Hoofdcategorieën
Home » One Direction » Prince » 015
Prince
015
Het is een zonnige dag, zoals het al de hele zomer zonnig is geweest, en Louis wordt zoals altijd wakker in een leeg bed. Aan de stand van de zon te zien, is het echter vroeger dan dat hij normaal wakker wordt. Heel even weet hij niet wat hem wakker gemaakt heeft, totdat het geschreeuw van buiten hem laat opschrikken. Zo snel als hij kan verlaat hij het bed, schiet een broek aan en rent de woonkamer in. Het geschreeuw klinkt hier luider, en voordat hij door heeft wat hij doet, is de voordeur al open. Louis heeft even het idee dat zijn hart de grond in zakt, dat het drie slagen over slaat. Het beeld voor hem laat hem al zijn angsten in een keer zien, alle twijfels die hij had over het briefje van weken geleden, alles. Hij hoort een harde, hoge schreeuw, beseft dan dat hij het zelf is. Het lijkt Harry even af te leiden, zijn hoofd zwiept opzij en de twee hebben kort oogcontact. De wereld lijkt even stil te staan en Louis voelt zich duizelig. Dan dendert de wereld hard verder.
De twee gemaskerde mannen werken Harry naar de grond, maar de jongen blijft zichzelf dapper te verdedigen. Hij weet een van de twee op de grond te krijgen, en Louis stort zich in het gevecht.
‘Blijf van hem af!’ Zijn eigen stem klinkt vreemd in Louis’ oren.
Hij geeft een duw, ziet hoe de andere man ook op de grond belandt en trapt hem in zijn maag. Dan flitsen Zayn’s woorden door zijn hoofd ga voor de neus en geeft hij de man voor de goede orde nog een harde stomp op zijn neus. De man beweegt niet meer, maar ademt nog wel en Louis draait zich met de snelheid van het licht om naar de andere man. Zijn oog valt op de schede aan de heup van de man, flitst dan omhoog naar het zwaard dat glinstert in het zonlicht. Hij kijkt toe hoe Harry het zwaard ontwijkt, sprong na sprong maakt om maar uit het bereik van het dodelijke staal te blijven. Dan glijden Louis’ ogen naar de man die bewusteloos op de grond ligt. Ook hij heeft een zwaard, dat bij hem nog aan zijn heup hangt. Onwennig trekt Louis het zwaard uit zijn schede, verbaast zich over de zwaarte van het stuk staal en kijkt dan weer naar het gevecht. Harry lijkt vermoeider, bloed druppelt langs zijn slaap naar beneden, maar hij ontwijkt nog steeds slag na slag. Voor even hebben ze weer oogcontact, Harry knikt en voordat Louis het doorheeft vliegt het zwaard al door de lucht. Met een behendigheid die Louis niet achter Harry had gezocht, weet de jongen het zwaard te vangen en met een draai levert hij de eerste tegenslag.
Het staal ketst met een hard geluid op elkaar af en Louis krimpt in elkaar. Nog nooit is hij dankbaarder geweest voor het feit dat Harry is opgegroeid in deze bizarre wereld. Het staal ontmoet elkaar weer en Louis zou zweren dat hij vonken zag. Louis kijkt toe, ziet een behendigheid en kracht in Harry’s bewegingen die hij nog nooit eerder heeft gezien. Louis’ hart klopt in zijn keel. Harry weet het zwaard van zijn tegenstander op een haar na te ontwijken en Louis moet bijna overgeven van angst. Het staal ketst op elkaar af. Louis durft bijna niet te kijken, wendt zijn gezicht af en schermt zijn ogen af. Af en toe hoort hij de zwaarden elkaars pad kruisen, maar dan is het in een klap stil. Zelfs de vogels hoort hij niet meer fluiten en met een kloppend hart laat Louis langzaam zijn handen zakken. Zijn wereld stopt en even wordt het zwart voor zijn ogen. Weer hoort hij een schreeuw, een wanhopige roep naar de wereld en beseft dan dat hij het zelf is, alweer. Harry is doodstil, handen rood met bloed, een nette steekwond in zijn buik. Het bloed loopt gestaag naar buiten, drupt zacht op de grond. Alles is stil. Ze kijken elkaar aan, en dan zakt Harry ineen.
Met een snelheid die zelfs Louis verbaasd rent hij naar Harry toe.
‘Oh mijn god, Harry. Harry, zeg dat dit niet waar is.’
De andere jongen is nog steeds stil, handen drukkend op zijn wond. Louis valt op zijn knieën, merkt niet eens de pijn op die door zijn benen schiet als hij op de harde grond terecht komt. Zijn handen vliegen paniekerig over Harry’s lichaam, kleuren ook langzaam rood als hij wanhopig de wond probeert te sluiten.
‘Harry!’
Met grote ogen kijkt Harry Louis aan en Louis knippert de tranen uit zijn ogen.
‘Lou…wat…’
‘Shhhh, shh. Het is okay, spaar je krachten. Alles komt goed alles k-’ Een snik ontsnapt uit zijn keel en Louis veegt de tranen van zijn gezicht. ‘-alles komt goed.’
‘Lou…het doet pijn…’ Harry ademt scherp in. ‘-zo’n pijn.’
‘Ik weet het, ik weet het. Het komt goed, echt.’ Louis’ zicht is troebel met tranen.
‘Lou…’
Harry valt stil en Louis veegt de tranen weer uit zijn ogen. Hij kijkt toe hoe Harry’s grip op zijn wond iets verzwakt en Louis pakt zijn hand vast.
‘Harry, blijf hier jij! Waag het niet! Waag het niet, jij!’ Zijn stem is hees en met zijn andere vrije hand klopt hij hardhandig op Harry’s wang.
‘Harry!’
‘Lou…’ Harry knippert loom met zijn ogen, geeft een zwak kneepje in Louis’ hand.
‘Lou…be-beloof me dat,’ Harry ademt hakkelig in, ‘-beloof me dat je je zusje blijft beschermen.’
Louis kan zijn tranen niet meer bedwingen. ‘Zeg dat nou niet, alsjeblieft. Alles komt goed.’
Harry schudt zijn hoofd. ‘Lou…het doe-doet pijn. I-ik kan dit niet.’
Louis legt zijn vrije hand op Harry’s wang, wrijft met zijn duim over zijn wang. ‘Harry…’
‘Beloof het me.’
Louis knikt. ‘Ik beloof het.’
In de verte ratelt er iets, maar Louis besteedt er geen aandacht aan.
Louis bijt op zijn lip, staart Harry aan. ‘Blijf bij me. Ik kan dit niet alleen.’
Harry’s ogen zakken dicht, knipperen dan weer langzaam open. ‘Lou…voor-voordat ik ga.’
‘Jij gaat nergens heen, zeg dat nou niet!’
Harry glimlacht zwak. ‘H-het was een eer…een eer om dit met jou te mogen doen.’
Louis bijt weer op zijn lip, voelt de hete tranen over zijn wangen lopen.
‘Lou.’ Harry’s blik is helder, maar zijn ogen zwaar. ‘Ik houd van je, oké? Vergeet dat niet.’
Louis draait met zijn duim rondjes op Harry’s wang, geeft hem een kneepje in zijn hand en snikt luid. ‘Ik houd ook van jou, Harry. Blijf bij me, alsjeblieft.’
Harry glimlacht, geeft een laatste kneepje in Louis’ hand en sluit zijn ogen. Paniek overspoelt Louis, hart zwaar in zijn borstkas.
‘Harry!’ Hij schudt de jongen door elkaar. ‘Harry!’
Geen reactie. Louis schreeuwt, harder en harder en schudt de jongen door elkaar.
‘Harry!’
Ah, weten we gelijk wie erachter zit. EN HARRY KAN ZWAARDVECHTEN. Ik zie het voor me. I like.
Oh maar nu is Harry bijna dood. :/ well.
De rust is wel ineens verstoord hoor. Hallo. Wie denk je wel niet dat je bent? :c