Hoofdcategorieën
Home » Lord of the Rings » Moonlight journey. » When he heard the news.
Moonlight journey.
When he heard the news.
'Airadan'?
De oude butler kwam aanlopen.
'Ja, Neurion'?
'Er is een brief voor u' trillend hield hij hem in zijn handen.
Mijn ogen gleden over het papier.
'Mijn vader' zei ik zwijgend.
Mijn vader was overleden.
Ik moest zijn koningschap overnemen.
Ik moest terug naar Zuid Aarde, waar het Koninkrijk wachtte.
'Dan moet ik gaan'
Neurion hield me tegen.
'Heer, U kunt niet gaan. Deze brief is in verkeerde handen terecht gekomen. U word gejaagd'
Ik kon niet beseffen dat hij dat zei.
Wie wilde nu op mij jagen en waarom?
Welke reden zat daar achter?
Zuchtend liep ik naar het open raam.
Buiten scheen een rode avondzon over Rivendell, het gaf een warme gloed over het uitzicht. Ik haalde diep adem.
De avondlucht deed me goed. Maar toch zat iets me dwars.
'Neurion, is er echt geen andere manier om de troon te ontvluchten'
'Nee mijnheer'
Ik zuchtte. 'Maar wanneer kan ik dan vertrekken. Er word op me gejaagd. En waarom'?
'Om de erfenis'
Alleen om de erfenis dus.
Ik zuchtte weer. Waarom moest hij juist nu dood gaan?
Maar ik voelde geen verdriet.
'Wie had eigenlijk de brief geschreven'?
'Uw jongere broer mijnheer'
Arphenion had dus geschreven.
'Schrijf hem een brief terug'
'Wat moet er in komen te staan'?
'Zeg hem maar dat ik er aan kom'
Ik moest mijn vader nu wel opvolgen.
Mijn broertje was er al jaren op uit om Koning te worden.
Maar ook hij was nu niet meer dan een Prins.
En ik? Ik zou straks Koning worden.
Maar wat moet ik dan doen?
Ik heb eigenlijk nog een heel leven voor me.
Ik wil avonturen beleven.
Ik kan geen zakelijke dingen doen.
Ik ben nog jong.
Langzaam werd de lucht donkerder en de eerste sterren lieten hun licht stralen.
Net zo langzaam als de lucht donkerder werd kwamen mijn herinneringen van vroeger terug.
//
'Ada, nee'
Maar mijn vader luisterde niet.
Hij keek me nors aan.
Ik mocht mijn vader niet weigeren.
Vol schaamte boog ik mijn hoofd.
'U kunt het de jonge heer niet kwalijk nemen' hoorde ik Neurion zeggen.
De butler had het altijd voor me opgenomen.
'Airadan zal het huis moeten verlaten'
Ik moest bij andere familie gaan wonen, in Midden Aarde.
Achter me hoorde ik Arphenion. Hij was nog maar klein.
Hij zat bij de dienstmeid op schoot.
Hij had zijn moeder nooit gekend, nu zou hij zijn broer kwijt raken en alleen opgroeien met een vader die niks begreep.
Ik zuchtte.
'Pak je spullen zoon'
Ik knikte en liep weg.
'Zo lang is het dus al geleden broertje' zei ik in mezelf.
Ik keek weer naar buiten.
De hele lucht was nu zwart als inkt en de sterren hadden plaats gemaakt voor een grote maan.
'Morgen begint uw reis'
Neurion kwam weer binnen.
'Neurion? Waarom ben jij eigenlijk ooit met mij mee gegaan'?
'Ik kon niet anders'
Ik trok mijn wenkbrauw op.
'Hoe reageerde mijn vader daarop'?
'Hij was erg kwaad'
Ik had het me ook niet anders voorgesteld.
'Maar uw bed is klaar en de brief is op weg'
'Wie brengt nu zo laat nog een brief'?
De butler lachte alleen.
Soms begreep ik helemaal niks van hem.
De volgende ochtend werd ik wakker door de felle zon die mijn kamer in scheen.
Ik luisterde naar de geluiden van buiten. Vogels, paarden, mensen maar, binnen in huis hoorde ik niks.
Ik ging recht op in bed zitten. Luisterde ingespannen.
Niks. Helemaal niks.
Ik stapte uit bed.
De vloer was koud onder mijn blote voeten.
Ik ging de stenen trap af.
Beneden was hij niet. 'Neurion'?
Stilte.
Waar kon hij toch zijn?
Ik ging naar de kelder.
Daar was hij ook niet.
Misschien was hij nog in zijn eigen vertrek.
Ik ging de twee trappen weer naar boven en ging toen nog een trap naar boven om bij zijn vertrek te komen. Maar hij was ook niet in zijn eigen kamer.
Ik begon me zorgen te maken.
In de tijd dat hij in mijn familie was geweest was hij nog nooit zomaar weg gegaan. Niet zonder iets te zeggen.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.