Hoofdcategorieėn
Home » Tokio Hotel » Zusje van... [AFGEWERKT] » |27|
Zusje van... [AFGEWERKT]
|27|
Lies
Moest Tom me nu echt alleen achterlaten met Georg? Hij weet toch dat Georg me heeft gezoend. Ik heb hem dat nog niet vergeven en ik denk dat Tom dat ook nog altijd niet gedaan heeft. Zoals ik verwachte blijft Georg gewoon staan in plaats van weg te gaan nu Tom naar de leefruimte is gegaan om die telefoon te beantwoorden. Ik trek het deken voor mijn bovenlichaam en durf Georg niet aan te kijken. Ik heb schrik dat hij me dan gaat smeken, smeken om bij Tom weg te gaan wat ik trouwens totaal niet van plan ben, zeker niet nu Zelia al aan hem gewend raakt. “Lies.”¯ Georg komt voorzichtig naast me op het bed zitten. Hij probeert mijn hand vast te nemen maar ik trek het weg, hij moet niet denken dat ik al vergeten ben wat hij met me heeft gedaan. “Laat me los.”¯ sis ik hem toe en trek het deken nog dichter tegen me aan als bescherming. Niet dat het veel helpt, Georg kan het zo van me wegtrekken, maar het voelt toch veiliger. “Lies, ik wil gewoon even met je spreken.”¯ Zijn stem klinkt bijna smekend. “Daarvoor moet je me toch niet aanraken.”¯ mompel ik nijdig. “Lies, alsjeblieft. Ik wil met je praten. Ik wil je doen inzien dat Tom niet goed voor je is. Je verdient beter.”¯ “Oh en jij bent beter?”¯ onderbreek ik hem. “Dat zeg ik toch niet!”¯ roept hij plots uit. “Ik zeg gewoon dat je iets beter verdient dan Tom, Zelia ook.”¯ “Hoe kun jij nu weten wat goed is voor Zelia?!”¯ onderbreek ik hem voor de tweede keer. “Je kent haar niet eens.”¯ Ik sla het deken van me af, spring uit bed en wil de kamer uitlopen maar Georg houdt me tegen. Hij duwt me met mijn rug tegen de muur, zijn gezicht is nog geen 10 centimeter van het mijne, ik voel zijn ademhaling in mijn gezicht. Ik wil achteruit stappen maar de muur duwt in mijn rug. Ik kijk Georg bang aan, afwachtend wat hij gaat doen. “Ik wil niet dat hij je kwetst, Lies.”¯ fluistert hij. “Ik zou dat nooit doen.”¯ Zijn ademhaling geeft me rillingen tot in mijn kleine teen. Zijn gezicht komt steeds dichter. Achter mijn rug kruis ik mijn vingers en hoop dat Tom niet te lang aan die vervloekte telefoon hangt en me hier uit komt redden. Waarom moet Georg iets voor mij voelen, waarom? Ik wil dit niet, echt niet. Dit maakt alles alleen nog maar meer ingewikkeld. “Ik hou van je, Lies.”¯ Zijn lippen raken onbewust de mijne, zijn neus strijkt langs mijn wang. Weer een rilling. Verdomme Tom, kom terug naar hier en trek Georg hier weg! Mijn smeekbede wordt blijkbaar niet verhoord, Georg blijft voor me staan en er is niemand die hem wegtrekt, spijtig genoeg. “Hou jij ook van mij?”¯ Wat voor een vraag is dat nu weer? Hij weet toch hoe ik over hem denk. Hij is een verschrikkelijke klootzak. “Hou jij ook van mij?!”¯ roept Georg nu bijna. Met bange ogen kijk ik hem aan, niet wetend wat ik moet zeggen. “Lies, antwoord!”¯ Hij duwt me nog dichter tegen de muur. Nog steeds weet ik niet wat ik moet zeggen. Wat kan ik zeggen?
“Schatje!”¯ Oef, mijn redding is daar. De deur van de kamer gaat open en opeens gaat alles heel snel. Tom werpt zich op Georg en trekt hem bij me weg. Ik kan niet alles volgen want volgens mij hebben mijn benen het begeven. “Lies.”¯ Tom hurkt naast me neer. Ik open mijn mond maar er komt niks uit. Ik heb het gevoel dat ik terug een aanval ga krijgen maar ik verzet me ertegen. Ik schrik als ik Tom z’n gezicht zie, een bloedende lip en zijn oog ziet er ook niet gezond uit. “Tom, gaat het?”¯ roep ik geschrokken uit en veer recht maar ik val terug neer. “Met mij wel maar gaat het wel met jou?”¯ vraagt hij bezorgd. Hij legt zijn hand op mijn wang. “Je bent volgens mij niet echt 100%.”¯ Hij heeft gelijk, ik voel me echt niet goed. Ik probeer voor een tweede keer recht te staan maar weer val ik om. “Kom maar.”¯ Tom ondersteunt me naar het bed. Hij legt het deken over me heen en gaat op de bedrand zitten. “Wat heeft hij gedaan?”¯ vraagt hij voorzichtig. “Hij zei…dat hij…met me wou praten maar dat…wou ik dan weer niet. Ik wou…weglopen maar…hij hield me tegen en duwde me tegen de muur.”¯ stotter ik. “Tom, ik was zo bang! Ik dacht dat hij me iets ging aandoen!”¯ roep ik uit en sla mijn armen rond zijn nek. De snikken klinken luid uit mijn keel. Tom slaat zijn armen om me heen en wiegt me zachtjes heen en weer. Rustig word ik er eigenlijk wel van. “Georg is weg. Je zult geen last meer van hem hebben.”¯ “Dankje.”¯ snik ik en kruip onder het deken.
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.