Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Their legacy (or: part two.one of the Potter family) » Hoofdstuk 23: Back to the Muggle world
Their legacy (or: part two.one of the Potter family)
Hoofdstuk 23: Back to the Muggle world
Ik sloeg mijn ogen open, een rood doek hing een meter of twee boven mijn hoofd. Ik vroeg me af waarom ik me zo leeg, zo achtergelaten voelde totdat tot me doordrong dat vandaag de laatste dag van dit schooljaar was. Met een zucht ging ik zitten, vanwege het warme weer sliepen we allemaal met de gordijnen rondom het bed open. Het kletsen ‘s avonds of ‘s ochtends moest ik nu twee maanden missen. Ik trok mijn knieën op, sloeg mijn armen eromheen en legde mijn kin in het kuiltje tussen mijn knieën. De anderen sliepen nog. Buiten vloot een zwaluw, de aankondiging voor onheilspellend weer. Ik liet me uit bed glijden, vandaag kwamen de uitslagen ook binnen. Ik trok stil mijn t-shirt, spijkerbroek en gympen aan, mijn steile zwarte haren bond ik in een simpele staart.
De leerlingen kamer was zo goed als verlaten, om half acht ‘s ochtends was ik zo gek als een deur om op te staan. Maar als ik dit huis voor twee maanden moest missen wou ik nog eenmaal dwalen door de gangen, door het park buiten, de tentakels van de reuzeninktvis kietelen, een vlucht maken met mijn bezem. Mijn plan van rondzwerven werd uiteraard onderbroken door een knorrige Filch.
“Wat moet je hier?”
“Lopen?”
“Met een doel?”
“Ja, afscheid nemen,” het was de waarheid.
“Wat?”
“Dit kasteel...” ik gebaarde om me heen, “is meer mijn thuis geworden dan… waar mijn moeder woont. Morgen ochtend gaan we weg… ik wou vandaag afscheid nemen, van mijn favoriete plekjes, van de goede momenten, alles...” Ik keek uit het raam, twee uilen vlogen in de richting van de Grote Zaal.
“Best, als ik je maar niet betrap met die stomme mestbommen!” Ik grinnikte en liep door. Wauw! Geen straf! Ik zwierf rond totdat het een uur of half tien was en begaf me toen naar de Grote Zaal.
Voor de laatste maal zweefden de honderden kandelaars boven onze hoofden. Buiten zonk de zon langzaam weg in het westen. Ik keek somber naar mijn nog lege bord. Plots laaide het geroezemoes op, Harry plofte tussen mij, Hermione en Ron in. Precies op dat moment stond Dumbledore op.
“Alweer een jaar! Alweer een jaar voorbij. Hopelijk zijn jullie hoofden ietsje voller dan hiervoor. Gelukkig hebben jullie een hele zomer om ze weer leeg te maken. Helaas, voordat jullie je tanden in het overheerlijke feestmaal zetten heb ik nog een aantal mededelingen; als eerste worden jullie, mits je nog geen zeventien bent, eraan herinnert dat jullie buiten school geen magie mogen gebruiken. Als tweede, de afdelingsbeker,” de aandacht verscherpte iets.
“Als ik het goed begrepen heb is de punten verdeling als volgt; 262 punten voor Gryffindor, 352 punten voor Hufflepuff, 426 punten voor Ravenclaw en 472 punten voor Slytherin,” een orkaan van geluid steeg op van de Slytherin tafel. Ik keek de andere kant op toen ik Malfoy met zijn beker op tafel zag slaan; die gast spoorde echt niet.
“Ja, ja, goed gedaan Slytherin, goed gedaan, alleen...” dat woord deed het applaus vervagen en verwarde blikken keken het maffe schoolhoofd aan.
“- moeten de recente gebeurtenissen nog opgenomen worden in de definitieve resultaten,” ik keek hem aan, wat ging er nu gebeuren?
“Ahum, als eerste aan meneer Ronald Weasley, voor de beste pot schaak die Hogwarts heeft gezien in vele vele jaren, ken ik Gryffindor vijftig punten toe,” Ron die een kop als een biet had gekregen, of Percy die opschepte tegen de andere klassenoudsten dat het zijn broertje was die het opgenomen had tegen McGonagalls reuzenschaakspel, of misschien gewoon het orkaan van gejuich dat we wisten te produceren maakten mijn laatste avond nu al duizend keer beter.
“Ten tweede, juffrouw Hermione Granger. Wegens gebruik van kille logica onder vuur, ken ik Gryffindor vijftig punten toe,” Hermione begroef haar hoofd in haar armen en eindelijk juichten mensen haar en Ron weer toe, we waren honderd punten gestegen!
“Ten derde, juffrouw Nayla Potter,” ik keek stomverbaasd, ik telde mee? “wegens helderheid in bittere strijd, wegens het redden van meerdere levens en onwrikbare loyaliteit voor hen die het verdienen, ken ik Gryffindor vijftig punten toe,” ik kon het niet helpen en grijnsde breed, de rest van de tafel van buiten zichzelf. Ik ving een glimp op van Norren die me stomverbaasd aankeek. Hij wist het nog niet, daar zou ik zo snel mogelijk verandering in brengen.
“Als vierde, de heer Harry Potter, wegens pure lef en uitzonderlijke moed, ken ik Gryffindor zestig punten toe,” de zaal die eerst doodstil was geweest knalde bijna uit zijn voegen van het lawaai.
“We staan gelijk met Slytherin!” Ik schreeuwde het in Ron zijn oor en hij grijnsde zo breed dat ik lachte. Als Harry alleen nog één puntje extra had gegeven. Dumbledore hief echter zijn handen en langzaam werden we stil.
“Er bestaan vele vormen van dapperheid, er is veel moed voor nodig op het op te nemen tegen je vijanden, maar misschien nog veel meer moed is er nodig om het op te nemen tegen je vrienden. Daarom ken ik tien punten toe aan de heer Neville Longbottom,” iemand die zich niet in het kasteel had bevonden zou wellicht gedacht hebben dat er een bom ontploft was. Neville die nog nooit een punt voor Gryffindor had gekregen had ons de afdelingsbeker opgeleverd. Van de minst populaire leerling werd hij even de meest gevierde. Ik juichte en Lee Jordan omhelsde me van achteren.
“Als mijn berekeningen correct zijn, moeten de decoraties aangepast worden,” riep Dumbledore boven onze orkaan van juichkreten uit. Hij klapte in zijn handen en de banieren van Slytherin veranderden in het rood van mijn afdeling. De zilveren serpent van Slytherin veranderde in de leeuw van Gryffindor. Snape gaf professor McGonagall een hand met een ontzettend verwrongen glimlach. Deze avond kon niet meer stuk, want niet alleen Gryffindor juichte mee, Hufflepuff en Ravenclaw vierden ook de val van Slytherin.
Ik liep alleen terug naar de Gryffindor toren. Een plotselinge kreet van pijn klonk in de zijgang verderop. Ik fronste, zette een kleine sprint in en zag hoe Malfoy met zijn bodyguards een bekend gezicht sloegen; Neville.
“Waar ben jij mee bezig?!” Vroeg ik zogenaamd verbaasd. Malfoy keek om en vloekte.
“Het lijkt erop dat je geluk hebt, bottom, je heldin is er. Zij kan tenminste knokken,” het relaas ging nog even door.
“Malfoy, zo kan ie wel weer, je hebt duidelijk gemaakt wat je denkt en vind. Neville snapt het ook wel, dus waarom ga je niet naar je eigen verdieping, waar het gespuis zoals jij thuishoren, hm?” Hij keek me woedend aan, verloor controle en sprintte op mij af. Maar ik zou ik niet zijn als dat precies was wat ik wou; ik hief mijn vuist en sloeg Malfoy recht in zijn linkeroog. Hij smakte verrast op de grond.
“Ah, dat heb ik nou het hele jaar willen doen,” grijnsde ik, ik stak mijn hand uit naar Neville, trok hem overeind en zwaaide zoetjes naar Crabbe en Goyle. De gang uit, een trap op en ik keerde me tot Neville.
“Ben je gewond?” Hij schudde zijn hoofd, maar wilde me niet in de ogen kijken.
“Neville? Wat is er?”
“Niets...”
“Niets? Voel je je wel goed?” Ik trok een wenkbrauw op. Neville knikte en liep door, maar ik greep zijn arm.
“Kom op, zeg het maar, je bent niet erger dan die bleekscheet,” hij grijnsde zwakjes.
“Waarom?”
“Waarom wát?”
“Waarom help je mij?”
“Heb je een klap met de moker gehad? Het is Malfoy, dat als eerste, ten tweede, jij, je bent een vriend dus kom ik voor je op,” Nu keek hij me verrast aan.
“Vriend?”
“Ja… is dat vreemd?”
“Ja,” nu was het mijn beurt om verbaasd te kijken.
“Hoezo?”
“Nou… jullie verstijven me, jullie hebben zoveel punten verloren… enzovoorts.”
“Oh… oké, wil je weten waarom?” Hij knikte, en ik zuchtte, opende de deur van een verlaten lokaal en trok hem mee naar binnen.
“Oké, die punten die we kregen, daarstraks, die hebben er alles mee te maken. Neville, ik kan je alles erover vertellen, maar beloof me één ding; niemand anders mag ervan weten, niet Dean, niet Seamus, niemand oké?” Neville knikte zwijgend. En ik vertelde hoe Harry en de anderen erachter waren gekomen dat de driekoppige hond de Steen der Wijzen verborg. Hoe ze Snape hadden verdacht, in ons gevecht met de trol. Ik zweeg nog over Norbert.
“Dus het was allemaal om Youknowwho tegen te houden?” Neville keek me met grote ogen aan. Ik knikte.
“Ja, het zal zeker nog vaker voorkomen, maar ja,” hij leek onder de indruk.
“Maar hoe zit het dan met die straf?”
“Je bedoeld met de draak? Dat was waar.”
“Hoe komen jullie aan een draak?”
“Nou… iemand had dus een ei gewonnen, van Quirrel bleek later, en dat ei liet ie uitkomen, en dus moesten we het weg zien te krijgen,” ik haalde een schouder op.
“Wow...” Neville keek me met hernieuwd respect aan.
“Kom op, laten we terug gaan naar de leerlingenkamer, voordat we betrapt worden,” en zacht kletsend over onze zomervakantie liepen we terug naar de toren.
De reis terug naar Londen, was gek genoeg heel gezellig. Ik speelde knalpoker met Dean en deelde een doosje Bertie Bott’s Every Flavour Beans met Ron. Tegen het einde van de reis kleedde we ons om in dreuzelkleren, ik was blij van die suffe rok af te zijn, die overigens wat klein was geworden. We staken het laatste snoepgoed in onze zakken, stopten onze schoolkleren in de koffers, sjouwden de dingen naar de uitgang, poezen, uilen, padden en ratten werden weer veilig opgeborgen. Ik keek uit het raam en zag de Big Ben voorbij glijden en dus waren we er bijna. Ik hield mijn hart vast voor de zomer. We stapten uit toen we het King’s Cross binnen reden en het vertrouwde perron van 9 ¾ in zicht kregen. Ik verwachtte niet dat mama ons zou ophalen. Dus liep ik met Harry, Ron en Hermione mee naar mevrouw Weasley. We stonden te kletsen, ze excuseerde zich tegenover mij dat ik voor kerst niet de Weasley trui had gekregen, maar ik wimpelde het weg, ik had genoeg andere cadeaus gekregen.
“Ben zover jongen?” Een grote man, met donkerhaar, een borstelige snor en een lijf waar Norren, mama en ik gemakkelijk met z’n drieën in hadden gepast stond achter ons.
“U bent zeker de familie van Harry!” Riep mevrouw Weasley uit.
“In zekere zin, haast je jongen we hebben niet de hele dag de tijd,” zijn kleine blauwe oogjes gleden naar mij en ineens trok er een pijnlijke uitdrukking over zijn gezicht.
“Dan zie ik jullie van de zomer wel,” zei Harry zacht tegen ons.
“Een – eh – fijne vakantie,” zei Hermione, ze keek de man onzeker na, ja die was onbeschoft.
“O, dat denk ik wel,” glimlachte Harry, ik trok mijn wenkbrauwen op, Ron en Hermione leken eveneens verbaasd.
“Zij weten niet dat we in de vakantie niet mogen toveren. Ik denk dat ik van de zomer een hoop lol ga beleven met Dudley,” ik grijnsde, een echte Potter dus. Ik omhelsde mijn kersverse neef en keek met Ron en Hermione toe hoe hij achterin de auto stapte, zwaaide en de auto verdween in het krioelende verkeer.
Het afscheid van Neville, Ron en Hermione ging vlot. Dat ik mama nergens zag verraste me niet. Dus begaf ik mij naar de uitgang. Ik nam de metro terug naar huis, ik was blij dat het zomer was, dat maakte de reis naar huis aangenamer, ze was nog niet onder toen ik de deur achter me sloot. Er klonk geen geluid in huis. Ik zette mijn spullen in mijn slaapkamer, bevrijdde Wibble en begaf me naar de woonkamer. Mama lag te slapen op de bank. Een pan met koude paste stond op het fornuis, ik schepte op en nam het mee naar mijn kamer. Moe van de dag, boos op mama én op Norren. Niet lang na het eten viel ik in slaap, met mijn kleren nog aan. Dit werd een geweldige zomer…
Reacties:
Ondanks dat je het lastig vond deze te schrijven vond ik het een gaaf hoofdstuk. Arme Neville, stoute Draco!!!
Maar ze heeft hem er goed van langs gegeven. Die had hij echt verdiend!
pats, pak aan Draco!! Schrijf maar snel verder, dit is echt leuk