Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Overige » Bloedverrades » Sneeuw

Bloedverrades

13 juni 2009 - 14:44

1507

5

274



Sneeuw

Ik ga haar maar eens opzoeken. En haar vinden.

“Georgina, zit je alweer in dat boek!”¯ schreeuwt mevrouw van der Weluwe.
Ik schrik wakker uit mijn boek.
Ik leg mijn boekenleger tussen mijn boek en sla hem met een zucht dicht.
Ik vertik het om haar aan te kijken. Ik weet precies hoe ze eruit ziet.
Haar lelijke figuur staat voor altijd op mijn netvlies gebrand.
Ze is dun. En niet zo’n beetje ook.
Je kan haar ribben tellen en haar wangen zijn ingevallen.
Ze heeft altijd de zelfde lelijke brilletje op dat ze eigenlijk niet nodig heeft.
Haar ogen zijn nog prima, en haar gehoor helaas ook.
Ik heb haar een keer gevraagd waarom ze dat ding op haar neus, dat een bril moet voorstellen, draagt als ze het niet nodigt heeft.
Ze had haar neus de lucht ingestoken, gesnoven en gezegd: “Stijl, Georgina. Stijl.”¯
Maar ik kan haar niet stijlvol noemen.
Met haar blonde haar dat altijd in een knot gebonden is en haar eeuwige collectie soepjurken die ik voor geen goud zou dragen.
En haar ogen.
Ja, opzicht is er niets mis met grijze ogen maar ze kijkt mij, en de rest van mijn klasgenoten, altijd aan alsof ze moet kijken naar een… een…. Nou ja, ze kijkt ons gewoon aan alsof we uitschot zijn.
En dat valt best mee.
Soms.
“Sorry, mevrouw van der Weluwe”¯ zeg ik zonder haar aan te kijken.
“Sorry Georgina, maar als je telkens in dat boek zit kan ik je niets leren”¯ zegt ze.
Ze draai zich weer om naar het bord.
Ik heb de nijging om mijn boek weer open te slaan, maar ik heb geen zin in problemen.
Anouk stoot mij aan.
Ik kijk op naar haar.
Haar haar is ook blond, maar zij heeft het niet zo’n belachelijk in en knot gedaan.
Is lekker kort maar ze heeft wel een lange pony die 50% van haar zicht in beslag neemt.
Ik weet niet hoe ze het aan kan. Ik kan er echt niet tegen als mij haar voor mijn ogen zit.
Ze heeft trouwens bruine ogen.
Het komt niet vaak voor dat mensen met blond haar bruine ogen hebben.
Maar Anouk scheidt het niets te schelen hoe mensen over haar denken.
Verder draagt ze vaak gewoon de kleuren die haar passen en niet te duur zijn.
Nog iets wat haar niet kan schelen. Haar kleren.
Net zoals het haar niets kan schelen hoeveel strafwerk we krijgen als mevrouw van den Weluwe ons betrapt op praten.
“Gin. waar gaat je super interessante boek over?”¯ fluistert ze.
Zo noemt ze mij al vanaf groep 1. En het zal voor haar ook altijd Gin. blijven.
“Over occlumentie”¯ fluister ik terug.
“Alweer?”¯ vraagt ze.
Mevrouw van der Weluwe stop even met schrijven.
Ik doe snel alsof ik lees in mijn aardrijkskundeboek.
Ze draait zich om naar de klas.
Er valt een pijnlijke stilte.
Ik kijk gespannen naar mijn aardrijkskundeboek.
Ik voel haar doordringende blik door mijn lichaam snijden.
“Dames achterin, wees stil”¯ zegt ze met een ijzige stem.
Ze draait zich terug naar het bord en schrijft verder.
Ik kijk op van mijn aardrijkskundeboek.
Al zo’n beetje het hele bord staat vol met de feiten die we voor het proefwerk van volgend week moeten leren.
Toetsen. Ze komen mijn neus uit.
Maar gelukkig is het bijna kerstvakantie.
Er klinkt geroezemoes door de klas.
“Wat is daar aan de hand?!”¯roept mevrouw van der Weluwe tegen een paar jongens voorin.
“Het sneeuwt”¯ zegt de drukste van hun allemaal.
Mijn blik glijd naar het raam. kleine witte vlokjes sneeuw dwarrelen naar beneden.
Dat gebeurd niet vaak in Nederland. Nog iets dat de kersvakantie leuker maakt.
Mevrouw van den Weluwe kijkt de sneeuw vuil aan alsof zie haar beledigt heeft.
“Is dat de rede voor dat kabaal? Jullie moeten allemaal nablijven!”¯ zegt ze tegen de jongens met een gemene kleine glimlach rond haar mond.
De jongens beginnen meteen te protesteren.
Mevrouw van der Weduwe geeft hen één vernietigende blik. Meteen zijn ze stil.
De bel gaat.
Ik stop mijn spullen in mijn veel te zware tas.
Iedereen loopt de klas uit. Behalve de jongens.

Thuis zit ik achter mijn computer.
Ik heb mijn boek even weggelegd om mijn krabbels op hyves te beantwoorden.
Buiten dwarrelen nog steeds sneeuwvlokjes.
Het is al donker aan het worden.
Ik hoor een geluidje. Anouk is online.
Ik open meteen een chatvak.
“Anouk!”¯ typ ik.
“Hooi Gin.”¯ zegt ze terug.
“Hoe zou het met de jongens gedaan zijn?”¯ vraag ik.
“O, maak je daar maar geen zorgen om. Die redden zich wel. =P”¯
Volgens mij hoor ik de deur beneden open gaan.
Dat is vast mijn moeder, maar ik heb geen zin om naar beneden te gaan en haar te begroeten.
Ik wou dat het herfstvakantie was.
Lekker niets doen. En met Kerst gezellig bij elkaar.
Ik droom verder over de vakantie tot ik opschik van een geluidje.
Ik kijk weer naar mijn computerbeeldscherm.
“Ben je er nog?”¯ vraagt Anouk.
“Sorry was even weg”¯ lieg ik.
Maar het is niet helemaal gelogen.
Ik was even weg, in mijn eigen wereld.
“Oké, is niet erg. Moet gaan. Moet nog huiswerk maken”¯ schrijft ze.
Ik kijk naar mijn eigen stapel huiswerk.
Nog hoger en ik haal de Eiffeltoren in.
“Is goed. Ga er zelf ook maar eens aan beginnen. Zie je morgen.”¯
“Doei, tot morgen.”¯
Ik klik hyves weg.
Dat was nog eens een kort gesprek. Nou ja, het is beter dan alleen maar: “Haai. Doei!”¯
Ik sluit mijn computer af.
Ik zucht. Nu maar eens beginnen met mijn huiswerk.
“Ik denk niet dat je haar morgen zal zien. En de dagen daarna ook niet.”¯
Ik schrik mij dood en draai mij meteen om.
Een lange jonge, ik schat 18 jaar, staat achter mij.
Ik spring metten op uit mijn stoel.
Hij draagt een lang zwarte keep, hij heeft zwart lang haar dat net zijn schouders niet raakt en net zo’n grote lok als Anouk.
Hij heeft grijze ogen die mijn gelukkig niet als mevrouw van der Weluwe aankijken, maar juist heel geïnteresseerd.
“Ik heb je hulp nodig”¯ zegt hij.
Ik weet niet waarom iemand mijn hulp nodig zou hebben, maar ik weet wel dat ik niets met deze jongen te maken wil hebben.
De enige kans voor mij om te ontsnappen is door mijn open kamerdeur. Waar de jongen nou net voor staat, en mij de weg versperd.
Hij steekt voorzichtig zijn hand uit, alsof ik een klein, trillend, bang hondje ben dat nog aan zijn nieuwe baasje moet wennen.
“Als je blieft, kom met mij mee.”¯
Ik knipper een paar keer met mijn ogen.
Dat kan ik niet goed verstaan hebben.
“Ik heb je hulp echt nodig”¯ zegt hij vriendelijk.
Ik weet niets te zeggen.
Ik kijk hem alleen bang aan.
“Als je blieft, geef antwoord”¯ zegt hij bijna smekend.
Hij stapt op mij af.
Verkeerde actie want nu staat hij niet meer voor de deur.
Ik grijp mij kans.
Ik maak een schijn beweging naar rechts, ren langs de verbaasde jongen en trek een sprint naar mijn open kamerdeur.
“Wacht!”¯ roept de jongen, maar ik ban al op de trap, op weg naar beneden.
Ik hoor dat hij achter mijn aan komt.
Ik ren snel naar de voordeur om hem te openen.
Shit!
Hij is op de een of andere manier geblokkeerd, maar hij zit niet op slot.
Ik trek met allen macht aan de deur maar hij gaat net open.
In mijn ooghoek zie ik een flits van een zwarte keep van de jongen die de trap af komt rennen.
“Stop! Ik wil je geen pijn doen!”¯
Ja, ja, dat zeggen ze allemaal.
Hij staat nu voor mijn in de gang en komt langzaam op mijn af.
Hij drijft mij de keuken in.
Ik kan geen kant meer op. Ja, helave dan in de koelkast spring dan maar dat lijkt mijn niet zo’n goed idee.
Ik kan nog een schijnbeweging proberen.
Als is mijn kans op ontsnappen nu wel minimaal.
Ik waar het erop.
Ik maak een schijnbeweging naar links en ren langs de jongen.
Maar hij is snel en pakt mij van achter met zijn lange armen vast.
Hij strekt mij naar zicht toe zodat ik in een hele rage omhelzing kom vast te zitten.
Ik kan geen kant op.
Zijn ademhaling blaast ik mijn nek.
Ik voel mijn hele lichaam rillen en mijn adem begint te schokken.
Ik ben ontzetten bang dat hij mij wat aan doet.
Misschien is het beter als ik niets ziet.
Ik knijp mijn ogen stijf dicht.
De ademhaling van de jongen wordt steeds rustiger en de mijn ook.
Tot mijn verbazing dat hij helemaal niets.
Hij zet wat minder kracht op zijn armen, maar houd mij nog steeds vast.
“Als je blieft”¯ zegt hij heel langzaam en zachtjes.
Ik open mijn ogen. Hij laat mij los.
Ik draai mij om.
Ik kijk in zijn grijze ogen.
Er is geen agressie in te zien, alleen maar een gekwelde blik, als of hij daarnet iets moest overwinnen.
Plotseling drukt hij mijn gezicht tegen zijn bost aan.
“Ik zal je beschermen Georgina”¯ zegt hij zachtjes terwijl hij door mijn haar strijkt.
Ik wordt overspoeld door duizenden vragen.
Wie ben jij? Waarom bescherm je mij, en waarvoor in vredesnaam? Hoe weet jij mijn naam? Hoe kom jij binnen? En waarom kon ik eigenlijk niet naar buiten? Waarom streel je mij? Ken ik jou soms ergens van?
Dan hou hij op met door mijn haar te strelen en legt zijn hand stil.
“Geen zorgen, het gaat allemaal goed komen.”¯
Wat goed komen? Is er iets slechts dan, of zo?
Uh?
Dan begint er warmte van zijn hand naar mijn hoofd te stromen. Het is het raarste gevoel dat ik ooit heb mee gemaakt.
Ik weet niet waarom en hoe maar langzaam vallen mijn ogen dicht en wordt alles zwart.


Reacties:


Waardigheid
Waardigheid zei op 14 juli 2009 - 20:38:
Mijn favo verhaal hier. Ookal heb ik maar 1 deel gelezen


KawaiiGirl
KawaiiGirl zei op 15 juni 2009 - 19:55:
Hipp

Echt wel heel cool

-xxx-
Marijke-san
And I luv this smiley! -->


ijsje
ijsje zei op 13 juni 2009 - 20:36:
LIJKT DIT EEN BEETJE OP HET VERHAAL DAT IK HAD VERZONNEN????


ijsje
ijsje zei op 13 juni 2009 - 20:17:
leuk mo, weer die anime jongens he???


AmbyVampy
AmbyVampy zei op 13 juni 2009 - 16:02:
Oooooh een enge vent die je huis ineens inkomt! Gelukkig ben ik Gin nie XDDDDDD
Cool verhaal trouwes ;3

xxx