Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Het Voordeel van Video » Heeft u vrienden zonder auto?
Het Voordeel van Video
Heeft u vrienden zonder auto?
‘Nu gaan we weg’ zei de man trots tegen het meisje. Ze knikte en sleepte me mee uit mijn cel. Het zonlicht op de gang was een ware marteling! Al vele keren had ik kleine stralen opgevangen door de kier van de deur, maar zoveel na een paar maanden duisternis was ondragelijk. De man merkte mijn pijnen op en drukte een zonnebril in mijn handen. ‘Je zegt geen woord in de stad, geen woord!’ Ik knikte en drukte de bril stevig op mijn neus. Toen opende de man de voordeur, die aan het einde van de gang was en stapten we de straat op. Het was een drukke middag, overal liepen mensen en vele toeristen drongen langs de oude gebouwen om van alles zo veel mogelijk foto’s te maken. Ik keek ook vol bewondering rond. De stad waar ik was, was oud, mooi en waarschijnlijk gebouwd in zeer rijke tijden. Allerlei talen vlogen om mij heen, geen enkele verstond ik. Maar dat was ik wel gewend, immers was Berlijn ook een wereldstad. Wat wel anders was, en mij ook zeer verbaasde, was dat er een permanente geur van hasj in de straten hing en dat geen agent erop reageerde. De meeste agenten die ik zag stonden in rare pakjes niks te doen. We liepen vrij snel, de man had blijkbaar haast. Zijn kleindochter kon het blijkbaar niet bijhouden, want zij zat op zijn schouders. We liepen langs grachten met namen die ik niet kon begrijpen. Was ik de kunst van het lezen verleerd in dat maandje? Nog een paar hoeken om, nog drie straten door en toen waren we er eindelijk. De bestemming viel me eerlijk gezegd nogal tegen: op een drukke parkeerplaats, naast een verroeste oude auto. ‘We gaan ook de stad uit’ zei de man en hij opende de auto. Ik stapte in en het meisje ging achterin zitten. ‘Heb jij ook zo’n geweldige auto?’ vroeg hij, zonder ook maar een vleugje sarcasme. Ik knikte. ‘Je kleine vriendjes ook zeker?’ Ik knikte. We reden door allemaal onmogelijke straatjes, door het centrum en even later door een of andere flatwijk. ‘Ogen dicht!’ gebood de man en braaf sloot ik mijn ogen. Ik wist dat de rand van de stad naderde en waarschijnlijk mocht ik niet zien waar we waren. ‘We zijn het bord voorbij, je mag weer kijken’ zei het meisje. Haar woorden gaven me gelijk. Ik wilde alleen nog weten waar we heen gingen, wat ze met mij gingen doen en ik besloot het maar gewoon te vragen. ‘Wat gaan we doen?’ ‘Wandelen’ knorde de man. Ik knikte en sloot mijn ogen, misschien kon ik nog even slapen. Ik was moe en vrij relaxed, wat me nog steeds verbaasde. Misschien was ik te ontspannen, maar dat zou ik later wel merken. Nu moest ik genieten van mijn moment buiten. Zorgen over later kon ik ’s nachts wel overdenken. De zon scheen, ik moest vrolijk zijn. Ik was vrolijk. Alleen hoe lang zo mijn geluk nog duren?
Reacties:
Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.