Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Shadows in the light (or: part two.two in the Potter family) » Hoofdstuk 4: Nightmare's in four-square
Shadows in the light (or: part two.two in the Potter family)
Hoofdstuk 4: Nightmare's in four-square
Het gras werd al zompig waardoor ik wist dat we een koude oktober voor de boeg hadden. Ik drentelde naast een grote wolf over een open terein van ons huis. Het huis van duizenden over de laatste duizend jaar. Ik vroeg me af hoeveel faunaten er hadden rondgelopen op Hogwarts. En zo ja, hoeveel ervan illegaal waren. Ik kon er sowieso al een handvol van opnoemen. De maan bescheen het terrein. De wolf, die mijn broer was, stopte plots met lopen, zijn snuit in de lucht. Ik hield halt en draaide me naar hem toe. Wat rook hij?
Op dat moment zag ik wat hij rook en vloekte inwendig, hadden de docenten hem nie toegelicht over mijn broers toestand?
Ik gromde naar de wolf in een waarschuwing, maar natuurlijk luisterde hij niet. Opnieuw schoot er een vloek door mijn hoofd. Ik begon te rennen. In mijn veertienjarige bestaan had ik al heel wat keren hard gerend, maar nog nooit zo hard. Nog nooit rende ik zo snel dat ik nauwelijks de grond leek te raken. Ik wist niet of Norren mij volgde of niet. Ik sprong de laatste twee meter zo hoog als ik kon en jankte luid, ik zeilde over het hoofd van de professor heen. In de lucht draaide ik me om mijn as. En begon te blaffen en te janken. De des betreffende docent leek het niet te begrijpen. Even keek ik waar mijn broer gebleven was, hij sloop onze kant op. Ik dacht razendsnel na, en schoot toen weg een dikke struik in. Mijn transformatie koste me nauwelijks moeite tegenwoordig. Vlug stak ik een dikke droge tak in brand met mijn toverstok en klemde het in mijn mond, transformeerde terug in een hond en spoot op Norren af. Nu zag de docent Defense Against the Dark Arts eindelijk het gevaar en maakte zich zo snel mogelijk uit de voeten.
Een halfuur later renden Norren en ik een ondergaande maan tegemoet. Deze nacht was eindelijk voorbij.
“Norren! We moeten praten!” Ik greep mijn broer bij zijn arm. De lessen waren afgelopen en ik had eindelijk een kans om mijn broer- die brak was- in te lichten over afgelopen nacht. Ik trok hem mee een leeg lokaal in.
“Wat is er Nay?”
“Vannacht.”
“Heb ik...?” De vraag bleef halverwege hangen.
“Bijna...” De horror was van zijn gezicht te lezen.
“Norren we moeten iets verzinnen om te zorgen dat je nooit, echt nooit iemand zult aanvallen...” Ik fluisterde bijna.
“Nayla... wie?”
“Professor Moody...”
“Shit...”
“Je moet vragen aan een docent of die hem hebben ingelicht over jou, Norren...”
“Waarom jij niet?” Ik keek hem ongelovig aan.
“Ben jij nou een Ravenclaw? Ik ben een illegale faunaat dombo. Het is een beetje raar als ik een docent dat vraag...”
“Oh ja...” Ik sloeg een hand voor mijn hoofd.
“Nayla... is er... is er enige andere wijze waarop we dit kunnen voorkomen?” Mijn broer keek benauwd.
“Geen idee, Norren... Ik zal Sniffles vragen of hij iets weet...” Hij knikte en we verlieten het lokaal.
We begaven ons samen met de andere laat komers naar de grote zaal voor het avondeten. Norren die van slag was liet ik deze maaltijd bij mij zitten.
“Norren blijf er niet over in zitten. Ik heb jullie beiden gered door een brandende stok naar jou te brengen, hierdoor zach hij je en maakte hij zich uit de voeten.”
“Ja oké, maar wat nou als...-” ik legde een vinger op zijn mond.
“Als? Dan zien we wel weer. We gaan gewoon ons best doen om dit te voorkomen. Meer kunnen we niet doen. Doemdenken helpt niet.” Mijn woorden leken eindelijk tot hem door te dringen en kwam tot rust. Ik glimlachte, dat werd tijd.
Dat weekend negeerde ik het feit dat het regende en zette mezelf bij het vuur, samen met Harry, Ron en Hermione. Ik droeg een t-shirt dat ik uit een tweedehandswinkeltje gekocht had. Wit, met de opschrift Fuck the Clock, jeans en ik liep op sokken. Mijn haren werden alweer wat langer en ik had er een korte shawl omheen gebonden.
“Wat is de definitie van alruinwortel in gemalen essentie?” Ron prutste met zijn veer aan zijn duimnagel.
“Serieus Ron?” Hermione en ik keken hem bedachtzaam aan.
“Je vriendinnen waren versteend... heel misschien?”
“Oh ik wist niet dat die piepende wortels gemalen moesten worden...”
“Als je je boek gelezen had, wist je dat dat een van de grootste aspecten ervan was,” Hermione wees hem de bladzijde.
“He, ze moeten toch ergens om piepen?” Merkte ik op terwijl ik mijn transfiguratieboek op de grond liet ploffen, dat opstel was af.
“Tuurlijk, al kan dat ook om het zicht van jou zijn,” kaatste Ron de bal terug.
“Ah vandaar dat ze voor katzwijm vallen.” Gelach.
Zaterdagavond dook ik pas laat mijn bed in, want; weekend. Ik viel snel in slaap- helaas.
De ‘droom’
Ik keek naar mijn eigen ik die magerder was dan ik nu. Ze was harder, gewend aan afwijzing. Ze staarde naar het woelige water van de Thames benenden haar. Een joint zat achteloos tussen haar vingers van de rechterhand. Er was niemand te zien, wie was er zo gek om tijdens een storm als deze aan de rand van de Thames te gaan staan? Ze stond echter stevig in haar, haveloze, schoenen. Het regende nog niet, toch waren haar wangen nat.
“YO Weirdo!” Een tweetal stemmen klonken achter ons, we draaiden ons om, mij konden de twee jongens die, hand in hand, naar ons toekwamen, niet zien. Mijn kopie grijnsde en omhelsde de twee jongens tegelijk.
“Wassup lovers?” De jongens hielden tegelijk een hand omhoog, van ijzerdraad gemaakte ringen. Ze lachte breeduit, maar haalde haar harde grijze ogen niet. Lachend liepen ze met z’n drieen weg, de joint delend. Ik volgde ze. Uren, ik werd niet moe, liepen ze, totdat ze bij een verlaten viaduct kwamen, hier waren anderen. Er was geen achterdocht, meer een soort weemoedige acceptatie onderling. Ik wou schreeuwen dat het witte poeder niet moest gebruiken, maar ze hoorde me niet. Wie Was Zij?! Waarom droomde ik zo realistisch!?
“Nayla!” Een jonge blonde vrouw kwam naast haar zitten en drukte een verfromfraaide krant in de hand. Ze pakte hem aan, nadat er plagend op het hoofd van de vrouw had geslagen, begon ze te lezen. Ik ging naast haar zitten om het ook te kunnen lezen, de kop was voldoende om naar adem te snakken; De heer van het Duister veranderd zijn titel in: Minister van Toverkunst. Feest op het ministerie om deze prachtige stap.
Mijn andere ik vloekte zacht en smeet het ding in het, naar benzine en nat papier ruikende vuur.
“Geen leuk nieuws?”
“Nah, nooit, het is nieuws.”
“Goed punt.” Ik was cynisch?
De droom schoof verder, het vuur in de ton was uitgegaan. Er heerste lichte rust onder de mensen hier. Een aantal knallen vlakbij deed een paar van hen, onder wie ‘ikzelf’ overeind schieten.
“Wat de bleep was dat?”
“Geen idee, rare rotjes?”
“Die zijn hier verboden, idioot.”
“Ja en wij ook.”
“Dus?”
“Yo bitches ik wil slapen...”
“Slaap dan.”
“Kop dicht.”
“Tuurlijk.” Ik en ik stonden op om polshoogte te gaan nemen. Maar het moment dat ze de hoek om wou gaan, kwamen er een tiental mensen de hoek om in zwarte gewaden en zilveren maskers.
“RENNEN!” Schrreuwden we tegelijk. Direct was het kamp verlaten, twee werden er gedood.
“Nayla!” Ik keek verward om me heen, wie riep mij? Of mijn andere mij?
“Nayla, wordt wakker gek!” Ik schoot overeind toen iemand een emmer ijskoud water over me heen gooide.
“AAAARRGHH!” Ik droop. Hermione en de andere meiden van de slaapzaal stonden rondom mijn bed. Ik wilde niet weten hoe ik eruit zag, maar de spiegel pal tegenover dwong mezelf te zien: Mijn haren dropen en stak alle kanten op, mijn wangen waren knalrood, mijn ogen waren groot, nat en stond volkomen verwilderd. Ik dwong mezelf diep adem te halen, en langzaam bedaarde mijn hartritme tot een rustiger tempo en was ik in staat uit bed te stappen- correctie het waterbed. Ik trok een droge pyjama aan en wende me tot de meiden, nu weer een masker van onverschilligheid op.
“Echt, was die emmer water nodig?” Ik grijnsde. Hermione keek me geschokt aan dat ik zo achteloos kon wezen. De anderen lachten weer, opgelucht dat ik niet helemaal door draaide.
“Anders was je niet wakker te krijgen...” Vertelede Parvati me en ik lachte.
“Zelfs niet met knallen?” Ze schudde haar hoofd en ik floot tussen mijn tanden.
“Nou ja, ik ga wel beneden slapen- morgen zal het bed wel weer droog wezen...”
“Je buit de huis-elfen uit!” siste Hermione pissig.
“Ja? Heb ik ze aangenomen? Vraag ik ze om mijn bed te verschonen? Ik doelde meer op het feit dat het hier binnen warm en droog is. Hermione... maak je geen zorgen om mijn rare dromen, okay? Ik heb ze al jaren, alleen gisteravond ben ik vergeten om een geluiddempende spreuk op de gordijnen uit te spreken...”
“Je bent tactloos bezig Nayla...”
“Hmpf ik ben naar mezelf tactloos? Da’s apart...” ik sloeg een doek om mijn schouders en pakte een schetsblok met potloden uit mijn nachtkastje.
“Hoe kun je het zijn?” Hermione had haar armen over elkaar geslagen.
“Hm? Omdat ik eraan gewend ben, en het geen zin heeft ze te analyseren. De enige die antwoorden zou kunnen hebben is mijn ‘lieve’ moeder,” de sarcasme bij het woord ‘lieve’ was onmiskenbaar.
“Schrijf haar dan!”
“Ja en ik krijg echt een fantsoenlijk antwoord terug wou je zeggen?” Ik snoof, “ga naar bed, Hermione, er is nu niets meer aan te doen. En ik slaap beneden.” Met die woorden sloot ik de deur van de slaapzaal achter me. In eerste instantie nam ik aan dat de leerlingenkamer verlaten zou zijn. Maar toen ik het vuur opporde om het warm te krijgen in de kamer, klonk er een dankbare zucht achter me. Gewapend met de pook draaide ik me om.
“Woah! Ik ben geen vijand!” Een jongen met lichtblauwe ogen, muisbruin haar en tamelijk lang stond tegenover me. Zo te zien was hij boven een boek in slaap gevallen.
“Sorry, je liet me schrikken.”
“Jij mij ook.” Ik lachte en stak mijn hand uit.
“Ik ben Nayla trouwens.”
“Ben, kort voor Benedict.” Ik grijnsde en boog. Ben grinnikte en plofte terug op de bank waar hij had liggen slapen. Ik zette de pook terug op z’n plek en plofte in een fauteul. Die nacht sliepen we niet meer, maar kletste we over wie we waren, de lessen, zwerkbal en het opkomende Triwizard Tournament. Kon ik weten dat deze jongen maar een bepaalde tijd zo voltrekken? Misschien, maar toch dook ik erin alsof hij een reddingsboei was.
“Nayla!”
“Hermione!” Waar mijn vriendin haar stem boos had geklonken, had de mijne een toon van sarcasme.
“Wat droomde je?”
“Welke droom?”
“Je weet best wat ik bedoel!”
“Nee? Uit het oog, uit het hart, Mione, kom we hebben nu lunch,” ik wou verder lopen maar Hermione greep mijn arm beet.
“Nayla! Die nachtmerrie was op de voet te volgen! Je werd aangevallen...”
“Waarom vraag je dan wat ik droom, als je het al weet? Ik zou graag mijn arm terug willen, als je het niet erg vind,” ze liet mijn arm los alsof ze zich gebrand had. Geweldig Hermione en ik hadden ruzie.
“Hermione, laat het gaan, verdomme! Ik heb er geen last meer van, dus laat gaan!” Ik liep nu sneller weg dan ze me bij kon houden, het voordeel van een goeie conditie hebben. Bij de lunch schoof ik vastberaden tussen Neville en Ben in.
“Hou me aan de praat.”
“Wat is er?”
“Hermione...”
“Ah... hoe ver ben jij met het opstel van Binns?” Neville greep het beet en liet niet meer los totdat we die avond klaar waren voor de komende week zijn huiswerk.
“Dankjewel, Neville.”
“Voor wat?”
“Vandaag.”
“Oh, graag gedaan hoor,” hij zei weltrusten en ik zette mezelf bij de haard met mijn schetsblok.
“Arbeid van vandaag gedaan?” Ik keek om, Ben stond achteloos met zijn handen in zijn zakken.
“Ja, nu tijd voor rust.”
“Niet slapen?”
“Nah...” Hij plofte naast me op de bank.
“Hermione is die betweter he?”
“Ja... hoezo?”
“Oh, ik vroeg me af wie ze was...”
“Ah...” Ik bloosde toen hij zijn schoenen uit deed en zijn lange tenen zichtbaar werden. Waarom bloosde ik?
Leuk dat er twee hoofdstukken zijn!
En Nayla is weer lekker bezig met grappen uit halen.