Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Teenage Wasteland [TC] » 14.

Teenage Wasteland [TC]

12 juni 2009 - 14:48

1641

9

658



14.

Tom
Drie weken. Drie weken sinds ik mijn gevoelens voor mijn broer blootlegde en ik kan me niet voorstellen dat het ooit anders is geweest. Dit is een relatie die niemand kan begrijpen, dit is anders dan alles wat ik ooit met een meisje heb gehad. En het voelt niet verkeerd. Wat mij betreft is dit hoe liefde moet zijn, soulmates met die extra dimensie. Wat wij hebben, is uniek, en niemand neemt dat van ons af. Ik hou van mijn broer, zo simpel is het. Verkeerd, vies, abnormaal? Wie heeft het recht om dat oordeel te vellen? We zoenen, we slapen in één bed, we raken elkaar meer aan dan vroeger, maar verder is er niet echt iets veranderd. We zijn altijd close geweest, we delen nu gewoon nog net iets meer. Face it, we zijn een koppel.
Ik weet niet wie ik probeer te overtuigen, maar die monoloog speelt door mijn hoofd terwijl ik mijn outfit in de spiegel keur. We moeten vanavond naar een awarduitreiking en ik ben bloednerveus. Niet voor de uitreiking, ik bedoel, we winnen toch. Er is geen enkele artiest met een fanbasis die kan tippen aan de onze.
Nee, vanavond moeten Bill en ik voor het eerst publiekelijk verschijnen sinds we samen zijn en ik denk steeds weer dat iemand het zal merken. En daar ben ik bang voor. Ik bedoel, wie zou het niet zijn? Niet dat ik me schaam, maar tegelijk ook weer wel. Ik ben bang voor hoe het publiek zou reageren als dit ooit uitlekt. Bill en ik weten wel dat er niets mis is met wat we doen, dat dit het lot is en dat wij bij elkaar horen. Maar de buitenwereld zou alleen twee perverse jonge kerels zien, tweelingen die het met elkaar doen, stel je voor. Niet dat we trouwens meer doen dan zoenen, maar toch... Het idee geeft me zweethanden.
Misschien probeer ik ook mezelf te overtuigen. Ik weet dat ik op mijn buikgevoel moet vertrouwen, dat ik smoor ben op Bill en dat ik me daarin door niemand mag laten van de wijs brengen. Het is ons leven en wij zijn er gelukkig mee. Maar er blijft iets spelen in mijn achterhoofd, datzelfde venijnige stemmetje waardoor ik mijn gevoelens wilde verbergen in de eerste plaats. Het stemmetje dat zegt dat ik ziek ben, een freak, dat wat ik doe strafbaar is. Incest, verliefd op je broer, je tweelingbroer, hoe fucked up is dat eigenlijk?
Ik weet het niet meer, ik word soms echt doodmoe van mezelf.
‘Bill, bijna klaar?’ roep ik de richting van zijn kamer.
‘Momentje!’ is het antwoord. Ik slaak een zucht, dat momentje van hem kennen we. Ik speel nog even met de rits tot ze op precies de goeie hoogte openstaat en slenter dan door de gang naar zijn deur.
‘Bill, kom nou, we moeten...’ Maar verder kom ik niet. Het licht in zijn kamer is gedimd en hij staat voor de spiegel te draaien. De donkere jeans omhelst elke lijn van zijn benen en nestelt zich precies op de juiste hoogte rond zijn heupen. Een t-shirt met een kunstige print verbergt zijn bovenlijf, maar niets kan voorkomen dat ik als gehypnotiseerd naar de elegante boog van zijn nek, schouders en rug blijf staren. Polsbandjes en ringen, zwarte nagels, een zilveren ketting om zijn hals. Zijn haar precies genoeg omhoog om hem zijn herkenbare leeuwenlook te geven. Perfect opgemaakte ogen, pikzwart om het levendige bruin van zijn irissen nog feller te laten uitkomen. Hij raapt een leren jasje van het bed, trekt het aan en heel even kruipt zijn shirt omhoog. De ster op zijn heup eist meteen de aandacht op, ik voel steeds weer de neiging om mijn vingers er overheen te leggen en de buitenste rand na te tekenen.
Geconcentreerd bekijkt hij zichzelf van kop tot teen, lijkt niet te merken dat ik nog steeds onbeweeglijk in de deuropening staat. Mijn wangen gloeien alsof iemand mijn gezicht tussen twee warme handen gevangen houdt en in mijn buik krioelt er iets, alsof mijn maag zich steeds weer om zichzelf draait. Shit. Shit, godverdomme. Dat is alles wat er door mijn hoofd gaat. Mijn broer, mijn liefje. Hij is het mooiste wat ik ooit gezien heb.
Het raakt me. Iets aan dat beeld raakt me tot in het diepste van mijn ziel en ik besef denk ik nu pas wat ‘houden van’ betekent. Die jongen is mijn hele wereld. Ik ben meer dan alleen smoorverliefd op hem, ik hou van hem. Mijn God, ik hou van hem.
‘Is het goed zo?’ vraagt hij en draait zich naar me om, iets van onzekerheid in zijn ogen. Hij is anders altijd zo zeker dat hij er goed uitziet, maar vanavond vraagt hij mijn mening. En dan vat ik het, hij doet het voor mij. Hij wil er voor mij op zijn best uitzien.
‘Je... bent prachtig,’ pers ik uit mijn keel. Een glimlach op zijn lippen, een glimlach tegen mijn mond. Niet loslaten, nog even, nog één zoen.
‘Bedankt. Jij ook trouwens.’ Een kusje op mijn wang, dan loopt hij voor me uit naar de deur. En ik volg hem, wetende dat ik voor het eerst in mijn leven absoluut, totaal, ontegensprekelijk verloren ben. Even maakt het me bang. Is het wel goed om je hele geluk van één iemand te laten afhangen? Maar dan lacht hij me over zijn schouder toe en mijn buik gloeit. Wat kan het mij ook verdommen. Ik kan het niet helpen, ik ben gek op hem.

Afterparty. Met alweer een gloednieuwe award op onze naam kan mijn humeur niet meer stuk. Georg en Gustav gooien zich voluit in de drank, en ik volg hun voorbeeld. Ik weet dat ik me moet inhouden, ik moet nog rijden straks. Maar een klein beetje kan toch geen kwaad?
‘Doe je een beetje rustig? We moeten nog thuis raken,’ mompelt Bill in mijn oor.
‘No problem,’ grijns ik en sla nog een glas champagne achterover. Tegen de zenuwen, ik heb de indruk dat iedereen naar ons staart. Nee, niet de indruk, het is zo. Iedereen gaapt naar ons als we passeren, en de reden daarvan is eigenlijk niet zo moeilijk te raden.
‘Waarom kijkt iedereen zo?’ vraagt Bill nerveus. Hij denkt ook dat ze het aan ons kunnen zien, dat er iets veranderd is. Ik grinnik en neem nog een glas van een plateau.
‘Waarom denk je? Iedereen kijkt naar jou. Je bent het mooiste dat hier rondloopt.’ Meteen krijgt hij een brede smile op zijn gezicht, en onder de dekking van de vele mensen om ons heen knijpt hij even in mijn hand. Ik staar hem aan, een beetje dromerig door de champagne en bedenk hoe graag ik hem nu zou willen zoenen.
‘Voel je je wel goed?’ vraagt hij. Ik knik langzaam.
‘Ik voel me geweldig.’

Teveel gedronken, eigen schuld. Ik wankel naar de auto aan Bills arm en zwaai lomp naar Georg en Gustav, die elk hun eigen vervoer hebben. Mijn Cadillac staat ergens achteraan op het pikdonkere parkeerterrein en de weg erheen lijkt eindeloos.
‘Ik zei toch dat je niet zoveel moest drinken,’ berispt Bill me, maar hij is niet echt boos. Ik wankel naar de passagiersdeur en kruip op de stoel, gooi de sleutels op de bestuurderszetel.
‘Ik denk... dat jij moet rijden,’ mompel ik.
‘Ik heb nog geen rijbewijs, slimmerd. Wat als ze ons stoppen?’
‘Wie gaat er ons tegenhouden? Je kan best rijden.’ Bill zucht, klimt dan achter het stuur en rolt zijn ogen naar me.
‘Prijs je maar gelukkig dat ik zoveel van je houd.’
‘Daarvoor dank ik de goden elke dag,’ grinnik ik, leun over de stoel heen, trek hem bij zijn schouder dichterbij en plant een zoen op zijn mond. Zijn tongpiercing drukt zich meteen naar binnen en glijdt langs mijn tanden.
‘Ik hou van je,’ fluister ik tegen zijn lippen aan.
‘Ik ook van jou.’ Hij laat me los, doet zijn gordel om en start de wagen. Voorzichtig stuurt hij ons de parking af, en terwijl ik zijn profiel bewonder zie ik bij elke passerende lantaarnpaal een glimlach blinken.

Zonder brokken aangekomen. Een beetje wankel rol ik uit de auto en hou me vast aan de zijspiegel tot Bill eromheen is gelopen en mijn arm om zijn schouders legt.
‘Hoe dronken ben jij?’
‘Behoorlijk,’ mompel ik en knijp één oog dicht om te besluiten door welke van de drie zwalpende deuropeningen ik naar binnen wil gaan. Ik kies links.
‘Dat is de muur, Tom.’
‘Oh ja.’ Hij helpt me grinnikend naar de lift en de deuren sluiten zich achter ons. Dat vraagt om nog een zoen. Op onze verdieping doe ik mijn best om mijn evenwicht te hervinden en kijk toe hoe Bill met de sleutelbos worstelt. Eindelijk heeft hij de deur open en ik schop mijn schoenen door de gang, keil mijn vest en pet in de zetel.
‘Ik ben doodop, ik ga denk ik maar eens slapen,’ geeuw ik. Maar iemand heeft hier blijkbaar andere plannen, want de hand van mijn broertje sluit zich om mijn pols en trekt me mee naar zijn kamer. In zijn ogen zit een veelbelovende schittering en plots ben ik niet meer zo moe...

It’s late in the evening
She’s wondering what clothes to wear
She puts on her makeup
And brushes her long blonde hair
And then she asks me
Do I look alright
And I say yes, you look wonderful tonight

We go a party
And everyone turns to see
This beautiful lady
That’s walking around with me
And then she asks me
Do you feel alright
And I say yes, I feel wonderful tonight

I feel wonderful
Because I see the love light in your eyes
And the wonder of it all
Is that you just don’t realize
How much I love you

It’s time to go home now
And I’ve got an aching head
So I give her the car keys
She helps me to bed
And then I tell her
As I turn out the light
I say my darling, you were wonderful tonight
Oh my darling, you were wonderful tonight


En wie dat liedje niet kent is een cultuurbarbaar! Eric Clapton, Wonderful Tonight. Damn, I love that song.


Reacties:

1 2

dreamerangel
dreamerangel zei op 6 juni 2010 - 22:14:
nouhou!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! ik ben een coltuurbarbaar


xRivkikix3
xRivkikix3 zei op 25 nov 2009 - 22:29:
Ich liebe es.


VampireFangs zei op 3 sep 2009 - 16:47:
cultuurbarbaar die ik ben X3


AnotherZero
AnotherZero zei op 18 juni 2009 - 13:27:
- renate zoekt vlug da liedje op . xd

kvnd het perfect


KaulitzFreak
KaulitzFreak zei op 17 juni 2009 - 18:02:
verderverderverderverderverder!!!!!!!!!!!!