Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Harry Potter » Their legacy (or: part two.one of the Potter family) » Hoofdstuk 32: A story revealed

Their legacy (or: part two.one of the Potter family)

27 juli 2017 - 1:47

3234

2

273



Hoofdstuk 32: A story revealed

“Kyle?” Verschrikt liet mijn vriendje Lee Jordan los. Ik keek de twee jongens verbaasd aan.
“Lee, waarom heb je het niet eerder gezegd?” Vroeg ik uiteindelijk. Lee bloosde en keek naar de grond.
“Kyle, je beseft toch dat vreemdgaan niet echt in mijn straatje past?” Ook hij keek naar de grond.
“Jongens, kom op! Lee, ik accepteer je geaardheid, zowaar mijn broer het ook is. Kyle, zoek uit waar je prioriteiten echt liggen, eerlijkheid? Wat doe je nu dan?!” Ik was inmiddels bij ze gaan staan. Kyle mompelde iets onverstaanbaars.
“Scheer je weg, gluiperig ei,” Kyle deed wat ik zei, en sjokte de trappen af. Ik wende me tot Lee.
“Kyle is een hele tijd mijn vriendje geweest, zeker weten dat je hem wilt?”
“Nee, ik… ik vroeg het hem om te bevestigen wat ik nog niet zeker wist,” best wel slim.
“Juist, da’s slim, maar kies voortaan een slimmer persoon dan dat,” ik knipoogde en Lee glimlachte zwakjes.
Dat ik nu weer single was deed me weinig, ik besefte, toen ik die avond laat naar mijn hemelbed lag te staren, dat ik eigenlijk geen gevoelens voor Kyle had gehad, niet op de manier die in een relatie behoorde te zijn. Het voelde vrij om niet meer zijn ‘bezit te zijn’. Tevreden viel ik in slaap, ik was eindelijk een Black, dacht ik.

11 december
“Nayla!” Verrast keek ik om, Norren kwam op me aflopen, rode wangen van de kou buiten.
“Norren,” ik omhelsde mijn broer.
“Je had gelijk,” hij grijnsde breed terwijl we de marmeren trap opliepen.
“Uiteraard heb ik gelijk, maar waarin deze keer precies?” Ik grijnsde schalks.
“Professor Lupin is…” drie Slytherins passeerden ons, Norren vervolgde zijn zin toen ze uit zicht waren, “mijn vader.”
“Oh, een bekering! Hemeltjelief! Hoe is dat zo gekomen?” Norren rolde met zijn ogen om mijn zogenaamd verbaasde toon.
“Door de laatste les,” Norren bleef staan, we stonden boven aan een trap, ik moest rechts hij rechtdoor.
“Vertel,” ik leunde tegen de muur, onder een portret van een slapende heks met drie wratten op haar neus.
“Nou we waren bezig met alfen, best fascinerend, maar… toen vertelde hij een anekdote dat hij met zijn drie vrienden en zijn toenmalige vriendin alfen hadden gezien in het Verboden bos, dat gaf me te denken, ik had mama haar dagboeken gekopieerd en dat fragment beschreef zij ook, professor Lupin was haar vriendje, en… dat eindigde toen ze zwanger was van mij… Dus ja, je hebt gelijk, Remus Lupin is mijn vader,” ik glimlachte, Norren grijnsde terug, hij had een vader, dat die net als hij was kwam niet bij hem op. We namen afscheid voor de nacht en ik ging aan mijn transfiguratie huiswerk.

18 december
De eerste dag van de vakantie bracht één aangenaam ding met zich mee; vrije tijd. Ik zorgde dat ik voor het weekend al mijn huiswerk af had, en had vervolgens daadwerkelijk twee weken geen zorgen voor school. Ik bleef ook dit jaar op het kasteel dat ik met de jaren meer en meer als thuis was gaan beschouwen. Norren, ging wel naar huis, waarom was me een raadsel. Zodoende dat ik op de eerste vakantie ochtend bij Ron, Harry, Hermione, Ginny en de tweeling aanschoof. Buiten vormde bevroren regen een prachtige witte deken over het desolate Schotse landschap. Na het ontbijt namen we enigszins schuldig afscheid van Harry. Ginny en de tweeling waren nergens te bekennen. Vrolijk kletsend liepen we langs Filch die ons even chagrijnig aankeek. De weg naar Hogsmeade was niet heel lang, maar met de verse sneeuw wel heel heel mooi. Dikke ijspegels hingen als ranken aan boomtakken en struiken leken schildpadden in de sneeuw, sporen van winterharde dieren waren bijna niet meer te zien in het dikke pak. Vlokken dansten om ons heen als een ballet van feeën. Ik stak mijn tong uit en ving de bevroren druppels op met mijn mond, een frisse, koude smaak tintelde in mijn mond en ik kreeg een gelukzalige grijns op mijn gezicht.
Hogsmeade was een uit de kluiten gewassen dorp. Pittoreske huisjes vormden het landschap tot een kerstkaart. Ik volgde Ron en Hermione naar Zacharinus zoetwarenhuis, schap na schap, rij na rij vol met zakken, dozen en bakken met zoetigheid. Ik vulde mijn voorraadje chocolade aan, en stond toen bij testers te kijken.
“We zouden eigenlijk iets moeten meenemen voor Harry,” Ron wees op een bordje waarop ‘toffees met bloedsmaak’ opstond.
“Nee, getver, ik denk dat niet voor mensen bedoeld zijn,” ik trok een vies gezicht.
“Die dan?” Ron schoof ons kakkerlak chrunchies onder de neus.
“Liever niet,” zei een bekende stem, ik gilde het nog net niet uit en draaide me vliegensvlug om naar Harry, die ons met een brede glimlach aankeek.
“Wow! Je hebt leren verschijnselen!?” Ron leek het serieus te denken.
“Nee,” en op zachte toon, zodat de nabij staande Ravenclawers het niet zouden horen vertelde Harry hoe hij Fred en George was tegengekomen, hoe die hem een oud stuk perkament in de handen hadden gestopt en dat bleek vervolgens een kaart van Hogwarts te zijn. Niet zomaar een kaart, nee, eentje waarop alle geheime gangen stonden, waarop alle mensen stonden die zich op het terrein bevonden.
“Waarom hebben Fred en George het niet aan mij gegeven? Ik ben hun broer nota bene!” We waren naar buiten gegaan nadat we hadden afgerekend.
“Harry deelt hem wel met je,” ik knipoogde vrolijk, mijn gezicht half ingepakt tegen de kou, Harry die zo slim was geweest om niet eens een mantel aan te doen, klappertanden.
“Waar zullen we heen gaan?” Hermione keek om zich heen.
“We kunnen naar Zonko’s gaan?”
“Of naar de uilenboetiek?”
“Weet je wat,” zei ik een blik werpend op het gebouw tegenover ons, “laten we een boterbiertje pakken bij de Drie Bezemstelen,” daar hadden we allemaal oren naar dus liepen we de kroeg in.
Het was druk, zodanig druk dat Harry niet opviel. Ron en ik liepen naar de bar om vier boterbiertjes te halen, terwijl Harry en Hermione een lege plek zochten. Ik betaalde en volgde Ron door het drukke café, veel leerlingen hadden de warmte van de kroeg opgezocht. We hadden het drankje nauwelijks voor één derde op toen de deur achter me open ging, een vlaag van vlokken en ijskoude wind joeg de warmte op de vlucht. Mijn drie vrienden zagen er ineens doodsbang uit. Ron en Hermione duwden Harry onder de tafel.
“Wat?” Ik keek ze verbaasd aan.
“Leraren en… de minister van Toverkunst!” Fluisterde Hermione. Ze pakte haar toverstaf uit haar binnenzak.
“Mobiliarbus!” Mompelde Hermione en een gigantische kerstboom schoof tussen ons en de leraren in, zodat ze ons, en vooral Harry niet zagen.
“Ik was totaal vergeten dat de leraren ook vrij waren vandaag,” fluisterde ik zacht, de andere twee knikten instemmend. Achter me kregen de docenten en de minister hun drankjes. Ik reikte Harry zijn boterbier aan.
“Wat brengt u naar Hogsmeade, minister?” Rosmerta was bij hen gaan zitten, ze had genoeg hulp om een pauze te kunnen inlassen.
“Wat anders dan Sirius Black? Je hebt vast wel gehoord wat gebeurd is met Halloween?” Ik slikte, we waren duidelijk niet geoorloofd om dit te horen, maar dat deden we wel dus zwegen we, en luisterden.
“Ik heb de geruchten gehoord,” wauw ze gaf toe. McGonagall berispte Hagrid zijn gesnuif.
“Denkt u dat Black nog altijd in de buurt is, minister?” Een uitstekende vraag.
“Daar ben ik zeker van,” antwoordde Fudge kortaf.
“Je weet dat die vreselijke Dementors al twee keer mijn kroeg hebben doorzocht? Ze jagen mijn klanten weg… het erg slecht voor zaken, minister,” daar had ze een punt.
“Rosmerta, schat. Ik vindt ze net zo naar als jij, ze zijn een noodzakelijke voorzorgsmaatregel… helaas. Ik heb er een paar ontmoet vandaag, Ze zijn woedend dat Dumbledore ze niet op het terrein wil laten,” goddank niet! McGonagall, Flitwick en Hagrid leken die mening vurig te delen.
“Hoe dan ook,” zuchtte de minister, “ze zijn er om jullie te beschermen tegen iets veel ergers… we weten allemaal waar Black toe in staat is,” ja… inderdaad.
“Weet u dat ik het nog altijd niet kan geloven? Van alle mensen die over zouden lopen naar de Duistere zijde…. Black is de laatste van wie ik het had gedacht. Ik bedoel ik herinner hem toen hji nog op school zat. Als je me toen had verteld wat hij later zou worden, had ik gezegd dat je teveel mede op had.”
“Dan weet je nog niet eens het hele verhaal, Romerta,” Fudge leek het moeilijk te hebben, “het ergste is niet wijd en zijd bekend.”
“Het ergste? Erger dan het vermoorden van al die arme mensen, bedoel je?” Ze klonk bijzonder nieuwsgierig, wat mijn gevoel bewoording gaf.
“Inderdaad.”
“Dat geloof ik niet… Wat kan in vredesnaam nog erger zijn dan dat?”
“Je zegt dat je hem herinnert in zijn tijd op Hogwarts, Rosmerta,” haakte McGonagall in, “herinner je je dan ook wie zijn beste vriend was?”
“Natuurlijk!” Reageerde Rosmerta met een klein lachje, “je zag de een nooit zonder de ander. De talloze keren dat ik ze hier had – oh ze maakten me zo aan het lachen. Wat een duo waren die twee! Sirius Black en James Potter!” Harry liet zijn beker met een klap vallen. Ik sloeg mijn ogen in horror neer, ja dit wist ik.
“Precies,” zei McGonagall, “Black en Potter. Leiders van hun groep. Beiden bijzonder getalenteerd, maar ik denk niet dat we ooit zulke erge onruststokers hebben meegemaakt,” Hagrid haakte op zijn beurt in.
“Ik weenie, de broertjes Weasley en Nayla Potter komme aardig in de buurt, mot ik zegge,” in de buurt? Hm, daar moest dan hoognodig iets aan gedaan worden.
“Als broers waren die twee, onafscheidelijk!” Piepte Flitwick.
“Natuurlijk waren ze dat, Potter vertrouwde Black meer dan zijn andere vrienden. Dat veranderde ook niet nadat ze afgestudeerd waren. Black was getuige op trouwerij van James en Lily. Ze benoemde Black tot peetvader van Harry. Harry heeft uiteraard geen idee. Je kunt je voorstellen hoe het idee alleen al hem zal martelen.” Hermione, Ron en ik wisselden blikken in schok, nou dát was een leuke ‘peet’vader…
“Omdat Black uiteindelijk met Youknowwho bleek samen te werken?” Fluisterde Rosmerta.
“Nog veel erger, Rosmerta, schat...” Fudge ging ineens veel zachter praten, “niet veel mensen wisten dat de Potters zich heel goed bewust waren dat Youknowwho achter ze aanzat. Dumbledore die onafgebroken tegen Youknowwho vocht had een aantal zeer bruikbare spionnen. Een van hen gaf hem een bruikbare tip, hij waarschuwde James en Lily per direct. Hij adviseerde hen om onder te duiken. Natuurlijk was Youknowwho nou niet gemakkelijk om je voor te verbergen. Dumbledore dacht dat de grootste kans lag in de Fidelius bezwering.”
“Hoe werkt die?” Rosmerta was bijna ademloos.
“Een ontzettend ingewikkelde spreuk, waarbij een geheim op magische wijze verborgenwordt in één levende ziel. Die informatie gaat dan schuil in de uitverkoren persoon, oftewel Geheimhouder, en kan onmogelijk opgespoord worden – tenzij de Geheimhouder besluit om de informatie prijs te geven. Zolang de Geheimhouder weigerde zijn mond open te doen, kon Youknowwho jarenlang het dorp doorzoeken, en ze nooit vinden. Niet eens als hij ze neus tegen hun woonkamerraam drukte!” Even ging de spot door mijn hoofd, er gingen namelijk geruchten dat Voldemort geen neus had, althans niet echt.
“Dus Black was de Geheimhouder van de Potters?” Fluisterde de eigenaresse van de kroeg.
“Natuurlijk, James Potter vertelde Dumbledore dat Black eerder zijn leven zou geven dan zeggen waar ze zaten. Dat Black van plan was zelf onder te duiken… en toch, Dumbledore bleef bezorgd. Ik herinner me dat hij suggereren om zelf de Geheimhouder te worden.”
“Hij verdacht Black?”
“Hij wist zeker dat iemand Youknowwho geinformeerd hield over hun zaken, hij had inderdaad al een tijdje aan onze kant een verrader was die een hoop informatie dorgaf aan Youknowwho,” McGonagall klonk donker.
“Maar James Potter stond erop om Black te gebruiken?”
“Dat deed hij, en nauwelijks een week later na de uitvoering van de spreuk – “
“Black verraadde hen?” Rosmerta liet een diep ademteug ontsnappen.
“Ja, dat deed hij. Black was het zat als zijn rol als dubbel agent, hij was er klaar voor om zijn support aan Youknowwho te tonen. Het leek erop dat hij dit gepland had voor de dood van de Potters. Maar, zoals we allemaal weten, Youknowwho ontmoette zijn nederlaag met de kleine Harry Potter. Macht weg, vreselijk verzwakt vluchtte hij. En dit liet Black achter in een vreselijk lastig pakket. Zijn Meester was gevallen op het moment dat hij, Black, zijn ware kleur als verrader had laten zien. Hij had geen keuze dan vluchten.” Ik trok een grimas toen Hagrid zo luid mijn vader uitschold dat de halve kroeg stil werd.
“Ik ontmoette ‘m,” gromde Hagrid, “ik mot de laatste zijn geweest die ‘m gezien heb, voordat ie al die dreuzels om zeep hielp! Ik was degene die Harry uit het puin van James en Lily’s huis heb gehaald nadat ze waren vermoord. Had ‘m juist uit de ruïnes, arm klein ding, met de grote snee in z’n voorhoofd, en z’n ouders dood… en toen kwam Sirius Black opdagen, op die vliegende motorfiets van ‘m. Heb me nooit afgevraagd wa ie daar deed. Ik wis nie dat ie James en Lily’s Geheimhouder was. Dach dat ie gew’n van Youknowwho’s aanval had gehoord en kwam zien wa ie kon doen. Wit en trillerig was ie en weeje wa ‘k deed? ‘K TROOSTE DIE MOORDADIGE VERRAAIER!” Hagrid was ongetwijfeld in tranen, ik zat vastgenageld aan mijn stoel, mijn knokkels waren wit van het vastklemmen van de beker.
“Hagrid, aljeblieft, een beetje zachter!” Smeekte McGonagall. Hagrid snoof in een zakdoek.
“Hoe most ‘k nou weten dat ie niets om James en Lily gaf? ‘T was enkel Youknowwho om wie ie gaf. Hij zei tegen mijn, ‘geef Harry aan mij, Hagrid, ‘k ben z’n peetvader, ‘k zal voor ‘m zorgen -’ Ha! Maar ‘k had de opdracht van Dumbledore, en ‘k zei nee tegen Black, Dumbledore zei dat Harry naar z’n oom ‘n tante zou gaan. Balck ging in discussie, maar toen gaf ie op. Zei me z’n motorfiets te gebruiken om Harry daaro te krijgen. ‘ik heb ‘m nie meer nodig,’ zei ie. ‘K moest toen al weten da d’r iets nie pluis was. Hij adoreerde die motorfiets, waarom ‘t ineens aan mijn geven? ‘T was te makkelijk om gevolgd te worden, met dat ding. Dumbledore wist dat ie de Potters Geheimhouder was. Black wist da ie op de vlucht most die nacht, wist da ‘t kwestie van tijd was voordat ‘t Ministerie achter ‘m zou komme. Maar wat als ‘k Harry wel aan ‘m gegeven had, eh?” Ik wed erom da ie ‘m van de motor gekieperd had ergens boven zee. Z’n beste vriend’s zokn! Maar wanneer ‘n tovenaar eenmaal over is naar de duistere zijde, kan niks ‘n niemendal ‘m meer schelen,” er viel een zware stilte na Hagrid zijn verhaal. Ik voelde mijn vingers niet meer liet voorzichtig de beker los. De rest van het verhaal hoorde ik niet meer. Totdat ze het over de dood van Pettigrew hadden.
“Kom, kom, Minerva, Pettigrew stierf in een heldendaad. Met ooggetuigen- dreuzels – uiteraard. We hebben hun geheugen moeten wissen naderhand. Zij vertelden ons dat Pettigrew Black in de hoek had gedreven. Ze zeiden dat hij huilde. “Lily en James, Sirius hoe kon je!” Toen hij naar zijn staf reikte… wel, Black was natuurlijk veel sneller, blies Pettigrew in gruzelementen...”
“Stomme jongen… domme jongen… hij was altijd al hopeloos met duelleren… hij had het aan het Ministerie over moeten laten.” Hagrid zwoer dat hij hem gewoon met zijn handen aan stukken zou scheuren. Fudge gaf een toespraak die me ontging. Een tijdje later stonden ze op en terwijl Rosmerta terug keerde naar de bar, en de andere vier de kroeg verlieten haalden Ron en Hermione onze vierde vriend onder de tafel vandaan. We hadden geen woorden. Harry die nog minder geweten dan ik, keek alsof de aarde niet meer bestond. We keerden terug naar het kasteel, Harry via de geheime weg, eenmaal op het kasteel wist ik niet wat ik met mezelf aan moest en sloot mezelf af op mijn hemelbed. Stil zat ik daar in het donker, losse flarden van het gesprek spookten door mijn hoofd. Het was nu volkomen logisch waarom mama zo’n hekel aan haar verleden had. Ik begreep het, maar het drong niet tot me door. Hoe kon de jongen, de man van mama’s dagboeken zo slecht worden? Zo… gevoelloos…? Pas die maandag keerde ik terug naar het bijna verlaten kasteel. Ik wenste dat mijn broer er was, maar helaas. Ik vermeed mijn vrienden, ik had tijd nodig om dit te verwerken. Zodoende dat ik zwijgend door het kasteel liep zonder te zien waar.
“Nayla?” Een stem bracht me bruut naar het heden, ik draaide me om, professor Lupin keek om de hoek van zijn kantoor.
“Professor,” ik liep naar hem toe.
“Alles goed?”
“Ja hoor,” het antwoord kwam automatisch uit mijn mond. Lupin keek me schattend aan en knikte toen.
“Ik wou juist thee gaan zetten, wil je ook een kopje?”
“Tuurlijk, bedankt professor,” ik volgde hem zijn kantoor in.
“Geniet je al van de vakantie?”
“Een beetje, hij is pas begonnen,” ik glimlachte zwakjes.
“Hier, ik heb alleen theezakjes, ben ik bang.”
“Is niet erg, bedankt,” ik liet het zakje sterrenmix in mijn kopje zakken en vermeed oogcontact met mijn broer zijn vader.
“Zeker weten dat alles goed is? Je ziet er… geschokt uit,” god, ik moest echt op mijn vader lijken, als mijn steengehouwen gezicht als geschokt overkwam.
“Fysiek is alles prima in orden,” antwoordde ik aarzelend, het zakje op een apart schoteltje leggend.
“Maar?”
“Afgelopen weekend heb ik iets te horen gekregen dat… nogal iets te weeg heeft gebracht waar ik niet blij om ben,” zo een antwoord waar je van alles van kon maken.
“Hm, wil je erover praten?” Nu keek ik hem aan, wou ik dat? Ik wist het niet. Ik keek naar mijn schoot. Voordat ik mezelf kon tegenhouden vertelde ik wat er zaterdag was voorgevallen, dat Harry erbij was liet ik achterwege. Al kon Lupin dat waarschijnlijk wel raden, maar hij maakte er geen commentaar over en luisterde zwijgend.
“Hoe wist je dat hij je vader was?” Ik veegde een eenzame traan weg, en vertelde hoe mama nooit over haar verleden sprak, hoe ik langzaam maar zeker haar dagboeken was gaan lezen, foto’s was gaan kijken en ik vertelde hoe mensen me bijna automatisch Black noemden.
“En nu?”
“Ik weet het niet… Aan de ene kant wil ik mijn naam terug draaien, maar aan de andere kant… na alle verhalen die ik over hem heb gehoord, over zijn tijd hier, het klinkt zo… ontzettend onwaarschijnlijk dat hij die dreuzels heeft gedood… dat hij achter m’n neefje aan zit...”
“Hoezo onwaarschijnlijk?” Ik keek hem aan, mijn thee was koud genoeg om te drinken. Ik vertelde hem hoe mijn vader op me was overgekomen in de dagboeken, ik vertelde hem hoe anderen over hem schenen te denken.
“Ik snap het, soms...” hij keek me aan van over zijn bureau, handen ineens gevouwen, leunend op zijn ellebogen.
“Soms doen mensen dingen die… niemand van ze had verwacht, alleen Sirius Black weet wat de drijfveer was voor zijn daden, wij kunnen alleen maar gissen.” Ik knikte.
“Maar dat helpt niet bij mijn eigen verwarring,” ik zette het lege kopje neer.
“Dat begrijp ik, misschien...” de man die zulke trieste ogen had, “misschien kun je het beter loslaten, want erover tobben heeft geen zin, wat komen moet komt vanzelf, en zo niet, dan kunnen wij er weinig aan veranderen,” daar had hij op dat moment zoveel gelijk in dat er een last van mijn schouders viel, die avond schoof ik aan bij mijn vrienden, ik had mijn vader nog nooit ontmoet, maar ik wist wel dat ik hem eerst zou ondervragen voordat ik hem zoals iedereen zou beoordelen.


Reacties:


Rukia
Rukia zei op 27 juli 2017 - 14:42:
Nayla is echt een slimme meid, je mag nooit iemand beoordelen voor je beide kanten kent. En wat is het toch met de naam Kyle dat we die beide gebruiken voor de liegende rotzak in onze verhalen?


narcissa
narcissa zei op 27 juli 2017 - 8:34:
Ik vond dit een heel gaaf hoofdstuk.
En Remus is en blijft gewoon zo lief.
Ik ben benieuwd wanneer Norren er achter komt dat zijn vader net als hij een weerwolf is. En of hij nu na de vakantie zijn vader beter wil leren kennen. En die Kyle jeetje wat idioot. Gelukkig treurt Nayla er niet lang over.