Hoofdcategorieën
Home » Overige » healing in the past, » he remained family
healing in the past,
he remained family
Coll was de gene die de eerste klap uitdeelde. Een volle vuist, recht op haar kaak gericht. Maar net wist Cat die af te blokken met haar onderarm, en met de dolk wist ze een diepe snee in zijn pols te snijden. Hij bulderde het uit van de pijn, maar ondanks de pijn greep hij met die gewonde arm haar pols beet. Ze probeerde een tweede maal uit te halen, maar dit keer was hij er op voorbereid. Zijn andere hand greep haar andere pols en draaide haar arm achter haar rug. De plotse onnatuurlijke houding deed haar arm in brand staan.
'Is dit echt het beste wat je hebt?'
Kreunend probeerde Cat weer recht te komen. Maar het leek wel of een onzichtbare kracht haar naar beneden dwong.
'het is zo zielig dat het bijna amusant is. Dacht je nu werkelijk dat je ook maar iets tegen mij kon beginnen?'
'Wie niet waagt niet wint, zei mijn moeder altijd.'
Heel amusant blijkbaar. Dat haf Cat de tijd om iets te verzinnen. En er bleek maar een oplossing te zijn. Kon ze niet naar boven, dan ging ze maar naar beneden.
Zo hard als ze ko trapte ze hem tegen de schenen. Voor een ogenblik leek dit hem van de wijs te brengen, ze haf hem nog een tweede trap en maakte van dit moment gebruik om zich uit zijn vuisten los te rukken. Ze liet zich op de grond vallen en met een koprol wist ze van hem weg te komen.
'En weet je. Mijn moeder had nog een wijze raad. Verkoop nooit het vel van de beer, voor hij geschoten was.'
Verbijsterd keek de man haar aan. Maar ze haf hem de tijd niet om te bekomen. Ze liep op hem af, haakte haar armen rond zijn middel en sleurde hem mee de grond op. Gallische vloeken vloeiden als wijn. Coll zijn hand greep haar naar haar keel, en ze kon maar net vermijden dat hij haar begon te wurgen. Maar wat ze niet kon vermijden was dat de man op haar klom, en zijn knie tussen haar borsten zette. Cat wou naar de dolk grijpen, maar haar hart sloeg enkele tellen over toen ze het niet kon vinden.
Ze had wapen verloren in de val, maar ze had nooit kunnen denken dat het zo ver gevallen zou zijn. Hij zag haar angst in haar ogen.
'Kijk eens aan, zonder haar klauwen is onze Cat plots minder gevaarlijk.'
'Wat? Denk je dat ik het nu al opgeef' Ze balde haar hand tot een vuist en sloeg hem recht tegen de neus. het was een stevige klap, eentje waar ze trots op kon zijn. Maar nog was het niet genoegd om de man van haar af te krijgen. Verdorie, leed hij soms aan die ziekte zodat je geen pijn kon voelen?
'Nogmaals, is dat alles?'
Voor ze kon antwoorden, greep hij weer haar keel. En dit was het. Met zeker het volle gewicht van tweehonderd kilo op haar, was het onmogelijk dat ze hier nog kon uit ontsnappen. Bijna ironisch, zowel een vader als een zoon die haar op die manier wouden vermoorden. Wat zou er trouwens op haar grafsteen komen? Geboren in het jaar des heren negentig eenennegentig, , gestorven in het jaar zeventien drieënveertig. Maar toen, liet hij los. Een golf verse lucht vulde haar longen. De bijna vertrouwde mist in haar hoofd trok weg, en toen pas zag ze de bloedende wond in zijn borstkast. Hoe was die daar gekomen? Gorgelend viel Coll van haar af. Zijn ogen staarden vol haat, maar het was niet naar haar. Ze draaide zich om, en daar stond Hadley. Het pistool in zijn hand rookte nog na. Werkelijk? Dat ze dat niet eens gehoord had?
'Bedankt voor de dolk.' Zei hij droog, terwijl hij naar zijn vader liep. Hij knielde bij hem neer en keek hem recht in de ogen.
'Ik ben dan misschien niet de zoon waar je op gehoopt hebt. Maar sterker ben ik wel degelijk. En weet je waarom? Omdat ik vertrouw op mijn vrienden.'
Coll leek nog iets te willen zeggen. Maar het enige wat nog uit zijn mond kwam was bloed.
En toen deed Hadley iets waar Cat haar mond van open viel. Hij nam zijn vader in zijn armen en hield hem tegen zijn borst.
De stervende man probeerde zich te verzetten, maar hij was te zwak. En zo blies Coll MacGregor zijn laatste adem uit, in de armen van zijn gehate zoon.
'Vaarwel vader.' Fluisterde Hadley, amper hoorbaar. Voorzichtig legde hij de man op de grond, sloot zijn ogen, en legde zijn handen op zijn borst.
Toen richtte hij zich tot Cat.
'Wat voor een monster hij ook was, hij is en blijft mijn vader.'
Het leek wel of hij zich probeerde te verantwoorden. Wat hij natuurlijk niet moest doen. En toen, in een moment van sentiment, sloeg ze haar armen om zijn hals. Bijna meteen besefte ze de intimiteit van dit gebaar en wou hem lossen. Maar hij sloeg zijn armen om haar middel en trok haar tegen zich aan.
'Dank je, Cat. Dank je.' Fluisterde hij in haar oor. Hij begroef zijn gezicht in de holte van haar schouder. Ze voelde het stof van haar jurk nat worden. troostend streelde ze hem over zijn hoofd, en wiegde hem heen en weer als een kind.
'Nee, jij bedankt.'
Reacties:
*smelt* Daar zaten we allemaal op te wachten c: Prachtig hoofdstuk, werkelijk waar! Nu nog een manier vinden om dit te verantwoorden...
Poeh zeg die vooraf gaande hoofdstukken waren best heftig. Toch dapper van Cat dat ze zo alleen op afgaat. En het einde van dit hoofdstuk is echt zo onwijs lief. Ik hoop echt dat uiteindelijk iets wordt tussen die twee. Ze zijn zo leuk samen