Hoofdcategorieėn
Home » Overige » schrijfwedstrijd » The day
schrijfwedstrijd
The day
Hallo Ik heet Krasjetho.(zeg maar Kras) Rare naam zul je denken. Ik kan je alleen gelijk geven hoor. Maar die naam is het enige dat ik nog heb van mijn overleden ouders. Ik laat hem dus niet veranderen. Ik heb het eigenlijk wel goed. Op financieel vlak in ieder geval. Nu toch, want het is niet altijd zo geweest. Mijn vader kwam van ergens ver weg. Zijn overgrootouders waren ooit geëmigreerd naar daar. Ik zie er dus uit als ieder gewoon mens hier. Behalve mijn naam dan. Ik ben naar de vader van mijn vader vernoemt. Maar nu dwaal ik af. Ik ging vertellen over vroeger véél vroeger toen ik nog een jongen was en nog niet in het toneel zat. Of eigenlijk wel maar ik acteerde niet. Thuis hadden we het niet breed dus ging ik op zaterdagnamidag helpen in de toneelclub met schoonmaken costuums klaarleggen enz.Daardoor verdiende ik een beetje geld dat ik dan moest gebruiken voor kleren en schoenen te kopen. Ik had ook nog een klein broertje Bart van wie ik zielsveel hield. Hij stond elke week naar me te kijken als ik vertrok naar de toneelclub. Hij stond er ook als ik terugkwam. Ik ben er nooit achtergekomen of hij er bleef staan of niet. Op een dag het leek een dag als alle anderen.
Hij stond er weer als ik vertrok, Maar op de toneelclub was het grote drukte. Ik was nog maar net binnen en ik kreeg een emmer en dweil in mijn handen gedrukt.”¯ Snel maakt zaal 2 schoon. Er zijn in zaal 1 belangrijke audities aan de gang. En de winnaars zullen in zaal 2 bekend gemaakt worden.”¯ Ik ging dus snel aan de slag. Ik zette de emmer met sop midden in de zaal en begon met het schoonmaken. Ik was net aan de ene kant van de zaal stoelen opzij aan het schuiven toen er iemand binnen kwam. Ik zag hem niet en hij mij niet en de emmer met sop ook niet. De emmer stond vlak achter een stoel en die man stapte er in. SPLASH. Die man trapte dus in de emmer. Ik er metteen naar toe. “Wat was dat.”¯ Mompelde de man. Toen zag hij mij. “Jongen, heb jij dat hier gezet?”¯ “Nee”¯, loog ik snel. De man keek me fronsend aan. “Wat doe jij dan hier?”¯ zei de man hij zag er uit alsof hij me niet geloofde. “Ik heb net auditie gedaan.”¯ Loog ik verder. “Ha,”¯ zei de man, “ik heb je toch niet gezien.”¯ “Mischien hebt u me niet herkend. Ik heb nu andere kleren aan.”¯ Loog ik weer zonder een spiertje te verekken . Ik was het gewoon om te liegen. Ik deed het zo vaak om toch maar niet te moeten zeggen dat we arm waren. “Heb je dan ook gezien dat dat meisje viel?”¯ “Ja,”¯ zei ik en ik wist zelfs een lach op mijn gezicht te toveren, “mischien was ze gewoon véél te zenuwachtig.”¯ Verzon ik er snel bij om het geheel nog wat geloofwaardiger te maken. “Ja dat was wel zo.”¯ zei de man, “kun je mij zeggen waar hier ergens een kleedruimte is?”¯ “Ja tuurlijk, meneer, volg me maar.”¯ Ik was opgelucht. Jammer genoeg duurde dat niet lang. Hij kwam er toch achter. Nu kon ik het wel schudden. Even later stond ik dus in een kamertje met die man voor mij. Hij had een andere broek aan merkte ik op terwijl ik naar mijn schoenen keek. “Je hebt me behoorlijk voor de gek weten te houden.”¯ Ik kon nog altijd niks uitbrengen. Ik merkte wel dat ik rood werd. Snel dacht ik: hou jezelf in bedwang. Mijn gezicht werd terug een beetje normaal van kleur. “Je bent één van de eerste die mij voor de gek heeft weten te houden,”¯ zei hij meer tot zichzelf dan tegen mij. Een beetje verbaast doordat ik niet meteen een uitbrander kreeg keek ik hem aan. Tot mijn verbazing merkte ik dat hij niet kwaad keek. Nou liet ik me alweer meeslepen door emoties snel kreeg ik mijn gezicht in de plooi. “Ik zal maar meteen met de deur in huis vallen,”¯ begon de man. Nu werd ik wel nieuwsgierigmaar zoals gewoonlijk liet ik dat niet blijken.Dat lukte nog héél goed ook want de man zei. “Ben je niet benieuwd?”¯ “Jawel”¯ zei ik snel. “Da’s al de tweede keer dat je me voor de gek weet te houden.Je bent nog beter dan ik dacht.”¯ Nu werd ik zo nieuwsgierig dat het me niet langer lukte om het te verbergen. Omdat de man niet meteen verder ging vroeg ik: “wat wilde u nu zeggen.”¯ Het was al vrij laat en mijn broertje zou zich vast en zeker afvragen waar ik bleef. “Ik denk dat we je wel zouden kunnen gebruiken voor een nieuw toneel.”¯ Mijn mond zakte open van verbazing. “ik… ik heb niet eens auditie gedaan.”¯ “wel dat heb je net gedaan.”¯ Ik begon super hard te blozen zonder het zelf te beseffen. “trouwens ik het Kris”¯ “Kras”¯ zei ik. Ik moest moeite doen om niet te lachen. Het lukte heel redelijk. Tot Kris begon te lachen. “Je heet dus Kras da’s kras.”¯ Nu kon ik mijn lachen ook niet inhouden. “Kom je morgen even hierheen?”¯ hij gaf me een papiertje en een briefje van twintig. “Om het te vieren”¯,voegde hij er nog aan toe. Verbaast liep ik naar huis. Zoals altijd stond mijn broertje me op te wachten.”¯waar bleef je nou?”¯ hij keek me vragend aan, “heb je die reep bij?”¯ Ik kon mezelf wel op mijn kop slaan. Met al dat gedoe was ik vergeten dat ik mijn broertje had belooft om hem een chocoladereep te geven voor zijn verjaardag. “Nee.”¯ Antwoorde ik naar waarheid. Hij trok een pruillip: ”¯je had het beloofd.”¯ Als er iets was wat ik niet kon verdragen, was het wel om mijn broertje zo te zien. “Weet je waarom ik er geen gekocht heb?”¯ vroeg ik geheimzinnig. Mijn broertje werd meteen een stuk vrolijker. “waarom dan niet?”¯ “Omdat…”¯, improviseerde ik snel, “we een ijsje gaan eten!”¯ “echt?”¯ mijn broertje keek me tegelijk ongelovig en verheugd aan. “Echt waar”¯,zei ik terwijl ik het briefje van twintig tevoorschijn haalde.Mijn broertje rende meteen naar de kast en trok zijn gympen tevoorschijn. Snel trok hij ze aan. Maar niet snel genoeg. Toen we klaar waren om te vertrekken was het aan het stortregenen. Maar ik had het nu eenmaal belooft en je word maar één keer 8 dus rende we met zijn tweetjes door de regen. In het ijssalon zat niemand. (hoe zou dat toch komen) Mijn broertje bestelde een ijsje met twee bollen chocola, slagroom, discobollen en een koekje. Ik bestelde hetzelfde maar dan zonder discobollen. Mijn broer zijn ogen straalde terwijl hij van zijn ijsje at. Buiten regende het pijpenstelen maar hier binnen scheen de zon. Terwijl ik zo naar mijn broertje keek vergat ik mijn ijsje op te eten. Het smolt en liep over mijn hand. Ik merkte het niet eens.ik bleef kijken naar mijn broertje van wie ik zoveel hield. Ijs drupte op tafel.
Het doek viel dicht het stuk was afgelopen. In de zaal werd geklapt. De presentator kwam het toneel op. “Zo dit was het eind van ons toneel ‘het leven van een acteur is niet altijd simpel.’”¯ Ik verliet de zaal achter me viel een lader om. Ik keek er niet meer van op. “Marcel let eens even op wil je?”¯ Marcel werkte hier nog niet lang en hij ging ook bijna weg. Op een september ging hij ergens anders werken. Waar dat wist niemand.
ik wandelde naar huis een paar meide zagen me en kwamen me achter na. Hier had ik echt zo’n hekel aan.Snel sloeg ik een zijstraatje in, en nog één. Ik botste tegen een man op. “sorry”¯ mompel ik “ik wou ontkomen aan een paar fans.”¯ De man waar ik tegenop gebots was zei nog altijd niets. “Ik wou dat ik die jongen van het toneel was.”¯ Ik had geen idee waarom ik dit vertelde aan een wildvreemde. Als hij ging praten stonden de boekjes weer vol. “wil je dat echt?”¯ vroeg de man na een poosje.Ik kreeg een raar gevoel in mijn buik. Even werdt het zwart voor mijn ogen. Toen ik weer wat kon zien waande ik me terug op het toneel. Ik stond in het midden van een zaaltje met allemaal stoelen. Net als zaal 2 in het stuk. Raar. Zouden de stoelen helemaal achteraan ook verkeerd staan? Ik ging kijken en ze stonden inderdaad verkeerd. Een man kwam binnen zonder dat ik het merkte. Een emmer stond midden in de zaal. De man zag hem niet en… (lees maar verder een eindje terug.)
ik vin het leuk!