Hoofdcategorieën
Home » Final Fantasy » De Ramp van Altissia - Final Fantasy XV » 7: Waar ben ik beland?
De Ramp van Altissia - Final Fantasy XV
7: Waar ben ik beland?
Iemand liep langs mij heen zodat hij nog dichter bij het glas stond dan ik. Tot mijn verbazing keek hij ook meer naar de foto dan naar de jurk, maar toen ik zijn kant op keek vervaagde mijn verbazing compleet over dit onderwerp. Geschrokken zette ik een stap achteruit. Zijn zwarte haar, zwarte kleding...
Prins Noctis.
Hij glimlachte, opgelucht dat zijn toekomstige vrouw nog in leven was. Er verschenen heel even zelfs tranen in zijn ogen, maar deze verdwenen zodra de drie vrienden van de prins naar hem toeliepen.
"Ehh, Noct?"
Prompto, één van de kroonwachters die Noctis gezelschap hielden, tikte de prins op zijn schouder en hij draaide zich om. En toen keken ze plotseling mijn kant op. Ik zette snel een stap achteruit. Wat stom. Ik en mijn gestaar. Ik had niet met zo'n verbazing op mijn gezicht naar Noctis moeten staren.
"Volgens mij ben je herkend," zei een andere stem. Uit de menigte stapte nu ook Ignis, de kok en strategist.
Ik wilde mijn mond open doen om iets te zeggen, maar toen kwam ook de laatste van de kroonwachter aan lopen.
"Wat is er aan de hand?" zei Gladiolus met een lage stem.
Mijn oog trok opnieuw spastisch toen de prins en de drie kroonwachters me verwachtingsvol aankeken. Ik dacht even na over wat ik moest zeggen, en toen schraapte ik mijn keel.
"Mijn verontschuldigingen, o Kroonprins," zei ik met een lichte buiging. "Dat was uiterst onbeschoft van me. Uhh-- ik ben er vandoor!"
Ik draaide om en wilde weglopen, maar een hand op mijn schouder hield me tegen.
"Een momentje, jongedame," zei Ignis terwijl hij me terugdraaide. "Je hebt Noctis herkend, correct? Kom je uit Insomnia?"
Ik glimlachte mijn meest pijnlijke glimlach. Natuurlijk, niemand hier herkende de prins, want niemand in Altissia kwam uit Insomnia! En dat gevecht dat plaatsvond in die stad... Bijna alles was vernietigd. Bijna iedereen was dood. Als ik een overlevende was, was ik de perfecte getuige voor alles wat er gebeurd was. Hel, ik had de prins hier en nu kunnen vertellen wat er ging gebeuren op deze plek.
"Nee," zei ik. "Ik ben een toerist."
"Waar vandaan?" vroeg Gladiolus.
Ik keek hem even aan. Op zijn gezicht verscheen meteen een dreigende blik en ik zag dat Prompto lichtelijk bezorgd zijn kant op keek.
"Het spijt me," zei ik, "maar ik kan mijn afkomst niet zomaar vrijgeven aan willekeurige personen. Niet met alle Niflheimers in de buurt."
"Een tegenstander van Niflheim," gromde Gladiolus met een schamper lachje. "Net als wij."
"Eh, misschien moeten we haar met rust laten," zei Prompto. "Ik bedoel, het is toch niet zo'n probleem dat ze hem herkent? Het zou vroeg of laat toch gebeuren!"
"Prompto heeft gelijk," zei Noctis. "Kom, we lopen verder."
De rest wilde doorlopen, maar Ignis keek me nog even onderzoekend aan. Ik was een redelijk goede acteur, al zeg ik het zelf, maar de strateeg was nét iets te goed voor mij.
"Wat is je naam, als ik vragen mag?"
Gladiolus draaide zich om. "Iggy, waar ben je mee bezig?"
Ik stak mijn wijsvinger met zekerheid op.
"Nogmaals," begon ik plechtig, "die informatie geef ik niet zomaar weg. Ook niet aan de prins en de kroonwakers."
"Hm," zei Ignis. "In dat geval neem ik aan dat je mijn verzoek om niet van de daken te schreeuwen dat de prins in Altissia is kunt accepteren. Ben ik correct?"
Ik knikte snel. "Natuurlijk, absoluut. Niemand zal mij horen."
"Goed dan. Voorwaarts."
Noctis knikte naar Ignis en glimlachte toen vriendelijk naar mij voordat de vier hun tocht voortzetten. Ik zuchtte opgelucht en veegde het zweet van mijn voorhoofd. Het kostte mij meer moeite dan ik had verwacht om me stil te houden over de toekomstige ramp. Pas op, prins Noctis! Je bruid gaat eraan! Het was zo makkelijk om te zeggen, maar wat een oproer zou dat veroorzaken. En wie zou mij geloven? Misschien een of twee mensen, en vervolgens zou ik mijn leven verliezen door de handen van Ardyn Izunia. Rust in vrede, mezelf. Nee, nee, ik was te jong om te sterven. Maar Lunafreya was dat ook! Oh, wat te doen...
Maar ik besloot mezelf stil te houden. Die munt in mijn broekzak... ik voelde het object constant. Het voelde meer als een last, omdat ik wist dat Ardyn hem persoonlijk vastgehouden had. Ik moest hem zo snel mogelijk verkopen aan die Alessio, en vervolgens op zoek gaan naar een hotel om te overnachten. De toespraak van Lunafreya was hoogstwaarschijnlijk morgen, net als de ramp. Het zou veel levens kosten... Oh, waarom was ik hier in godsnaam beland? En waarom nu??
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.