Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Their legacy (or: part two.one of the Potter family) » Hoofdstuk 24: Sweet, sweet summer
Their legacy (or: part two.one of the Potter family)
Hoofdstuk 24: Sweet, sweet summer
“Daarin ga je niet naar buiten! Ik verbied het je!”
“Waarin dán? Die tuttige rokjes die jij o zo geweldig vind?!”
“Jazeker, die zijn tenminste degelijk!”
“Degelijk! Die krengen komen nog niet eens tot mijn knieën! Ik ben geen hoer!”
“Let op je woorden jij!”
“Wat?! IS dát waar je je nu druk over maakt? Mijn fucking taalgebruik? Ik heb het over mijn LICHAAM!”
“Naar je kamer!”
“Nee!”
“NU!”
“Nee!”
“Wil je nog terug naar Hogwarts?!”
“O gaan we dreigen?! WIL je nog een dochter!?”
“Párdon!?”
“Wil. Je. Nog. Een. Dochter.”
“Wat wil je daar in vredesnaam mee zeggen?”
“Dat ik je dochter niet meer wil zijn, heeeeel misschien?!”
“Wat heb ik je misdaan, Nayla?!”
“Dát moet je nog vrágen?!”
“Ik snap je probleem niet!”
“Zal ik je het zeggen? A: je wilt mij aankleden als een tuttig meisje, b: je kleed me in te kleine kleren, waardoor het eerder een verlopen hoer wordt, c: je dreigt me van de enige plek weg te laten waar ik gelukkig ben en was, d: je controleert me teveel; dat ik naar de wc ga, dat ik naar buiten ga, álles. Geen enkele ouder doet dat.”
“Dit zijn zwakke excuses!”
“Wát?!”
“Ze slaan nergens op!”
“Je bent gék geworden, oké mama! Ik. Nayla. Potter. Zweer. Bij. Deze. Dat. Ik. Nooit. Meer. In. Dagelijks. Leven. Nog. Een. Rok. Of. Jurk. Zal. Dragen.” Ik had een vel papier gepakt en het in grote blokletters erop gekalkt. Ik schreef de datum er duidelijk onder, mijn handtekening en prikte het aan de muur. Mama keek me met een furieuze blik aan.
“Dus, dat betekent,” vervolgde ik zwaar ademend, “dat ik in spijkerbroeken, trainingsbroeken of wat voor broeken dan ook naar buiten zal gaan. Dat Ik bepaal hoe Ik erbij loop,” ik sloeg mijn blote armen over elkaar. Mama zakte neer op een keukenstoel. De open wijnfles was omgevallen en de rode druppels vormden een dreigende rode vlek op het parket.
“Ik probeer alleen een goede bescherming aan je te geven,” klonk het zwak.
“Ik heb geen bescherming nodig, ik heb een degelijke moeder nodig,” ik veegde woest mijn natte wangen droog.
“Ben ik dat dan niet?”
“Nee,” het was hard, maar wel de waarheid. Een maand. Een volle maand was er voorbij gegaan waarin ze me controleerde op álles wat ik deed. Maar niet goed leek te weten wat er nou goed was en wat niet. Haar bruine ogen keken me vol pijn aan.
“Ja, het doet mij net zo hard pijn. Deal with it,” en met die woorden draaide ik mij om, liep de woonkamer uit, pakte mijn schoenen en sloeg met een luidde klap de deur achter me dicht. De o zo geweldige zomer. Ik vervloekte het met alle spieren die ik bezat.
Ik liep nu, diepe teugen van de zomerse hitte in ademend, het flatgebouw uit. Ik had in principe niet naar buiten gewild, het was te heet, maar ik hield het met mama niet meer uit. Ik trapte een weggegooid blik voor me uit. Er niet op lettende waar mijn voeten me brachten.
Toen ik opkeek merkte ik dat ik in de straat van de familie Tonks was, ik had twintig kilometer gelopen, zonder dat ik het door had gehad. Ik zuchtte diep, liep verder en belde aan. Andromeda – ofwel oma – deed open.
“Nayla! Goddank, je bent terecht!”
“Was ik vermist dan?”
“Ja, je moeder is helemaal bezorgd,” ze liet me binnen.
“Mooi,” mompelde ik en zwaaide naar Ted die in de tuin de rozenstruik stond te sproeien.
“Hoe kun je dat nu zeggen,” verweet ze me en gaf een glas pompoensap.
“Omdat we ruzie hebben gehad, alweer.”
“Waarover?” Ze nam me mee naar de tuin, waar de druivenstruik voor een aangename schaduw zorgde.
“Over mijn haren, over mijn kleren, over Hogwarts, over Norren, over mijn gedrag, over het eten, over mijn mogelijke vader, alles eigenlijk wel,” ik nam een slok.
“Aha, je bent dus behoorlijk aan het puberen,” het klonk niet als een verwijt, eerder als een constatering. Andromeda glimlachte.
“Kennelijk,” ik wreef met mijn hand over mijn slaap.
“Die kleren, zij vind wat je nu draagt niets?” Ik knikte, ze zuchtte.
“Ik zal je eens wat vertellen. Het was kerst 1975, je moeder zat in haar vijfde jaar, samen met haar broer, mijn neef, en een aantal anderen. Ze waren bij jouw grootouders thuis. Alleen was daar de boel uit de hand gelopen en dus kwamen ze hierheen. Vreemd genoeg was het niet vervelend. Je moeder kon het goed vinden met Dora, die was toen ongeveer twee jaar oud. Het was in die tijd voor meisjes normaal om een blouse, een plooirok en haren in een paardenstaart te dragen. Of juist, een blouse en, wat nieuw was, een spijkerbroek met uiteenlopende pijpen. Je moeder droeg de tweede. Daarna kwam ze in de kinderen, toen die mode in strakke spijkerbroeken veranderde met T-shirts en leren jacks. Dus dat kreeg ze niet echt mee. En nu is, wat jij draagt mode. Dus dat is voor haar nogal een schok. Voor jou, daarentegen, is het ondenkbaar geworden om er bij haar wensen bij te lopen,” ik snapte haar punt. Puur doordat we van verschillende generaties en verschillende dingen hielden botsten we.
“Maar, Andie, hoe los ik dit op? Mama wil gewoon niet luisteren, en ze… drinkt,” dit was bij de Tonks familie bekend, maar het was wel een taboe.
“Hm...” ze zweeg. Ted die klaar was met sproeien kwam bij ons zitten.
“Ik denk,” zei hij gemoedelijk, “dat je gewoon bij jezelf moet blijven. Ze is je moeder, maar helemaal helder is ze niet. Kleed je zoals jij je prettig voelt. Op den duur zal ze er wel oké mee zijn. Probeer haar te begrijpen, dat is voor jezelf fijner,” kijk daarom hield ik dus zoveel van deze twee.
“Maar Ed, hoe kán ik haar begrijpen? Ik bedoel, ze praat geheel niet over zichzelf, althans niet in de verleden tijd,” hierop hadden ze geen van beiden antwoord. Andromeda stond op, belde mama dat ik daar zou blijven eten en slapen, zodat de storm kon overwaaien. Ik wenste dat ik mijn hele zomer hier kon doorbrengen. Ik bood aan om te helpen maar dat werd me ontzegt. Ik kletste met Edward Tonks over dreuzelmuziek, tot ‘Dora’ thuis kwam. Een avond die ik inzoog als een spons, eentje die ik niet wilde vergeten.
Toen ik die avond laat naar de sterren lag te kijken door het open raam bedacht ik me dat dit was wat ik wou toen ik in de spiegel had gekeken. Een familie die warm, welkom en accepterend was. Dat was dus wat ik ‘thuis’ miste. Een dikke traan rolde langs mijn slaap op het kussen. Een zachte klop op de deur deed me de traan wegvegen.
“Ja?”
“Je bent wakker,” Tonks, nu appeltjesgroene spikes, kwam binnen. Ze zag blijkbaar dat ik het moeilijk had want ze gebaarde dat ik moest opschuiven en als een grote zus ging ze naast me liggen, sloeg haar sterke armen om me heen en zo vielen we in slaap. Zonder een woord te zeggen.
De dagen erna kon ik me later niet goed herinneren. Het resultaat was dat ik de resterende zomer bij huize Tonks zou verblijven. Andromeda leerde me naaien, Ted Tonks vroeg me hem opa te noemen, Tonks zelf vertelde me alles wat ze wist over Hogwarts, ik schreef mijn vrienden, maar alleen van Harry kreeg ik geen antwoord. Pas toen ik Hermione erover schreef vertelde ze dat hij geen brieven had gekregen door een huiself Dobby genaamd, en dat hij ze niet kon sturen omdat zijn oom de kooi had afgesloten. Ze stelde voor om elkaar op de Diagon Alley te ontmoeten op woensdag negentien augustus. Ik stemde in, dat ik daar iemand zou ontmoeten die ik niet had verwacht kon ik natuurlijk niet voorspellen.
De heldere zon scheen op de hoofden van het winkelende publiek. De kinderkopjes vormden een schuine, slingerende weg die bij Gringgotts in tweeën splitste en veranderde in de Knockturn Alley. De vele winkeltjes aan weerszijden van de weg hadden hun waren uitgestald in etalages en erbuiten. Kleine stalletjes maakten dat de weg nog voller leek dan ze al was. Ik slenterde op mijn gemakje door de straat. Ik bekeek boeken bij Flourish and Blotts, ik koos bij Madam Malkin’s mijn nieuwe Hogwarts gewaad, ik weigerde de rok, om mijn eed getrouw te blijven. Zelfs als ik daarmee het eerste meisje met een broek zou zijn, ik wou het zo. Toen ik bij een apotheek mijn voorraad toverdrank ingrediënten had bijgevuld botste ik pardoes tegen iemand op.
“Sorry,” mompelde ik gedachteloos. Ik keek op en keek in het geschokte gezicht van mijn broer.
“Norren...”
“Nayla,” hij ademde uit en sloeg toen zijn armen om me heen. Ik werd geplet tussen mijn spullen en zijn armen.
“Adem,” hijgde ik en Norren liet me een grijns los. We liepen samen verder.
“Zusje, vertel me alsjeblieft wat er allemaal gebeurd is sinds die puntenaftrek,” ik glimlachte, het zou weer goed komen. Dus vertelde ik mijn broer, gedetailleerder weliswaar, wat ik Neville ook verteld had. We hadden bij Florean Fortescue’s Ice Cream Parlour plaatsgenomen en nuttigden een grote sorbet.
“Nayla,” begon Norren na een lange stilte, “ik denk dat het tijd is dat we de handen ineen slaan,” ik keek hem vragend aan. Waar had hij het over?
“We hebben afgelopen jaar zoveel geheimen voor elkaar gehouden, mama trekt mij voor op jou, ze straft je voor dingen die je niet doet… Ik denk dat we de ‘volwassenen’ moeten laten zien dat we ons niet laten kisten, dat we ze laten zien dat we broer en zus zijn, wat er ook gebeurd,” ik keek hem nadenkend aan, misschien hadden we toch meer overeenkomsten dan ik eerst gedacht had.
“Goed plan. Een uitstekend plan. Bij deze, ik, Nayla Potter, – ”
“Wacht, ik weet iets beters, ik las erover in een boek, thuis. Ken je de onbreekbare eed?” Ik knikte en we grijnsden, drukten onze handen ineen, trokken de toverstaf en namen de eed af.
“Ik Nayla Potter zweer u, Norren Potter dat ik in het heden, in de toekomst geen geheimen meer zal hebben voor u,” de rode draden krinkelden om onze polsen.
“Ik Norren Potter weer u, Nayla Potter dat ik in het heden, in de toekomst geen geheimen meer zal hebben voor u,” de rode draden verbonden zich en kleurden goud. Een vreemde tinteling trok zich door mijn arm. We grijnsden breed, betaalden voor de ijsjes en trokken verder door de straat, tegen een uur of vier dacht ik pas weer aan Ron, Hermione en Harry. Bij de Leaky Cauldron waren ze al niet meer, ik vroeg het aan Tom, de barman, maar die zei dat ze al weg waren. Ik haalde mijn schouders op, dan zou ik ze één september wel zien. We keerden terug naar huize Tonks, waar we bleven eten, die avond, in nieuwe hoop, keerden ik met Norren terug naar huis. Andromeda en Ted hadden gezegd als het fout ging dat we dan alsnog bij hen mochten komen. Maar Norren en ik spraken, in de bus, af dat we vanaf dat moment alleen ingingen op logische vragen of opmerkingen. De rest zouden we negeren. Goddank vond ik de eenentwintigste van augustus iets dat meer antwoorden zou geven dan ik wenste.
Die ruzie tussen Nayla en Rebella. Was echt geweldig om te lezen. Heerlijke meid die Nayla. Wat lief dat ze bij de familie Tonks mag blijven. En zo lief dat Tonks naast haar gaat liggen. En de onbreekbare eed, ojee, ik weet niet of ik dat wel zo'n goed plan vind van ze eigenlijk.
Maar wel heel fijn dat Norren haar weer ziet staan. Eigenlijk is hij gewoon een hele lieve grote " vervelende " broer.
Houd je taai Nayla nog even en dan mag je weer naar Hogwarts.