Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Het Tweede Griffel Zusje » Kerstavond
Het Tweede Griffel Zusje
Kerstavond
Elizabeth's perspectief
Ik kleed me om naar mijn pyjama en sloffen, ook trek ik een kleedje uit mijn koffer. Ik loop mijn slaapzaal uit en val bijna over rode hakken... Wacht dat zijn mijn hakken. Hoe komen ze daar nou? ik pak ze op en denk aan de avond dat ik ze liet vallen in de gang. Heeft Malfidus ze meegenomen? Het leek me stug, maar Patty was (gelukkig) wel naar huis voor de kerstvakantie en wie zou verder nou weten dat ze van mij zijn? Ik gooi ze naast mijn bed en ga terug naar het originele plan: lezen met een dekentje over me heen, het haardvuur voor extra warmte. Als ik aankom zie ik warme chocomelk met koekjes in kerstvormpjes op de salontafel liggen. Het waren twee mokken, maar ik hem echt niet halen om te vertellen dat er warme chocomelk voor hem klaarstaat. Helaas was dat ook niet nodig, want hij kwam ietsje later, toen de chocomelk drinkbaar was zonder je tong te verbranden, de leerlingenkamer inlopen.
'Oeh warme chocomelk.' zegt hij en gaat zonder blikken of blozen naast me op de bank zitten. Hij neemt eerst een slok en dan een hap van een koekje. Zo zitten we daar even in stilte, totdat hij hem verbreekt.
'Heb je je hakken gevonden?' Ik kijk hem verbijsterd aan, dit is serieus waar hij mee begint?!
'Ja,' zeg ik bits. 'Waarom duurde het zo lang, voordat je ze teruggaf?'
Hij grinnikt, alsof hij de vijandigheid niet in mijn stem hoort. 'Ik wilde ze op het goede moment teruggeven.'
'Je bedoelt, wanneer je vriendinnetje het niet kan zien?'
Mijn bitsheid lijkt hem eindelijk te raken. 'Ze is niet mijn vriendinnetje.' zegt hij met zijn tanden op elkaar. 'En nee, wanneer we alleen konden zijn. Zoals nu.' Ik kijk hem vragend aan, maar weet niks om terug te zeggen. 'Wat vind jij van de nieuwe professor... Hoe heet hij ook alweer?' hij vroeg het meer aan zichzelf, maar toch geef ik antwoord.
'Lupos... Ik vind hem een goede docent, ook een aardige man.' ik begin langzaam te ontspannen, als Malfidus knikt.
'Hij heeft ons les gegeven over Boemannen en had een echte Boeman in de les!'
Ik voel jaloezie. 'Serieus? Ik zou wel willen weten waar mijn Boeman in zou veranderen. Wat was jouw Boeman?' vraag ik zonder na te denken.
Malfidus zijn gezicht betrekt. 'Ik, eh, heb het niet tijdens de les gedaan. Ik... was bang in wat hij zou veranderen.' hij neemt een pauze om zijn gedachten in orde te krijgen. 'Ik heb het nog alleen met de professor geoefend en...' hij slikt, naar het haardvuur starend. 'het was mijn vader.'
Ik ben blij dat zijn gezicht van de mijne weggedraaid is, zodat hij mijn gezichtsuitdrukking niet kan zien. De horror is van mijn gezicht is af te lezen. Ik beweeg langzaam naar hem toe en sla mijn armen een beetje onhandig om hen heen. Hij laat een zucht ontsnappen, maar verzet zich niet tegen mijn omhelzing.
Ik hoor zijn schokkerige adem langzaam weer normaal worden en laat voorzichtig los. Ik pak zijn mok en geef hem aan.
'Bedankt.' mompelt hij. Zijn ogen glijden naar mijn ketting. 'Vroeg kerstcadeau?' vraagt hij, de spijker op de kop slaand.
Mijn hand vliegt naar het hangertje en ik knik, een glimlach vormend op mijn lippen. Hij bestudeert mijn gezicht en zijn blik verandert. Als hij me ziet kijken, wendt hij zijn blik af. 'Fred Wemel?' zijn stem opeens nors. Ik knik, niet begrijpend hoe hij dit weet. 'Dacht ik al.'
'Hoezo?'
Draco's perspectief
Ik kijk lachend om naar Liz, maar zie dan dat ze serieus is. 'Omdat hij verliefd op je is.' ik zie de schrik op haar gezicht en besef hoe naïef ze is.
'Nee, hij ziet me als zijn kleine zusje.'
Ik rol met mijn ogen. 'Ja, want die krijgt ook sieraden van hem...' ik laat een stilte vallen zodat ze tijd heeft om na te denken.
Ze laat na een tijdje na te denken een zucht ontsnappen, maar zegt verder niks.
Derde persoon
Draco en Elizabeth blijven de hele avond praten over hun jeugd, over hun lievelingsvakken en minst leuke vakken, hun lievelingsdocenten (Draco: Sneep, Elizabeth: Lupos), over hun vrienden en over hun familie. Draco maakte geen één opmerking over Elizabeth haar Dreuzelfamilie of over haar zus, Harry of de Wemels. Hij luistert zelfs heel aandachtig, als Elizabeth probeert uit te leggen wat haar ouders doen voor werk. ‘Ze kijken of je tanden schoon zijn en niet kapot gaan, dus of je geen gaatjes hebt of rare vlekken.’
Draco knikt, de woorden goed opnemend. ‘Daarom zijn jouw tanden zo mooi.’ zegt hij dan.
Elizabeth bloost en ze vertelt gauw over haar vriendinnen in Zwadderich.
‘Waarom ga je met hun om?’ vraagt Draco, een beetje voorzichtig.
‘Eh, we delen een slaapzaal.’ zegt ze, alsof dit logisch is. Maar Draco ziet het verband niet. ‘Jij bent toch ook bevriend met de jongens in jouw slaapzaal?’ Draco schudt zijn hoofd. ‘Dat is niet hetzelfde. Ik ken Korzel en Kwast al van jongs af aan, onze families zijn vrienden. Hetzelfde geldt voor Benno,’ Elizabeth haar ogen schieten opeens naar haar handen. ‘alleen is hij echt mijn vriend. Korzel en Kwast niet echt.’ Er valt een ongemakkelijke stilte bij het noemen van Benno.
Draco zucht. ‘Ik zag jullie op het Halloween feest.’ Elizabeth haar wangen worden een beetje rood en ze blijft heel geïnteresseerd naar haar handen staren. ‘Daarom deed ik zo, op de gang.’ Elizabeth draait haar hoofd opeens fel om naar Draco en haar lippen zijn een rechte lijn op elkaar geperst.
‘Daarom deed je zo?’ krijgt ze eruit. ‘En waarom deed je dan zo in de trein? Of elke keer als je me ziet? Waarom doe je dan zo tegen mijn zus? Of tegen de Wemels?’ er komt woede vrij en het doet Elizabeth goed om het er eindelijk uit te gooien.
‘Lizzie,’ begint Draco zacht.
‘NOEM ME NIET ZO.’ Elizabeth staat op en wil wegstormen, maar Draco is sneller en grijpt haar bij haar pols beet. Hij draait haar hard om en ze begint tegen te stribbelen, zichzelf, tevergeefs, proberend los te trekken. Draco trekt haar tegen hem aan en hij kijkt haar bezorgd aan. Als ze zijn borst tegen haar gezicht aanvoelt, stopt ze met verzetten en hij laat haar pols los.
Hij duwt haar kin naar boven en dwingt haar hem aan te kijken. Ze staart met tranen in haar ogen zijn grijze ogen in. Tranen lopen over haar wangen en schaamte is van haar gezicht te lezen.
Draco drukt zonder na te denken zijn lippen op die van haar, zijn linkerhand op haar onderrug en zijn rechter in haar haar. Als hij weer nadenkt, trekt hij terug en kijkt haar aan met een mix van schuld en shock. Ze kijkt hem een seconde aan, gaat dan op haar tenen staan en zoent hem terug, haar handen achter zijn nek. Zijn tong gaat langs haar lippen, alsof hij toestemming vraagt en ze opent haar mond om hem binnen te laten. Dan trekt Elizabeth toch terug en kijkt Draco aan.
Draco's perspectief
‘Waarom?’ fluistert ze en ik hoor haar tranen in de vraag.
Ja, Draco. Vertel even waarom je zo gek in je hoofd bent. Ik ga verslagen op de bank zitten en ze wacht tot ze naast me komt zitten, maar dit doet ze niet. Ik zucht. ‘Er is geen goed excuus.’ zeg ik.
Ze slaat haar armen over elkaar en ze doet me nu heel erg denken aan haar zus. ‘Probeer maar.’ zegt ze.
Ik haal me handen door mijn haar en verstop dan mijn gezicht in ze. ‘Mijn ouders,’ begin ik met tegenzin. ‘zijn tegen het mengen van tovenaars en Dreuzels. Ze zien Dreuzels als het zwakkere ras. Dit is al generaties lang, wat meerdere Puurbloed tovenaars zo zien. Halfbloedjes of... Dreuzel geborenen, zijn ook zwakker. Ze zijn niet puur in hun ogen en kunnen nooit beter zijn dan Puurbloed tovenaars.’ Ik durf niet meer naar Liz kijken, ze staat nog steeds en lijkt bevroren. ‘Dit is mij zo geleerd, ik... wist niet beter.’ Ik sla mezelf mentaal voor mijn hoofd, het klinkt nog zwakker als ik het excuus uit mijn mond laat komen. ‘Het spijt me, echt heel erg. Voor alles wat ik jou of je zus heb aangedaan.’ Ik staar weer naar het haardvuur en vervloek mezelf voor mijn eerlijkheid tegenover Liz. Ik weet niet wat het is, maar opeens wil ik alles blootleggen en haar alles vertellen. Alles wat er gebeurt achter de schermen, bij mij, bij mijn ouders, alles.
‘Draco,’ haalt Liz me uit mijn gepieker, er gaat een rilling over mijn ruggengraat, ze spreekt mijn voornaam nu voor het eerst uit en ik wil dat ze nooit stopt met mijn naam uitspreken. Ik kijk voorzichtig naar haar, haar blik verzacht als ze me aankijkt en ze zakt door haar knieën. Ze pakt mijn gezicht tussen haar handen. ‘Het is niet jouw schuld.’ Ze blijft me aankijken en het enige wat ik op dat moment wil doen is huilen. Ik wil mijn gezicht verstoppen in haar haar en me eindelijk een keer zwak voelen en eindelijk een keer mijn masker voor goed te laten vallen. Ze lijkt mijn gedachten te zien en gaat bij me op schoot zitten, haar armen om me heen en mijn gezicht tegen haar aangedrukt. Zonder dat ze het doorgeeft, laat ik een paar tranen ontsnappen, maar als ze me weer aankijkt zijn ze alweer opgedroogd. Ze glimlacht een beetje opgelaten en ik glimlach op dezelfde manier terug. Ze buigt zich naar me toe en begint me te zoenen. Ik zoen haar verbaasd terug, terwijl ze me helemaal de ban opduwt. Wanneer ik op de bank lig, ligt ze half op me. Ik duw haar zachtjes naar achter, zodat onze lippen van elkaar af zijn en kijk haar aan. Ze kijkt verstoord terug en de blik laat me glimlachen. Ik laat mijn beide handen door haar haar gaan, bui me naar gaar neus en geef erop een kusje. 'Je bent zo geweldig.' fluister ik en ze kijkt me met een opgetrokken wenkbrauw op, maar zegt niks. Er lijken zoveel vragen door haar hoofd te schieten. Ik ga recht opzitten en trek haar tegen me aan. 'Wat is er?'
'Wat bedoel je daarmee?'
'Ik bedoel dat je het meest geweldige persoon bent, die ik ooit ontmoet heb. Je bent loyaal, vergevingsgezind, vriendelijk, maar ook niet bang om voor jezelf op te komen, vastberaden en ook zeker niet vervelend om naar te kijken. Oh en een geweldige Drijver!' ze begint te lachen en ik weet zeker dat ze denkt aan de wedstrijd waar ze die Beuker mijn richting opsloeg en begon ook te lachen.
'Je weet wel dat ik die Beuker zo sloeg dat hij je nooit zou raken, toch?'
Nu was het mijn beurt op verbaasd te kijken. 'Nee, dat... Kan jij dat?' ze geeft mee een grijns als antwoord. 'Maar waarom zou je dat doen?'
'Ik was boos, maar wilde je iet verwonden.'
Elizabeth's perspectief
Ik wordt wakker van wat gerommel en open met tegenzin mijn ogen. Ik lig met mijn hoofd op Draco zijn borst en zie at hij nog slaapt. Ik kijk over hem heen en zie at het haardvuur uit is. Als ik zoek naar waar het gerommel vandaan kwam, zie ik een ontbijt op de salontafel staan. Eieren, koffie, toast en nog veel meer. Ik voel mijn maag rommelen en probeer zo op te staan, dat Draco niet wakker van me wordt. Ik maak netjes twee borden en schenk koffie in twee mokken.
Draco opent zijn ogen, alsof de geur van de koffie heb wakker heeft gemaakt.
'Ah , je bent op.' zeg k triomfantelijk en wijs naar het ontbijt. Hij geeft en mee grom als antwoord. Geen ochtendpersoon, check.
Hij pakt mijn arm vast en trekt me terug de bank op. Ik giechel, als hij zich om me heen wikkelt en op mijn schouder gaat liggen. 'Draco.' fluister ik, maar hij gromt weer. Ik glimlach en laat mijn hoofd op de zijne rusten. Ik laat mijn vingers door zijn haren glijden streel zijn hoofd. Ik verlies mezelf in mijn gedachten en vergeet dat ik trek heb.
Draco kreunt en mompelt: 'Rook ik nou koffie?'
'Ja,' grinnik ik. 'wil je?' Hij knikt, maar verroert zich niet. Ik zucht en sta op, Draco tilt zijn hoofd op en legt hem vervolgens weer op een kussen. Ik pak de mok koffie en hou hem zo dat de warme dampen richting hem gaan. Zijn ogen vliegen open en hij kijkt vol liefde naar de mok. Hij rekt zijn arm naar mij uit, maar ik de mok plagend uit zijn bereik. Zijn wenkbrauwen vormen rimpels op mijn voorhoofd en hij kijkt me nors aan.
'Kom hem maar halen.' zegt ik uitdagend, hij grijnst en staat op. Hij staat een paar centimeter van me af en ik voel mijn adem schokken. Hoe kan iemand er zo slaperig er zo goed uitzien? Hij bijt op zijn lip en bekijkt me van top tot teen. 'Waarom staat een pyjama je zo vreselijk sexy?' vraagt hij en geeft me een zoen op mijn mond, dan één op mijn wang, dan één op mijn oor en dan één in mijn nek. Ik voel een tinteling door mijn lichaam gaan en duw gauw de mok koffie in zijn hand. Hij kreunt van tevredenheid, als hij de mok naar zijn lippen brengt en ik voel een rode gloed over mijn wangen trekken. Ik draai me gauw om naar de salontafel en grijp mijn eigen koffiemok. Draco lijkt zijn kans hebben gezien en komt van achter tegen me aanstaan. Hij doet zijn ene arm om me heen, de ander nog steeds om me heen, de ander nog steeds de mok vasthoudend, en zijn kin op mijn schouder. Ik voel zijn warme adem op mijn wang en merk dat dit niet mijn rode wangen minder maakt. Hij drukt nog een paar kusjes in mijn nek en ik moet mezelf inhouden om zelf niet te kreunen.
'Zullen we gewoon de hele dag hier blijven? Het zal de beste kerst ooit zijn.' fluister hij in mijn oor en het eerste wat ik denk is ja, maar dan besef ik me iets.
'Hoe laat is het?' ik draai me om en kijk naar Draco, die niet reageert. 'Draco, ik meen het hoe laat is het?'
Hij zucht en kijkt met tegenzin op zijn horloge. 'Iets voor twaalf.' zegt hij.
'Fuck!' roep ik. Ik gooi de koffie achterover, gooi wat ei op mijn toast en sprint richting de geur.
'Liz, wat is er? Waar ga je heen?' Ik draai me om, mijn toast voor de helft in mijn mond. 'Ik pfeb afgesproke me Hurmelien.' hij kijkt me niet begrijpend aan. 'Kerstcadeau's!' schreeuw ik. Hij kijkt me met een pruillip aan en ik zucht. 'Niet zo doen,' ik loop terug naar hem, druk een kus op zijn mond en loop weer terug naar de deur. 'Ik ben zo weer terug!' beloof ik en schiet de leerlingenkamer uit.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.