voor mezelf. Het uitzicht was altijd schitterend. De Disc was vanaf daar goed te zien en er was zelfs een verrekijker om het gigantische landschap van dichtbij te bekijken.

Vrolijk liep ik naar de uitkijkpost, klaar om daar in mijn eentje te ontbijten met een prachtig uitzicht…

Maar er stond al iemand.

Er stond iemand op de uitkijkpost. Hij keek uit over het landschap. Ik kreeg een groot vraagteken boven mijn hoofd. Deze man had ik nog nooit eerder gezien en aan zijn kleding te zien kwam hij hier ook totaal niet vandaan. Ik stopte met lopen en staarde naar hem, hopend dat hij magisch zou verdwijnen of weg zou vliegen of over de rand zou vallen. Waar ik NIET op hoopte, was dat hij zich opeens zou omdraaien en zeggen:
“Goedemorgen.”
Ik knipperde een paar keer. De man had donkerpaars haar. Hij droeg een donker mantel en hij glimlachte vriendelijk terwijl hij me begroette.
“Hoi,” zei ik en ik liep de andere kant op.
“Jij bent al vroeg uit de veren,” ging hij verder terwijl hij overduidelijk zag dat ik aan het weglopen was.
Ik werd geforceerd om te stoppen en me weer om te draaien.
“Dat bent u ook,” zei ik.
“En hoe komt het toch dat je zo vroeg naar de uitkijkpost gaat met een omelet?” vroeg hij.
“Omdat ik honger heb,” reageerde ik droog. Ik besloot snel van onderwerp te veranderen. “Is er soms iets met de Disc gebeurd?”
De man glimlachte. “Ah, ja. Hij staat in brand.”
“Ja, dat weet ik,” zei ik weer. “Nog iets anders?”
De man zette een stap naar voren.
“Nou, dat de Disc in brand staat is absoluut geen gewoon fenomeen,” zei hij serieus. “Je spreekt alsof dit de meest reguliere zaak van de wereld is. Weet je überhaupt wel waar de Disc voor staat?”
“Dat weet ik überhaupt niet,” reageerde ik weer. “En dat wil ik ook niet weten. De wereld vergaat en ik wil het niet weten. We gaan allemaal dood en ik wil het niet weten. Dit omelet zit vol onreine bacteriën en ik wil het niet weten.”
De man glimlachte breder.
“Ah. Kijk nou. Jij bent een interessant personage.”
“En u lijkt niet op de normale NPC,” zei ik wantrouwend. “Wie of wat bent u?”
“Een moordenaar infiltreert een onschuldig dorp van binnenuit, en jij wil het niet weten,” zei hij plotseling. “Is dat niet zo?”
Mijn rechteroog trok spastisch.
“Dat is zo,” gaf ik toe. Ik kon niet inschatten of hij nu werkelijk meende wat hij zojuist zei, maar hij leek bloedserieus te zijn. Ik zette mijn ontbijt met tegenzin neer en pakte een pen en papier tevoorschijn. De man keek mij verbaasd aan en ik trok mijn wenkbrauwen op.
“Wat is uw naam?” vroeg ik.
De man staarde me nog steeds aan. “Ik dacht dat jij onwetendheid een zegen vond.”
“Dat is waar,” zei ik, “maar wanneer er een slechterik voor me staat, ben ik niet zo laf om hem niet naar zijn naam te vragen. Sterker nog! Als ik uw naam weet, weet ik ook wie ik moet aangeven bij de politie voor moord en andere criminele acties.”
“Aha!” riep hij uit. “Erg slim. In dat geval: mijn naam is Ardyn Izunia.”
Ik schreef nauwkeurig de naam ‘ARDYN IZUNIA’ op.
“Hartelijk bedankt voor uw medewerking,” zei ik. “Een fijne dag nog.”
Ik pakte mijn ontbijt weer op en liep nu echt weg. Ardyn zei niets meer, maar toen ik op een redelijke afstand was hoorde ik hem opeens in lachen uitbarsten. Alsof hij al drie jaar zijn lach aan het inhouden was en nu mocht hij zijn gevoelens eindelijk uiten. Het klonk werkelijk verschrikkelijk en er liep een rilling over mijn rug. Toen, zonder verder om te kijken en met een versnelde wandel, liep ik terug naar het hotel.

Ik zou binnen wel gaan ontbijten.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.