Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Rebella Potter » Hoofdstuk 29: March hack ham, comes in like a lion, goes out like a lamb
Rebella Potter
Hoofdstuk 29: March hack ham, comes in like a lion, goes out like a lamb
Remus zijn verjaardag vierden we stilletjes met cadeautjes en wat spelletjes. We konden niet naar Hogsmeade zonder in de armen van schouwers of dooddoeners te vallen. Dus bleven we op school. Dat James en Lizzie de rest hadden overgehaald om rond negen uur in de leerlingenkamer te zijn om met ons ‘lang zal hij leven’ te zingen was nog het spannendste wat er die dag gebeurde. De dagen erna keerden we terug naar ons programma dat naast de lessen andere dingen bevatte dan menig ander iemand zijn dag.
‘s Maandags hadden we een vol rooster, maar na het avondeten kregen we genoeg tijd om tot middernacht volop boeken door te spitten naar vloeken en tegenvloeken. Verrassend genoeg deed Lily haar best bij diverse leraren om op de verboden sectie bepaalde boeken te krijgen; kopieerde ze en leverde originele weer in. Ik verbrak regelmatig de regel ‘na negen uur ‘s avonds niet meer op de gang’ om eveneens boeken uit de bieb te halen, en soms zelfs uit klaslokalen. De stapels perkament met de goeie vervloekingen groeide enorm. Ons gewone huiswerk leed er zwaar onder, maar toch zagen we er bleker en vermoeider uit dan de rest van onze afdeling. De grappen van de jongens bleven uit. We kwamen nog altijd op voor hen die belaagd werden door Slytherins, maar we waren zo druk met het voorbereiden op de boze wereld dat we niet doorhadden dat een zekere jongeman, tanige huid, zwart, vettig, haar, zwarte ogen ons met argwaan volgde, maar ook met steeds ‘duisterder types’ omging. Achteraf gezien zouden we het door moeten hebben gehad, maar het was te laat.
Eind maart kwamen de nare berichten van de ochtenprofeet niet meer binnen als een schok, maar bijna als een zucht ‘niet weer’. Ik voelde de leeuw in mijzelf in slaap vallen. Alsof de leeuw veranderde in een lam, wat aardig overeen kwam met het weer. Begin maart was het guur, koud, donker, stormachtig, maar rond James en mijn verjaardag scheen de zon, werd het warmer en bleef het langer licht.
Ook in het land van de liefde liep alles soepel. Lizzie en Sirius verbraken de avondklok regelmatig, ik vroeg me niet meer af wat ze uitspookten als ze beiden iets té voldaan aan het ontbijt zaten. Lily en James hun handen lieten elkaar niet los tijdens de wandelingen van lokaal naar lokaal. Roos en Peter… dat was nog altijd hetzelfde liedje. Peter vond haar leuk, zij hem absoluut niet. Het enige wat ik wist dat Roos geen enkele interesse had in welke jongen dan ook. Totdat het aan het licht kwam, toen ik na een lange avond met Remus naar de slaapzaal ging en zij ontbloot lag te slapen in de armen van Miller. Ik sloeg verrast mijn hand voor mijn mond en grijnsde. Arme Peter. Lily hoorde ik naar boven komen en draaide me om. “Eh, Lily, zullen we vragen of we bij James en Remus kunnen slapen?”
“Hoezo?” Met een gepuzzelde uitdrukking keek ze langs me heen en grijnsde. “Oh, ja een uitstekend plan.” Gelukkig sliep Peter al, en waren Lizzie en Sirius de hort op. Dat was de eerste nacht die ik, als je de volle manen niet meetelde, met Remus doorbracht.
“Rem?”
“Hmhm?”
“Ik hou van je,” ik voelde hem lachen en zijn vingers streken door mijn warrige bos krullen.
“Ik hou ook van jou,” ik glimlachte en keek naar hem op. Zijn lippen drukte zacht op die van mij. Ik was blij dat ik mijn ‘clipeum canetis’ had gebruikt, want het bleek dat Remus aan de buitenwereld misschien wel de braverik was, maar tussen de lakens was niets minder waar.
[i]27 Maart[i]
Slaperig opende ik mijn ogen, zacht zonlicht scheen door de kieren van de bedgordijnen heen. Verward kwam ik overeind, warrige lakens, ik was naakt en daardoor herinnerde ik me de afgelopen nacht en glimlachte. Ik trok iets aan, in dit geval een trui van Remus en mijn ondergoed. Ik liet me uit bed glijden; de slaapzaal was verlaten. Even aarzelde ik, maar toen ik water hoorde lopen in de bij gelegen badkamer grijnsde ik. Stil keek ik om de hoek, jep, Remus. Ik glimlachte, trok de kleren weer uit en trok toen het douchegordijn opzij, Remus gilde en lachte toen hij zag dat ik het was. Met een giechel sloot ik het gordijn weer. Mezelf tegen Remus aandrukkend.
“Goedemorgen,”
“Goedemorgen jarige jet.” Ik giechelde toen zijn kus in mijn nek landde. Dat we die ochtend het water hadden opgebruikt kon me niet zoveel schelen. Wat me wel wat deed was dat Lily en James weg waren, Peter chagrijnig was en Sirius en Lizzie eveneens nergens te bekennen waren. Maar, ik zou ik niet zijn als ik geen geweldig vriendje had die me overhaalde de lessen te skippen, niet dat nou zo moeilijk was, me meenam voor een lange wandeling langs de oevers van het meer, me eveneens verraste met een ketting die mooi was, mooi alsof het maanlicht er in gevangen was, de maansteen was klein, niet groter dan mijn duimnagel, licht en ingelegd in hout in gravure van rozenranken.
“Oh Remus, het prachtig!” hij bloosde, verlegen. Ik kuste hem. Dit was het waard. Die avond bij het avondeten gaf ik James zijn cadeau; een ring, zilver, graveerd met hertengewei, het was simpel maar hij was er erg blij mee. Van hem kreeg ik vier boeken van een dreuzelschrijver die ik geweldig vond. De andere cadeaus waren al net zo geweldig; Lily gaf ons beiden een toverstok houder voor aan de riem. Roos gaf James een hoes voor zijn bezem en mij een nieuw galagewaad. Peter wist niks dus die gaf ons beiden een cadeaubon voor de fop winkel op de Wegisweg. Ik vond het hilarisch. Lizzie wist me te ontroeren met een fotoalbum van ons allen over de jaren heen. James gaf ze hetzelfde. Wat Lily James gegeven had kwam ik pas in juli te weten.
In de eeuwige competitie tussen de afdelingen om de zwerkbalcup stonden we tweede, Hufflepuff stond boven aan, in april zouden we onze wedstrijd tegen hen spelen. En dat zou de definitieve uitslag betekenen. Dat zij wonnen van Slyhterin in maart was een meevaller. Nu Slytherin én Ravenclaw waren uitgeschakeld laaide er vreemd genoeg nog geen competitiegedrag op. Roos vertelde ons dat een van haar vrienden die in Hufflepuff zat dat het kwam door de aanvoerder; focus op de sport, niet op de de reputatie. De aanvoerder; een jonge knul met rossig haar en vreemd genoeg een zeer bekende achternaam maakte dat Griffindor meedeed aan hun tactiek. Dus bleef de strijd tussen Griffindor en Slytherin aanhouden. De nachten werden langzaamaan beter uit te houden, mijn nachtmerries waren nu zo geroutineerd dat ik er geen last meer van had. Waar ik blij mee was dat, na mijn zelfmoordpoging, de conversaties dieper werden. Niet alleen tussen Remus en mij, maar ook in het algemeen.
“Volgens de Ochtendprofeet is Jeweetwels mening dat liefde voor de zwakkeren is, wat vinden jullie?” Lily lag met haar hoofd op James zijn schoot, terwijl hij bezig was met een stoffig boek vol spreuken.
“Liefde...in de zin van verliefd zijn, of juist in de zin van algemeen om mensen geven?” Remus keek op van zijn Verweer Tegen de Zwarte Kunsten huiswerk.
“Wat is het verschil?” Bracht ik er tegenin, “ik bedoel, je bent verliefd, maar dat betekent alleen maar dat je juist veel om degene geeft...”
“Hm, heb je een punt, maar dan nog… om iemand geven vind ik niet zwak…”
“Maar verliefd zijn wel?” Ik kijk hem met een opgetrokken wenkbrauw aan, “goed om te weten...”
“Zo bedoel ik het niet!”
“Hoe dan wel?”
“Verliefd zijn is op een bepaalde manier ‘zwak’ omdat je dan niet meer je eigen zelf bent, dus geen controle meer hebt over je gedachten, gevoelens, verlangens enzovoorts.”
“Maar gewoon liefde is dus niet zwak?”
“Nee...nee ik denk van niet, bij mij werkt het juist als kracht.”
“Hoe dan?” Sirius keek opzij, zijn hoofd lag op Lizzies schoot. Peter zat in een luie stoel met zijn benen over de armleuning.
“Nou, zonder jullie zou ik allang hebben opgegeven om te vechten tegen Slytherins, of zelfs dooddoeners, dan had ik me waarschijnlijk zelfs bij hen aangesloten. Jullie hebben me de kracht gegeven om door te gaan.”
“Ik hou ook van jou,” zeiden James en ik grijnzend in koor. Gegrinnik.
“Wat vind jij Roos?”
“Ik denk dat ik het eens ben met Remus… maar in het algemeen vindt ik liefde juist iets krachtigs, iets puurs, niet iets zwaks.” Hiermee stemden we allemaal in, Lily bleef in de krant lezen, ik keerde terug naar mijn transfiguratie huiswerk. Het was rond een uur of elf ‘s avonds, de dag voor één april. Ik was niet meer bang voor grappen en grollen van de jongens, misschien, al zou ik dat nooit toegeven, verheugde ik me er zelfs op.
Dat één april een dag vol miserabele evenementen zou zijn kon geen van ons voorspellen.
"ooo, Screetje wat ben aan het aan" ze mogen wel oppassen dat Snape ze niet zo achtervolgt dat hij achter nog andere dingen kan komen dan dat de orde van Feniks is opgericht en dat zij daar deel van uitmaken.
Maar het is wel goed dat ze zich ondanks de donkere tijden die nu heersen nog bezig houden met hun relaties
de liefde is een sterk is en maakt je allemaal sterker denk ik.
En Lily gaf James een cadeau waar Rebella pas in juli achter komt. Harry!!!???