Hoofdcategorieën
Home » Harry Potter » Naamloos... » Hoofdstuk 25
Naamloos...
Hoofdstuk 25
Tops knikte en May leunde met haar hoofd op Tops’ schouder.
‘Maar - eh - sinds wanneer?’
‘Sinds - eh - altijd al, voor zover ik me herinner…’ zei May.
‘Herinner je je het niet eens? Heb je het geërfd?’
May schudde haar hoofd. ‘Wil je het weten?’
Tops knikte. ‘En - en bij wie woonde je dan?’
‘Ken je - ken je Bellatrix van Detta?’
‘Eh - helaas wel. Het - het is mijn tante, zeg maar, maar als het aan mij ligt is zij mijn familie niet. W-woonde je dan bij hí¡í¡r?’
May knikte.
‘O(MG). Was ze - is - is ze je moeder?’
‘Nee! Nee, gelukkig niet.’
‘Maar - ’
‘Ik woonde alleen bij haar. Ik geloof dat ze me wel een leuke huis-elf vond.’
‘Huis-elf?’
May knikte.
‘Ja, zo behandelde ze me wel. Ze wou me niet eens op school hebben.’
‘Hè? Maar - wacht even. Je bent een weerwolf!’
‘Weet ik. En zei ook. Daar was de kelder voor. En als ik haar wakker maakte ’s nachts…’
‘O, hou op, ik wil het niet eens weten!’
May veegde met haar mouw een traan van haar wang.
‘Ik wou dat ik het niet wist…’
‘O… May…’
*knuffel* ( sorry, dat was echt heel droog en niet-in-mijn-schrijf-stijl-geschreven maar ik wist even niet hoe anders. Reageer even als je een goeie zin weet. Oké, gaan we weer…)
‘Wil je - wil je het zien?’
‘Zien? Wat? Waar?’
‘In een hersenpan. Een ding met -’
‘Ja, weet ik,’ zei Tops snel, denkend aan de kast met zeldzame spulletjes van haar oom.
‘Nou, zien w-wat ik - ik ook - h-heb ge - gezien -’
May begon weer te huilen en Tops
-o, gosh, dit is wel heel drama-achtig-
probeerde haar te troosten.
‘K-kom,’ zei May en ze liep de trap naar de slaapzaal op, met Tops achter zich aan. Eenmaal boven haalde May haar tas onder haar bed vandaan en ze trok er een grote plastic tas uit. Daar haalde ze een grote stenen kom uit, met een aantal kleine flesjes vol zilvergrijs spul waarvan Tops niet wist of het vloeistof was of een soort gas.
‘Hoe kom je daar eigenlijk aan?’
‘Gestolen,’ zei May prompt, en het verbaasde Tops niet eens meer.
May wrikte de kurk van een van de flesjes en goot hem leeg in de hersenpan. Daarna keek ze Tops even met een rare uitdrukking aan en maakte ze een ober-achtig handgebaar, zo van ‘gaat u voor’.
‘Ga jij niet mee?’
‘Eh - oké. Ga jij maar eerst.’
Tops boog zich over de pan en om het moment dat het puntje van haar neus kwam ze ergens heel anders terecht. Het was een donker steegje, met een paar vuilniscontainers aan het einde. Een paar seconde later stond May naast haar. Ze wees op een groepje mensen op de hoek van het steegje, in zwarte mantels met grote kappen. Tops had ze eerst niet opgemerkt en schrok toen een van hun Tops’ kant op keek. Het waren Dooddoeners.
‘Eh - maar -’
Maar May legde een vinger op haar lippen en liep naar het groepje toe.
‘Schiet op, die wolk is zo weg!’ zei een van de Dooddoeners, met een rauwe raspende stem.
‘Ja, ik schiet op! Daar wonen ze, Fenrir, ga je gang.’
De Dooddoener die daarvoor al had gesproken likte met zijn tong langs zijn lippen en liep vlug naar het huis waar de andere Dooddoener op had gewezen. Daar verdween hij in een ander steegje. Stilte.
Reacties:
Snel verdeeer! iloooove it.
Schwa.
Zin in Kroatie.
LobieeSchwa.
Geniaal.
Zin voor dat knuffel ster ding:
Zacht ging ik met mijn hand over haar rug, wat al snel eindigde in een knuffel waarbij ik op haar rug klopte.