Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Prince » 007
Prince
007
‘Louis.’
‘Louis.’
‘Louis!’
De jongen schrikt wakker en kijkt verward om zich heen.
‘Heu? Wat?’
Harry kijkt glimlachend op hem neer.
‘We zijn er.’
‘Oh.’ Voorzichtig krabbelt Louis overeind, de deken die over hem heen lag verward wegleggend.
‘Je sliep en leek het koud te hebben, dus heb ik je de deken gegeven.’
Louis glimlacht dankbaar.
‘Dank je wel.’
Harry knikt en helpt Louis de koets uit. Louis’ hand voelt klam aan in de zijne. Als beide jongens uit de koets zijn, stapt de man op de bok af en begint hij de kisten uit te laden. Terwijl hun spullen worden uitgeladen, stoot Harry Louis aan.
‘En, en?’
Louis kijkt op en blijft dan verbaasd staan. Het huis, of eerder gezegd huisje, is veel kleiner dan Louis verwacht had. Het heeft slechts een etage (de begane grond wel te verstaan), een houten veranda en het is gebouwd met een lichte steen. Hij verdenkt het ervan leemsteen te zijn.
‘En?’ vraagt Harry nog een keer.
‘Eh, het is veel kleiner dan ik verwacht had.’
Harry lacht en slaat opgelucht een arm om Louis’ schouders. Louis verstijfd even, maar ontspant dan weer.
‘Ben ik even blij dat je dat vindt. Ik vind het ook echt veel te klein. Ik bedoel, hallo koninklijke familie? Je zou verwachten dat ons buitenhuis wat groter is. Dit huisje heeft niet eens genoeg plek voor de hele familie.’
Louis grinnikt opgelucht, blij dat hij Harry niet beledigd heeft.
‘Hoeveel kamers heeft het?’
Harry krabt wat in zijn haar en kijkt dan wat beschaamd.
‘Niet veel.’
‘Hoeveel?’
‘Een badkamer, een slaapkamer, een keuken en een woonkamer,’ zegt Harry snel.
‘Oh. Oké dan.’
Harry lacht wat ongemakkelijk en loopt dan richting de veranda.
‘Zullen we dan maar?’
Louis knikt en volgt Harry de veranda op. Hij kijkt toe hoe Harry een sleutel vanachter een losliggende steen frutselt en dan de deur opent. Nadat hij een flinke duw tegen de deur heeft gegeven, struikelt hij onhandig naar binnen. Louis lacht zachtjes en volgt hem.
Harry heeft niet gelogen. Het huisje is klein, heel klein, en de meubels zijn afgedekt door zeilen.
‘Hoe lang zijn jullie hier al niet meer geweest?’ vraagt Louis nieuwsgierig.
Een hoekje van een kastje is onthuld en Louis laat zijn hand eroverheen glijden. Een stofwolk waait op en het donkere hout komt weer tevoorschijn. Louis veegt zijn hand af aan zijn broek.
‘Ieuwl.’
Harry lacht even en valt dan stil. Hij laat zijn hand over het zeil van de, vermoedelijke, bank glijden.
‘Vijf jaar, denk ik.’ Louis laat onbedoeld een ‘’awh’’ uit. Harry glimlacht wat triest en Louis neemt vertwijfeld een stap dichterbij. Onwennig haakt hij zijn arm door die van Harry en legt een hand op zijn bovenarm.
‘Waarom zijn jullie hier niet meer naar toe gekomen?’
Harry haalt zijn schouders op.
‘Ik heb geen idee.’ Dan haalt hij diep adem en gaat wat rechter op staan.
‘Zullen we alles maar naar binnen gaan halen?’
Louis knikt en neemt een stap naar achteren.
‘Haal jij de kisten maar naar binnen, ik haal hier alle zeilen er wel af en ik gooi de ramen open.’
Harry knikt en loopt weer naar buiten. Louis haalt diep adem en loopt dan richting een van de ramen. Snel maakt hij het raam open en duwt hij de luiken naar buiten. Zo gaat hij alle ramen langs en het zonlicht stroomt de woonkamer in. Een zacht briesje waait door de kamer als Louis de eerste zeilen van de meubels trekt en stukje voor beetje komen de meubels tevoorschijn. Stofwolken waaien op elke keer dat Louis een zeil eraf trekt en hij hoest. Hij wappert zijn handen even voor zijn gezicht en trekt dan het laatste zeil eraf. De woonkamer baadt in het zonlicht en de meubels lijken als nieuw. De vloer daarentegen ligt bezaaid met stofpollen en Louis tuit zijn lippen.
‘Hmm.’
Hij kijkt de kamer rond, opzoek naar een deur die misschien naar een opbergkast leidt. Zo’n deur lijkt er echter niet te zijn, dus Louis loopt de keuken in, die aan de woonkamer is verbonden door een grote opening in de muur. De keuken heeft echter heel veel kastjes en Louis weet niet waar hij moet beginnen. Hij denkt even goed na, besluit dan maar te beginnen met het kastje onder de wasbak. Louis trekt de dubbele deurtjes open en sluit ze dan weer.
‘Dom. Alsof een grote bezem daarin zou passen.’
Hij loopt weer naar de woonkamer, die ondertussen ietwat meer gevuld is door de kisten met spullen van de twee jongens. Harry komt net binnen met nog een kist.
‘Dit is de laatste.’
Harry kijkt even de kamer rond.
‘Het is wel opgeknapt hier, zonder al die zeilen.’
‘Het is alleen echt heel stoffig,’ antwoord Louis, ‘is er misschien ergens een bezem?’
Harry lijkt even na te denken, krabt even op zijn hoofd en kijkt de kamer nog eens rond.
‘Misschien dat er in de schuur iets staat,’ zegt hij dan, ‘kunnen we meteen wel kijken of er al paarden in de stal staan.’
Louis schraapt even zijn keel.
‘Pardon, zei je nou paarden?’
Harry knikt en kijkt hem verbaasd aan.
‘Hoe dacht je dan dat we hier zouden reizen?’
‘Lopend? Met een rijtuig?’ sputtert Louis.
Harry lacht en leidt Louis naar buiten.
‘Zolang we hier zijn, ben ik zo min mogelijk koninklijk. Dat maakt het voor jou wat makkelijker om de echte Harry te ontdekken en het geeft mij de kans om gewoon even normaal te zijn. Oh en ik vind paardrijden gewoon leuk en dit huis is te klein voor een man die op de bok moet zitten. Ik kan zelf helaas geen rijtuig bestuderen.’ Harry opent de deur naar de stallen en stapt naar binnen.
Louis volgt hem en stopt dan. De geur van paarden dringt zijn neus binnen en hij haalt diep adem. Hoewel hij totaal niet kan paardrijden, kon je hem vroeger altijd in de stallen vinden. De warmte en de geur van de paarden, maar ook zeker in vriendelijkheid heeft hem altijd aangetrokken.
De stal is niet groot, slechts twee boxen tegenover elkaar, twee poetsplaatsen achterin en wandje met tuig en zadels.
‘Hier is de schuur.’ Harry opent een deur direct aan zijn linkerhand, waardoor zijn arm voor Louis langs gaat. Kippenvel verspreid zich over Louis’ lichaam, maar hij negeert het. Hij heeft het vast koud. De schuur zelf is donker en op de tast zoekt Harry naar een lichtknop. De lichtknop blijkt een touwtje te zijn en met een zachte ruk springt het licht aan.
‘Hoe kom je aan dat licht?’ vraagt Louis nieuwsgierig. Hij herinnert zich nog dat het kasteel werd verlicht door fakkels. Harry haalt zijn schouders op.
‘Geen idee, het zat er al toen ik hier voor het eerst kwam.’
Louis knikt en kijkt toe hoe Harry naar binnen stapt en al snel weer naar buiten komt met een bezem.
‘Kijk eens.’
Louis glimlacht dankbaar en volgt Harry richting de boxen, bezem in de hand. Een zacht gehinnik klinkt, net op het moment dat het paardje zijn hoofd naar buiten steekt. Harry glimlacht.
‘Het is Snow,’ zegt hij zacht.
‘Snow?’ vraagt Louis nieuwsgierig.
Harry glimlacht en aait het witte paardje, Snow blijkbaar, over haar neus.
‘Op deze merrie heb ik leren rijden en op Snow heb ik altijd gereden. Ze moet nu al 15 zijn, denk ik zo.’ Hij heeft een glimlach op zijn gezicht en de merrie snuift.
‘Lief.’
Harry knikt en geeft haar een kus tussen de ogen. Dan draait hij zich om naar de andere box.
‘Ah, deze is perfect geschikt voor jou. Je hebt nog nooit gereden toch?’
‘H-hoe weet je dat nu weer?’ vraagt Louis verbaast.
Harry glimlacht.
‘Ik zag je reactie wel toen ik over de paarden begon, maar ook wel toen je hier binnen kwam. Je houdt van ze maar hebt nooit gereden?’
Louis glimlacht en knikt. Voorzichtig legt hij de bezem op de grond en komt dan naast Harry staan. Hij kijkt de box in en lacht dan. Het paard ligt languit, nek gestrekt en lippen net bij het eten.
‘Wat een luilak.’
‘Hee, een beetje respect voor opa.’
Louis lacht.
‘Hij heet toch geen opa?’
‘Neh,’ Harry schudt zijn hoofd, ‘hij heet Grey, maar hij is al twintig denk ik zo. Een oudje dus.’
Louis glimlacht en kijkt even toe hoe het paard het eten langzaam maar zeker naar binnen weet te krijgen.
‘Hij heeft een mooie kleur. Mooi zilverachtig bijna.’
Harry knikt instemmend en laat even een stilte tussen hen in vallen.
‘Zullen we maar weer naar binnen? Het huis kan wel een schoonmaak gebruiken en we hebben niet veel tijd meer. Over twee uur is het donker.’ Harry leidt Louis met een zachte hand op zijn rug naar buiten. Net op tijd weet Louis de bezem mee te nemen en Harry lacht.
‘Bijna vergeten zeg. Zouden we weer terug moeten.’
Louis lacht mee en ze stappen samen het huisje weer binnen. De gehele stofstorm is nu gaan liggen en het is duidelijk hoe lang er al geen mensen zijn geweest. De vloer heeft een grijsachtige tint, in plaats van de donkere gloed van de ebbenhouten vloer.
‘Nou, waar beginnen we?’
Reacties:
'k Vind Lou en Harry heel leuk samen. En de paarden ook. Als die maar niet doodgaan terwijl de jongens er zijn. :c
Waar is Perrie eigenlijk gebleven? Moet die niet mee?
Doe maar weer snel verder schrijven. Tot waar heb je eigenlijk vooruit geschreven?
Uh hallo,
I Stan
I
S
T
A
N.
Verwacht wel weer een melding in mijn gastenboek.