Hoofdcategorieën
Home » Tokio Hotel » Never thought this would ever happen. » Never thought this would ever happen. -1-
Never thought this would ever happen.
Never thought this would ever happen. -1-
Twee dagen later. Woensdag, zeven uur 's morgens. De wekker gaat af. Ik sla hem af, maar sta dan toch recht. Ik wankel mijn kamer uit en maak me klaar om te vertrekken. Wanneer ik klaar ben, ga ik naar beneden, zeg ik mijn moeder gedag en ga dan de deur uit. Eerst met de tram naar het station, om daar dan de trein te nemen. Uiteindelijk moet ik nog één keer overstappen, om dan aan te komen in Duitsland en de bus te nemen. Met mijn beste Duits probeer ik Universal te vinden. Wanneer ik daar eindelijk aankom, zie ik dat het vlak naast het water ligt. Een redelijk groot kanaal, vlak naast een brug. Daar vind je een balk-vormig gebouw met in het groot “Universal”ť op. Ik bel aan en wacht af. Een struise man opent de deur. Ik schat hem zo'n dertig, veertig jaar.
‘En u bent?’ vraagt hij nors.
‘Arya, ik moest komen voor...’ begin ik.
‘Arya, in orde. Volg me maar’, zegt hij. Ik volg hem gangen in en uit, een trap op, tweede kamer links. Hij klopt.
‘Kom maar binnen', wordt er gezegd. De man opent de deur en zwaait hem open.
‘Arya’, gromt hij.
‘Aah, kom maar binnen, Arya’, zegt een man, redelijk struis, grijs haar, breed gezicht en in pak, staat recht. Ik glimlach en stap verder de kamer binnen. Achter mij wordt de deur gesloten. De man komt op me af en schud mijn hand. ‘Ga toch zitten’ zegt hij. Ik glimlach vriendelijk en neem plaats. Hij komt tegenover me zitten en kijkt me aan. ‘De jongens zult u straks ontmoeten. Ik wil eerst zien of u wel geschikt bent voor deze job’, zegt hij. Ik knik en luister naar wat hij te zeggen heeft. ‘Ik ga u nu nog wat vraagjes stellen. Niets speciaals, gewoon wat formaliteiten’, zegt hij.
‘Goed’, antwoord ik. Hij kijkt me even glimlachend aan over zijn brilletje en kijkt dan naar zijn papieren.
‘In de enquete die u ingevuld heeft, staat er dat u veel tijd heeft. Hoe komt dat? Want volgens mij moet u nog naar school’, zegt hij.
‘Klopt. Normaal gezien zit ik nu in mijn laatste jaar, maar... kijk het zit zo. Mijn vader is er niet meer en mijn moeder moet volledig alleen voor de kosten opdraaien. School kan ze bijna niet betalen. Ik volg deeltijds onderwijs en zou eigenlijk een job moeten vinden voor op de andere dagen’, leg ik uit.
‘Dan is deze job niet zo heel erg geschikt voor u, want hier wordt van je gevraagd voltijds -en eigenlijk zelfs meer dan dat- te komen werken.’
‘Ik weet het, maar het enige wat ik wil, is mijn diploma halen.’ Hij knikt bedenkelijk.
‘Volgens mij kan er wel gezorgd worden voor een privéleraar. Dan zult u op vrije momenten les krijgen, dus u snapt wel dat u wat voor deze job moet over hebben…
‘Ja, dat merk ik, maar ik heb het er graag voor over', antwoord ik met een glimlach. Hij glimlacht even terug.
‘En u kunt dus koken?’ vraagt hij. Ik knik en glimlach.
‘Toch wel. Niet dat ik een superkokkin ben, maar ik moet vaak koken wanneer mam aan het werken is’, antwoord ik.
‘De bedoeling is dus dat de jongens wat meer gevarrieert eten op tour. En dat is best wel nodig, want ze eten veel te veel pizza en fast food. Denkt u dat u daar voor kunt zorgen?’ vraagt hij.
‘Natuurlijk wel. Het zijn waarschijnlijk ook geen kinderen meer die lastig doen tijdens het eten’, lach ik.
‘Daar zou u nog wel eens van kunnen verschieten’, lacht de man. Een vriendelijke glimlach siert mijn gezicht. ‘En verder… Vind u het niet erg om zo lang van thuis weg te zijn? U vrienden en familie gaat u niet veel zien’, zegt hij.
‘Ja, dat had ik al gedacht, maar echt erg vind ik dat niet. Naaste familie heb ik niet en met verre familie heb ik geen contact meer. Verder heb ik nog maar één vriendin en mijn moeder. Die ga ik wel missen dat, ja, maar zoiets kun je natuurlijk niet voorkomen, hè.’
‘Ik heb geen vragen meer. U wel nog?’ vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. ‘Goed. Dan laat ik je nu kennis maken met de jongens. Die zitten hier enkele kamers verder te ontspannen en volgens mij zijn ze wel nieuwsgierig naar hoe je eruit ziet. Die kennismaking is belangrijk zodat we kunnen zien of u zich kunt aanpassen naar hun toe en of dat jullie goed overeen zouden komen’, zegt hij. Ik glimlach en knik. We staan recht. Hij gaat naar de deur en opent die. Ik volg hem de kamer uit, de gang op. Twee deuren verder stopt hij. Hij doet de deur open en gaat de kamer binnen. Ik volg en zie vier mensen zitten nieuwsgierig en verrukt naar me te kijken. Een jongen met lang, zwart haar. Een jongen met kort, blond haar. Eentje met lang bruin haar en dan nog een jongen met dreadlocks en veel te grote kleren. ‘Dit is Bill’, zegt Peter. Hij wijst naar de jongen met het zwarte haar.
‘Hey, Bill’, zeg ik. Bill staat recht, geeft me een hand en lacht vriendelijk.
‘Aangename kennismaking.’
‘Dit is Gustav’, vervolgt Peter dan. De jongen met het blonde haar geef ik ook een hand. ‘Dit is Georg’, gaat hij verder. Hij krijgt dezelfde begroeting. ‘En dan heb je nog Tom’, eindigt hij. Ik draai me om naar de jongen met de dreadlocks en geef hem ook een hand.
‘Krijg ik geen kus?’ vraagt hij schijnheilig. Ik kijk hem lachend aan.
‘Nee’ lach ik. Hij trekt zijn hand alweer terug en gaat zitten. Op de achtergrond hoor ik de rest lachen.
‘Ik laat je nu alleen met de jongens. Wees gerust ze doen je niets, zelfs Tom niet’, lacht hij. ‘Jongens, laat nog wat van haar heel’, zegt hij dan. Hij glimlacht nog eens en verlaat dan de kamer. Ik ga tussen de jongen met de dreads en de jongen met het lange zwarte haar zitten.
‘Moet je wat te drinken hebben?’ vraagt Bill. Ik knik en glimlach. ‘Georg, ga eens achter wat te drinken’, beveelt hij dan.
‘Ja dag, ga er zelf maar achter’, zegt Georg dan.
‘Het is al goed. Ik zal wel gaan’, zegt Gustav. Hij staat recht en gaat naar de koelkast.
‘Als jullie vragen hebben, stel ze maar hoor’, zeg ik. Tom begint zonder pardon een vraag op me af te vuren.
‘Heb je al seks gehad?’ vraagt hij met een grijns.
‘Het was te denken dat jíj zoiets zou vragen’, zucht Bill.
‘Ah, laat hem. Dat is een serieuze vraag, hoor’, lach ik. ‘En nee, Tom, ik heb nog geen seks gehad. Ik ben maagd’, vervolg ik.
‘Kun je lasange maken?’ vraagt Gustav.
‘Ja hoor’, antwoord ik.
‘Die wil ik dan wel eens proeven. Wedden dat die van mij beter is’, begint hij mij uit te dagen.
‘Wedden van niet’, daag ik hem uit.
‘Oké! De eerste keer dat je kookt, is het lasagne’, zegt hij.
‘Afgesproken!’ zeg ik.
‘Naar welke muziek luister je zoal?’ vraagt Georg dan.
‘Uhm, zowat vanalles, de hedendaagse dingen’, antwoord ik.
‘Nu ben ik!’ zegt Bill opgewekt. Ik kijk hem aan. ‘Ben je de ware ooit al eens tegengekomen?’ vraagt hij.
‘Daar is hij weer met zijn “de ware”ť’, zucht Tom.
‘Echt de ware kun je het niet noemen, maar ik ben wel eens erg verliefd geweest op jongen. Toen ik hem betrapte met een ander meisje, heb ik het uitgemaakt. Ik ben er best wel lang van kapot geweest. En nu besef ik dat, dat dom was. Die jongen is mij niet waard’, zeg ik met een glimlach.
‘Jij hebt groot gelijk’, zegt Bill, terwijl hij met zijn vingertje wijst. Ik glimlach. Er worden nog enkele vragen gesteld en dan komt Peter de kamer terug binnen.
‘Arya, ik ga nu met de jongens overleggen en straks zal ik je weten te vertellen dat je bent aangenomen of niet’, lacht hij. Ik knik en sta recht. Ik verlaat de kamer en ga ergens op een stoel zitten, te wachten. Een tiental minuutjes later, wordt mijn naam geroepen. Ik kijk op en kijk in twee donkerbruine ogen. De persoon schenkt met een glimlach en toont zijn spierwitte tanden.
‘Arya, kom je. We zijn tot een besluit gekomen’, zegt Bill met een lieve glimlach. ‘Maar wees niet bang, het is goed nieuws’, fluistert hij erachter.
‘Bill, nu is de fun eraf’, lach ik. Hij glimlacht en houdt de deur voor mij open. Ik ga de kamer binnen, gevolgd door Bill, die eerst de deur heeft gesloten.
‘Arya, blij als ik ben, mogen we je vanaf nu lid noemen van de Tokio Hotel-crew’, zegt Peter. Ik glimlach.
‘Dank u’, zeg ik. Verder worden mij nog wat data geven en papierwerk dat ik moet invullen. Een contract en zo. Ik bedank ze nog eens en neem afscheid. Ik neem terug de trein naar huis. In de trein bel ik mam om te zeggen dat ik de job heb. Daarna ben ik naar Lena om te zeggen de ik over een kleine maand al mag gaan werken én dat we ervan moeten profiteren en nog veel moeten afspreken. Ze geeft me volledig gelijk. Natuurlijk want ik heb altijd gelijk. Wanneer ik thuis aankom, plof ik moe in de zetel.
Lekker lang (en leuk) stukje!
Ga maar gauw verder!