Welkom op FanFic.nl

De Nederlandse website waar je fanfiction kunt lezen én schrijven.

Nu on-line: (0)

Home » Tokio Hotel » Het Voordeel van Video » En valt er dan soms regen?

Het Voordeel van Video

14 juni 2009 - 16:35

480

0

210



En valt er dan soms regen?

13

Een paar meisjes keken me raar aan, maar ik negeerde ze. Met tranen in mijn ogen stond ik te luisteren, bleef ik staan luisteren naar de rest van het concert. Amber stond zwijgend naast me te kijken. Ze leek het niet echt leuk te vinden, maar dat kon me nu vrij weinig schelen. Ik veegde wat tranen uit mijn ogen en probeerde wat verder naar voren te komen. Mijn ervaring leerde me dat de laatste nummers eraan kwamen. Ik propte me tussen 2 meisjes van een jaar of 16 en probeerde Toms aandacht te trekken. Ik zwaaide en riep. Hij zwaaide slechts even terug om daarna naar de achterkant van het podium te lopen. Ze waren al klaar… geen toegift, ze waren al klaar. De zaal stroomde leeg en Amber pakte mijn hand. ‘Kom, we gaan’ zei ze zacht. Ik wilde niet. Ik ging op de grond zitten, met mijn rug tegen de rand van het podium. ‘Ze zijn me niet vergeten, nog niet’ zuchtte ik. Amber ging naast me zitten, ze probeerde mijn opmerking niet eens weg te lachen. Ze voelde vast dat het waar was. Amber legde haar hand op mijn knie en ik sloeg mijn arm om haar heen. Heerlijk, even zitten met wat liefde, even wat menselijke warmte om me heen. Ik woelde met mijn hand door haar haren en zij praatte zacht over haar leven en wat ze nog zou willen. Het voelde goed aan, alsof we al jaren vrienden waren. Een perfect moment. Helaas kwamen aan dat soort momenten altijd een einde en altijd veel te snel. We werden weggejaagd door de schoonmaakploeg en stonden plots weer op straten. Het regende. Amber pakte mijn hand en samen stapten we de nacht in. We leken wel een stel, een verliefd koppeltje terugkomend van een date. Alleen dat waren we, helaas, niet. We waren slechts een gevangene en zijn cipier, zijn lieve, zachte cipier. ‘Je moet nog iets zien van deze stad’ zei ze. Ze voerde me langzaam mee door de binnenstad. We kwamen aan in een of ander vreemd wijkje. Overal was het rood en stonden veel te schaars geklede vrouwen achter ramen: de hoerenbuurt. Zou ze me hier achterlaten? Zou ze me ergens naar binnen gooien, zodat… Ik wilde er niet aandenken en bleef zo dicht mogelijk bij haar, misschien raar, maar het gaf me nog enig gevoel van veiligheid. Enge kerels keken ons na en ik was opgelucht toen ik weer bekende huizen zag, we waren er uit. ‘Waarom moest ik dat zien?’ vroeg ik haar. ‘Zodat je later weet waar je bent’. Altijd maar die vage antwoorden, waarom was er niemand duidelijk? Het begon harder te regenen en de eerste donder dreunde over de stad. We begonnen haast te maken. De bliksem, een roffel. We renden zo hard we konden over de natte straatstenen, opzoek naar de veilige plek voor de nacht.


Reacties:

Er zijn nog geen reacties op dit verhaal.