Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Rebella Potter » Hoofdstuk 28: Game on
Rebella Potter
Hoofdstuk 28: Game on
Ik volgde Lily op die bewuste ochtend naar de Grote Zaal, hier schoven we naast Peter, Remus en Sirius. James en Roos waren al naar het zwerkbalveld. Ik nam een vermoeide slok van mijn pompoensap, terwijl de uilen naar binnen vlogen. Een week geleden hadden we een levensveranderend gesprek gehad met het schoolhoofd. Ik wist nog niet of ik het wou. James en Sirius praatte bijna nergens anders meer over. Lily had al toezegging gegeven. Maar vandaag zou ons hoofd tot andere dingen staan. Griffindor tegen Slytherin, normaliter vond die al in het najaar plaats, maar omdat mijn broer toen nog een kind was was hun zoeker niet in staat om te spelen, dus was het toen tegen Ravenclaw. Zodoende dat we met zijn zessen die ochtend gezamenlijk met de rest van de school naar het stadion begaven. Over een maand speelden we tegen Hufflepuff en dan werd er duidelijk wie er tegen wie zou spelen in de finale.
Op de tribune van Griffindor werd duidelijk hoe de verhouding tussen de supporters lag; Slytherin in groen en zilver, maar de rest droeg tot in de puntjes verzorgd rood en goud, de kleuren van ons huis. Lily en ik grijnsden, Lizzie droeg een soort indianentooi dat met elk doelpunt een brullend geluid zou maken, en op zou branden. Voor de zekerheid had ze er ruim driehonderd opgezet.
“Jongens en meisjes, dames en heren, welkom bij de wedstrijd Griffindor tegen Slytherin!” De commentator was beter dan die van de afgelopen wedstrijden; al had ik die gemist. Ik was opgetogen; mijn broer was de teamleider.
“Nu wij gereed zijn is het enkel wachten op de twee teams. Ah, daar is het team van Slytherin; kapitein is Talk a lot of was het Talk not?-” gelach, “de rest van het team; Black als zoeker, Dug en Arrow als drijvers, al betwijfel ik of dat hun echte namen zijn, Womble, Quirn en Pete als jagers!” Een luid boegeroep van driekwart van de school maakte nogmaals duidelijk dat ze zeer impopulair waren.
“En daar het is het team van Griffindor! Potter leidt hen, als zoeker! McKinnon, Prewett en Xavier als jagers, Miller en Shacklebolt als drijvers!” Nu klonk er een luid gejuich door het stadion. Ik juichte net zo hard mee; ook al had ik geen idee wie Xavier, Miller, Prewett, of Shacklebolt waren. Als James dacht dat ze goed waren, dan vertrouwde ik erop dat het zo was. Meneer Soar stond bij de kist met ballen gereed; er werden een aantal woorden gewisseld, James en Talkalot schudde elkaar de hand. De speler stapten op hun bezem, de scheids sprak de befaamde ‘Sonorus’ spreuk uit en blies op zijn fluitje toen hij de slurk, beukers en de snaai had vrij gelaten.
“En het spel begint, Griffindor is slurk bezit, McKinnon gooit ‘m naar Xavier, zet koers naar Slytherin, ah geblokt door Arrow, maar behoud de slurk, geeft die door aan Prewett. Oh jee, dit wordt een jacht mensen, een jacht.” De commentator had gelijk. Het duurde een kwartier voordat Griffindor het eerste doelpunt maakte. Ik merkte dat James zijn team heel sterk getraind had op het behouden van de slurk. Iets wat ik best slim vond. Tegen het middaguur stond het 50 voor Slytherin en 120 voor Griffindor. Maar de snaai was nog niet in zicht. Of wachtte mijn broer op het juiste moment.
“Zeg Lily?” Ik kreeg ineens een gedachte, “hoeveel punten hebben we in de schoolbeker?”
“235, hoezo?”
“En Slytherin?”
“355...helaas,” ze begreep waarop ik doelde en ik snapte ineens waarom mijn broer moeilijk deed om de snaai te vangen, als we de 200 haalden dan stonden we ruim bovenaan de afdelingsbeker. Want voor Ravenclaw en Hufflepuff hoefden we nooit uit te kijken. Inmiddels had Miller, een lange jongedame met blauw geverfd haar een van de jagers van Slytherin gedwongen de slurk af te staan aan Roos. Ze koersde soepeltjes op de doelpalen van de tegenpartij af, maakte een prachtige schijnbeweging en maakte er 130 van. Het spel werd vuiler en vuiler naarmate de tijd verstreek. Remus sommeerde wat te eten en drinken voor ons. We hadden ontzettend geluk dat het weer nog droog was. Al kwamen er wel donkere wolken opzetten.
Rond een uur of twee hadden beiden teams nog maar vijf spelers, de drijvers van Slytherin lagen eruit en bij ons een drijver en een jager. De ene na de andere overtreding van vooral Slytherins kant werd gemaakt waardoor Xavier twee maal scoorde, Roos eenmaal en Prewett tweemaal, waardoor we in één klap 170 punten hadden; een nadeel, Slythrin had er inmiddels 110. James had inmiddels Sirius jongere broertje Regulus al viermaal succesvol geblokt. De spelers werden moe. Maar als we nog dertig punten erbij kregen hadden we gewonnen!
Dat er een uur later de eerste druppels vielen en Griffindor geen drijvers meer had en Slytherin nog maar twee jagers maakte de dag grimmig. Maar ergens voelde het ook wel erg lekker; er werd gestreden. Roos had nu slurk bezit, en werd begeleid door Prewett, die verbazingwekkend goed was. Zijn rode haren glinsterden van zweet en regen. De twee jagers van Slytherin stonden gereed om te tackelen, maar Roos ontweek hen behendig en scoorde de overwinning in; Griffindor stond nu officieel 200 punten. Een storm van gejuich werd enigszins gedempt door een knallende donderslag; recht boven ons. James en Regulus kwamen in een noodvaart omlaag. Gegil, beiden joegen alsof de duivel op hun hielen zat, achter een flitsende snaai aan. De tribunes trilden.
“Kom op James, kom op!” Mompelde ik, dit mochten we niet verliezen, niet nu, de slurk hing een moment vergeten in de lucht, alvorens Prewett het ding greep en met en triomfantelijke kreet de 210 scoorde. Gejuich, en James schoot omhoog met zijn hand in overwinning. Ik huilde, blij, en omhelsde mijn vrienden.
We stormden als eerste naar beneden, waar James, onder de modder, op ons af kwam. Een grijns die alles zei. Lily rende me voorbij en vloog James om de hals, haar lippen op die van hem en gleed onderuit in verassing. Wat kregen we nu dan?
Remus lachte, en hielp me overeind, “die zagen we niet aankomen...” mompelde hij. Ik grijnsde breed. In de krioelende massa dansten mensen met druipende banieren en liet Lily James niet meer los.
“Kom op, naar binnen! FEEST!” Brulde Sirius over het rumoer heen, en met een grote groep, James op de schouders van Remus en Sirius trokken we naar het kasteel. Waar onze uitgeschakelde spelers juist naar beneden kwamen.
“WE HEBBEN GEWONNEN!” Peter schreeuwde ze toe en zij juichten mee, ook al hadden ze nog blauwe ogen, of een scheve neus. Deze overwinning was euforisch.
Dat we die nacht pas rond een uur of zes naar bed zouden gaan deerde niet. Wat wel deerde was de grote krantenkoppen die we de volgende dag in de krant zagen.
”Drie Dreuzelfamilies dood gevonden in een graanveld, mogelijk door magie”
Daaronder:
”Heer van het Duister slaat toe in het Ministerie van Toverkunst”
En daaronder:
Massale ontsnapping uit cellen in het ministerie van Toverkunst, 30 verdachten vermist.
Maar de kop die ons het meest raakte was kort, krachtig en niet leuk.
Schouwers dood, na een aanval op Hogwarts school for Witchcraft and Wizardry
Die dag zagen we nog meer veiligheidsmaatregelen dan ervoor. Alle kieren en gaten werden gevuld, leraren patrouilleerden door de gang als er geen lessen waren, na negen uur ‘s avonds mochten we niet meer uit de leerlingenkamer. Tijdens lessen buiten of trainingen van zwerkbal moest er minstens één docent bij zijn. En ineens mochten we ook niet meer naar Hogsmeade. Dit alles was in één dag van kracht gegaan. Iedereen hield het hart vast wat de volgende stap zou zijn. Een ding was duidelijk; Voldemort hield er niet van als hij niet kreeg wat hij wou. Ik tipte professor Anderling na de les transfiguratie en vermelde haar dat ik meedeed, ik wou terug vechten, ik wou anderen helpen. De enige die nog een beslissing moest maken waren Remus en Lizzie. James, Peter, Sirius en Lily hadden al toegezegd voor mij. Ik was bang, maar ik wist ook dat als ik niks zou doen alleen maar banger zou worden, plus dat ik mezelf dwong bezig te blijven, om niet terug te zakken in de spiraal. Dus vocht ik. Voldemort dacht dat hij ons kon overwinnen had hij het goed mis. Het spel was begonnen.
Griffindor tegen Slytherin, normaliter vond die al in het najaar plaats, maar omdat mijn broer toen nog een kind was was hun zoeker niet in staat om te spelen, dus was het toen tegen Ravenclaw. ( Dit stukje snap ik niet, waarom was hun zoeker niet in staat om te spelen als haar broer nog maar een kind niet in staat om te spelen?)
Dat commentaar tijdens de zwerkbal wedstrijd heb je echt super goed neer gezegd, heb het echt met een glimlach gelezen...
Maar ja het ene moment vier je feest omdat je gewonnen hebt, en volgende moment......Lees je al die nare berichten in de kranten. Goed hoofdstuk dit