Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Misschief Never Managed » I'd have died for them!
Misschief Never Managed
I'd have died for them!
De bekende paraplu lag vergeten op de drempel van het huis. De jongeman van eenentwintig schakelde zijn motor uit en stapte af. Verbouwereerd keek hij naar het huis waarvan een deel van het dak compleet verwoest was. Zonder dat hij het door had, voerden zijn voeten hem naar het tuinhek- hij opende het, hij was hier maandag nog geweest. Zijn grijze ogen namen de doodstille omgeving in zich op, maar buiten het kapotte dak en de open voordeur was er niets vreemds. Geen duister teken, geen feestende dooddoeners, niets. Een bijna halve maan scheen zwakjes door de wolken toen hij over de drempel stapte. Nu snapte hij ook waarom de roze paraplu er lag.
De bruine ogen hadden zijn glans verloren, zijn blik nog verrast, en gekwetst door het besef wat er gebeurd was. Hij had een trui aan die de verrader hem gegeven had vorige kerst, de laatste die ze met z'n allen hadden gevierd. Hij droeg geen schoenen. Er hing een speentje om zijn nek. De jongeman voelde alle kleur uit zijn gelaat wegtrekken. Werktuigelijk liep hij verder, niet lettend op zijn trillende handen, of dat de toverstaf op de keukentafel lag naast een onafgemaakt kaartspel. Hij volgde de trap naar boven, de kamer met het deel met het kapotte dak. Boven vond hij de eigenaar van de paraplu die met schokkende schouders het zicht op de kamer zelf blokte.
"Hagrid?" De man met de enorme bos haar keek om, zijn ogen rood en gezwollen.
"Sirius..." zijn stem klonk dik en waterig. De persoon die Sirius genoemd was liep de kamer verder in, daar lag ze. Het was alsof ze prompt in slaap gevallen was, haar rode haren gespreid als een waaier. Ze droeg een simpele spijkerbroek, een trui die hij die maandag voor haar had meegebracht, hij stond haar geweldig. Het enige dat haar niet slapend deed lijken was haar sneeuw en sneeuw witte huid, en haar flesgroene ogen die hem zonder te knipperen aankeken. Sirius knielde bij haar lichaam en drukte haar ogen dicht. Nu was het alsof ze sliep, net zoals die keren in hun zevende jaar tijdens het leren van de examens. Met haar hoofd op de schoot van de persoon beneden, en haar voeten op zijn benen. Hoevaak had ze hem wel niet achterna gezeten omdat hij het waagde haar onder de voeten te kietelen? Hij was de tel kwijtgeraakt. En nu lag ze hier, nooit meer zou ze lachen om zijn grapjes, of om de gekke dingen die hij meebracht van zijn leven in de vrijheid en ook niet zou ze hem omhelzen als er weer iemand uit hun midden was weggenomen. Hij pakte haar tengere, maar sterke handen. Ze waren nu slap en tot vuisten gebald. Haar blik was vastberaden. In haar vuist had ze iets geklemd. Sirius fronste, was Lily haar vijand voor geweest? Hij wrikte haar hand open en er viel een propje papier uit. Er stond één zin op. Een zin die Sirius de tranen in de ogen liet dansen. Zoals Lily had gedanst met zijn broer. Zoals ze met hem had gedanst en hoe haar hele lijf altijd leek te dansen.
Na een tijdje voelde hij de gigantische hand van Hagrid op zijn schouder, daarmee drong ook het gehuil van een kind tot hem door. Hij stond trillerig op. Hij liep naar het kinderbed en tilde het een-jarige kind eruit. Hij troostte het zoals hij de ouders had zien doen. Het kind klemde zich aan hem vast, wanhopig, bang, verward en blij met de bekende geur van zijn peetvader. Hij troostte het, maar verliet de kamer niet. Nee, hij zou hier blijven voor zolang hij kon.
"Sirius, professor Dumbledore wil dat Harry naar z'n oom en tante gaat..."
"Nooit! Nooit van mijn leven!" Sirius keerde zich naar de vriend, "het spijt me Hagrid, maar ik ben z'n peetvader, ik zorg wel voor 'm!"
"Maar-?"
"Volgens mij hoor ik de dreuzels al komen, zo moeten... niet zien wat hier gebeurd is, Hagrid!" De man knikte en verliet de ruimte. Razendsnel griste hij zijn staf uit zijn jas, zette de kleine even terug in de wieg, mompelde een aantal ingewikkelde klinkende spreuken en als bij toverslag spleet de buik van de vrouw open, die verhult was door de trui, hij slikte even en heel voorzichtig haalde hij er een ongeboren kind uit, een meisje. Goddank begon ze gelijk zacht te huilen. Een tweede spreuk en een fles met moedermelk verscheen. Het kindje was tevreden. Sirius hoorde de voetstappen van Hagrid weer, en dekte Lily toe, pakte nog een doek en wikkelde het meisje erin, en op een arm wist hij het te voeden, hielp de kleine Harry, want zo heette het kindje, uit de box, zorgde dat het kleren aankreeg, dankzij magie. En toen Hagrid de kamer binnen kwam waren de twee kinderen aangekleed.
"Ze gaan met mij mee, Hagrid. Ik laat ze niet achter bij die afschuwelijke zus!"
"Meneer Black, het is-" bij die stem draaide de jonge Black zich met een ruk om, nog natte wangen van het verlies. Het schoolhoofd stond tegenover hem.
"Nee..." hij knielde op de grond, het meisje nog met één arm vasthoudend en met de andere hield hij Harry vast. Die aanvoelde dat dingen gingen veranderen.
"Sirius..."
"Ik zou voor hen zijn gestorven, professor! Over mijn lijk dat Voldemort langs me heen zou zijn gekomen!"
"Je was de geheimhouder-"
"Nee... nee, James en Lily hadden in het geheim Peter aangewezen... Peter was de geheimhouder... Voer occlumencie op me uit, maar ik zweer je, ik zou een lijk zijn als ik ze had verraden!"
"Sirius-"
"Pak!" Sirius was op een koffer die naast het bed stond en uit het niets kwamen er kleren, luiers en andere benodigdheden te voorschijn, "u snapt het niet, professor, James en Lily wisten dat er een verrader was, eerst dachten we dat het Remus was, totdat hij bij ons was toen er iets mis ging, we wisten al dat ik het niet was, sinds ons vierde jaar, aangezien ik toen een onbreekbare eed met James had gezworen dat ik hem nooit verraden zou. Dus, vannacht, werden zij verraden... en omdat we niemand meer konden vertrouwen hebben we het u nooit verteld, maar hadden we Peter tot geheimhouder gemaakt... De kleine rat zou niemand verdenken... En nu... Nu... hebben hun twee kinderen geen ouder meer... Remus zal me helpen... maar ik zal ze opvoeden. Want Lily wou dat de kleine dame Remus kind zou worden... mochten... mocht dit scenario uitkomen..." Sirius tikte op de koffer die verdween.
"Meneer Black, Harry's litteken... hij is de enige die de vloek des doods ooit heeft overleefd..."
"Zoals ik zei, ik zal het hem uitleggen, ik zal hem bij brengen wat hij moet weten."
"Harry kan alleen beschermd worden door een bloedverwante...van Lily.""
"Hij heeft een zus..."
"Wat?"
"Lily was acht en een halve maand in verwachting... ik heb haar net ter wereld gebracht..."
"Ah... dan... is het inderdaad mogelijk..."
"Haar naam is Marlene..." Sirius liep met de kleine Harry op de ene, en de pasgeboren Marlene op de andere arm, de trap af, die uitkwam in de kleine woonkamer. Zonder een blik op de spullen te werpen liep de jonge adolescent de voordeur uit.
Hij zou de begrafenis later wel regelen. Nu was het tijd om de kleine kinderen naar hun nieuwe thuis te brengen.
Weinig kon hij weten van de toekomst en de horror die het met zich mee zou brengen.
Deze was... Ja anders dan aan het begin verwacht. Ik had wel meteen door wanneer het zich af speelde, maar de wendingen die het uiteindelijk maakt die had ik niet verwacht. Leuk dat Harry nu een zusje heeft. Hoop maar dat ze bij Siruis kunnen blijven. Maar ja one-shot dus wie weet kom ik er wel nooit achter. Dit was een erg fijn stuk om te lezen.