Hoofdcategorieën
Home » Detroit: Become Human » ACCEPTEER JE MENSELIJKHEID » 3. Robots die knipogen
ACCEPTEER JE MENSELIJKHEID
3. Robots die knipogen
Uit het kantoor stapte een Android die eruitzag als een man. Een jongeman met een blauw pak waarop het woord ANDROID geschreven stond. Hij hees zijn stropdas op en liep achter Van Leemans aan, naar ons toe. Ik voelde een vreemde sfeer in de groep ontstaan, niemand had verwacht dat de robot er zó menselijk uit zou zien. Ik merkte het blauwe LED-lampje op zijn rechterslaap op. Het was een cirkel die me deed denken aan een laadsymbool, en dat was wellicht het enige op zijn gezicht waaraan je kon zien dat hij een Android was. Hij stond naast Van Leemans voor ons en keek ons even aan voor hij zich voorstelde.
"Hallo, mijn naam is Connor," zei hij toen. "Ik ben de Android gestuurd door Cyberlife."
"Hij lijkt precies op een mens," zei Kate zacht tegen mij.
Ik knikte slechts. Ik voelde dat mijn collega's in een staat van ongeloof verkeerden... en ikzelf ook.
"Hoe weten wij dat je niet gewoon een mens bent?" vroeg Job toen.
Connor keek zijn kant op.
"Deze LED-lamp," begon hij, zijn vinger op zijn slaap leggend, "geeft aan dat ik een Android ben."
"Oké," zei Job, "maar een mens zou dat toch ook gewoon kunnen hebben? Ik zie wel al die zogenaamde robots op TV met hun lampjes, maar misschien zijn het wel gewoon implantaten of zo."
Wij keken verbaasd naar Job. Hij had een punt. Wat als dit nou gewoon één grote truc was van Cyberlife en ze gewoon een persoon hadden gestuurd? Wij keken Connor afwachtend aan.
"Het blijkt dat je meer overtuiging nodig hebt," zei hij duidelijk. "Geen zorgen, ik heb meer bewijs."
En vervolgens verdween de huid van zijn gezicht. We keken slechts nog naar een spierwitte vorm van glanzend plastic met twee bruine ogen. Een paar van mijn collega's zetten geschrokken een stap achteruit en ook Van Leemans leek niet echt blij te zijn met wat hij zag.
De Android liet zijn huid weer terug op zijn gezicht verschijnen, en het volgende moment leek hij weer precies op een mens.
"Heeft dat geholpen je te overtuigen?" vroeg hij, waarop Job knikte en verder niets meer zei.
Van Leemans schraapte zijn keel.
"Connor gaat vanavond net zoals jullie werken," zei Van Leemans, "om te testen of hij daartoe in staat is."
Toen keek de manager mijn kant op.
"Ik geloof dat Joline ziek is, nietwaar?" zei hij.
Ik knikte. "Ja, die ik ziek."
"En ik geloof dat jij normaal gesproken met haar samen zou moeten werken, nietwaar?"
Ik knikte opnieuw. "Dat klopt."
Van Leemans knikte ook en sloeg zijn handen weer tegen elkaar waardoor onze oren pijn deden.
"Dan weet ik het goed gemaakt," zei hij. "Connor, jij mag haar helpen vanavond. Lena, jij legt de Android precies uit wat hij moet doen, oké? Mooi. Misschien ben je dan toch een keer op tijd voor de verandering."
"Natuurlijk, meneer Van Leemans," zei Connor, en hij zette meteen een veel te grote stap naar mij toe.
"Aangenaam kennis te maken," zei hij met een glimlach.
"Uh, aangenaam," zei ik slikkend.
Ik hoorde woorden als "oneerlijk" van de anderen vandaan komen. Kate keek naar mij en lachte.
"Geluk! Nu heb je een robot om je te helpen!" zei ze vrolijk.
"Ja, dat wel," reageerde ik.
Nog een keer sloeg Van Leemans zijn handen hard tegen elkaar. Deze was minder pijnlijk, mijn oren waren immers nog verdoofd van de vorige klap.
"Nou allemaal, aan het werk!" riep Van Leemans uit. "We hebben al genoeg tijd verspild!"
Iedereen ging aan de slag. Connor stond nog steeds recht voor mij, blijkbaar wachtend op instructies.
"Uhm..." zei ik nadenkend. "Kun jij... twee winkelwagens halen en die naar het pad van koffie en thee brengen? Dan ga ik een container met dozen halen."
"Natuurlijk, Lena," zei hij.
Ik keek verbaasd op. "Hé, hoe weet jij mijn naam?"
Connor hield zijn hoofd schuin. "Ik heb je gezichtskenmerken geanalyseerd en je staat bij de gemeente ingeschreven onder de roepnaam Lena." Hij was een moment stil. "En het staat ook op je naamkaartje," voegde hij er toen met een knipoog aan toe.
Ik keek naar het naamkaartje op mijn shirt. Lena, stond er. Nou, dat was weer lekker dom, dacht ik bij mezelf. Connor was al weg om winkelwagens te halen, en ik liep snel verder het magazijn in om op zoek te gaan naar een container.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.