Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Rebella Potter » Epilogue
Rebella Potter
Epilogue
Ik herinnerde me teveel.
Ik greep mis toen ik de deur wou openen. Het was een uur of twaalf. Ik herinnerde me dat er als een bliksemschicht een ijs en ijskoude rilling door mijn hele lijf schoot. Ik weet dat het een moment was dat ik niks meer zag. En het volgende moment tegen de deur aanviel. Mijn hoge hakken sloegen onder me weg. Andromeda die op mijn kinderen had gepast hielp me naar binnen. Ze vroeg niks, mijn gezicht zei genoeg. De oorlog was voorbij, maar tot welke prijs?
Ik kon de vreugde in de weken, maanden en jaren erna niet aan. Ik verborg het.
Begroef het.
Ik verborg de gebroken onafhankelijke vrouw achter een masker van mishandeling, van mijn eigen ik. Eerst was één genoeg. Maar al snel moest ik meer. Ik wilde niet meer voelen. Niet meer rijken naar de vervloekte pijn. Oh ik haatte de oorlog net als iedereen. Maar zij hadden niet een wederhelft verloren, niet hun beste vrienden apart zien vallen en niet er twee kinderen ervoor terug gekregen die pijnlijk en vervloekt veel op hun vaders leken. Nee, ik wilde niet meer.
Dus ik verdronk het.
Een jonge vrouw kwam het kleine versleten straatje in gereden in een krakmikkige fiat. Ze parkeerde de auto bij de enige vrije plek en stapte uit. Ze liep naar de deur van de hoge flat en opende de deur. Zette er een zware doos voor, zodat de deur niet dichtviel.
Ze sjouwde een stapel tassen naar de lift. En toen een kleine maxicozzy. Een kind. Gitzwart haar en hazelnoot bruine ogen. De lift zoefde ophoog. Het kind sliep. De deuren gingen open. Alles werd eruit gesleept. Lift ging weer weg. Spullen naar een kamer. Deur open, spullen erin. Deur, klik, dicht.
Zo ging het een paar uur lang. Auto was leeg. Op slot, verlaten.
De dagen regen zich aan een. De gordijnen verschenen voor de ramen. De muren werden gewit en geverfd. De eettafel werd in elkaar gezet. De boekenkast werd naast de tv in elkaar gezet. Borden in de keukenlade. Het bed werd opgemaakt. Planten in de vensterbank. Waslijn aan het balkon boven de hare. Een ledikant naast het bed van de moeder. Een schilderij van acht mensen werd opgehangen. Al werd er een gordijn voor gehangen. Ze kon het nog niet. De pijn was nog te vers. Pannen in de kast. Kleren opgehangen. Wasmachine aangesloten. Bestek opgeborgen. Nachtkastje gevuld. Handdoeken in de doucheruimte. Vloerkleed op de grond. Waterkoker op het aanrecht. Wekker gezet voor de volgende ochtend. Droger aangesloten voor als het buiten te nat was. Radio aangesloten. Koelkast aan. Kapstok in de gang opgehangen. Lp's in de kast. Kind in de box. Het was goed. De genezing was begonnen. Tranen.
Het kind groeide. Een jongen.
Beide stil en op zichzelf. Het kind geboren op vijf januari. Groeide uit tot een peuter, stil maar slim en vol interesse. Groeide tot een kleuter, stil maar slim en vindingrijk. Groeide uit tot een klein kind, stil en intelligent. Groeide uit tot een jongen, stil en vriendelijk. De jaren waren voorbij gegaan. De jaren waarin hij zichtbaar ouder werd, terwijl zijn moeder niet een dag ouder leek te worden dan twintig. Alsof zijn geboorte het ouder worden in haar had gestopt.
Maar wie kon er gissen dat er een ander was? Er waren foto’s, geen tekeningen van school, of zelfs maar was aan de waslijn. Nooit was er getuige van een ander. Toch kende de hele buurt haar stem, later ook haar verschijning. Hulp was verboden.
Ik vind dit echt een hele mooie epiloog.
Vooral dat laatste stuk wauw!!!
De laatste hoofdstukken waren echt leuk om te lezen.
Spannend.